75 Jaar brandweer
Op 24 mei 1928 werd tijdens de gemeenteraadsvergadering onder leiding van burgemeester Van Nispen de Verordening op de Brandweer in de gemeente Laren (N.H.) vastgesteld. Hiermee had Laren officieel een eigen vrijwillig brandweerkorps, onder leiding van de burgemeester. Voor 1928 was er weliswaar ook sprake van een brandweerkorps, maar dit werd niet door iedereen als efficiënt beschouwd. In feite werd met de nieuwe verordening de brandweer opnieuw geformeerd, met een heldere opzet en structuur en een (in aanzet) beperkt aantal vakkundige brandweerlieden.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 84 [2003-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Laren krijgt een eigen vrijwillig korps
Het vrijwillige korps bestond in beginsel uit een opperbrandmeester, een brandmeester, een secretaris en tenminste tien brandweerlieden. In 1928 was Laren helemaal aangesloten op het waterleidingnet. Hierdoor werd het blussen uiteraard aanzienlijk vergemakkelijkt. De verordening liet nadrukkelijk uitbreiding van het korps toe. Uit de verslagen over de diverse jaren blijkt dat dit soms geen overbodige zaak was … Wat bij de oprichtingsvergadering van de vrijwillige brandweer op 4 juni nog niet geregeld was was de aanschaf van een motorspuit, maar die zou er snel komen.
Vanaf 1929 worden jaarverslagen opgesteld. Niet alleen de branden, maar ook verbeteringen aan bijvoorbeeld de manier van alarmeren door het seinen van het nummer van de brandkraan bij de brand, werden in deze jaarverslagen gemeld.
Was er aanvankelijk een centrale in het politiebureau (nu de Prinsemarij) en een apart spuit- en distributiehuis, dit veranderde na de Tweede Wereldoorlog. Sinds jaar en dag zetelt de Larense brandweer aan de Groene Gerritsweg. Maar nog dit jubileumjaar komt er een einde aan de oude brandweergarage met uitgangen aan De Kamp, als de nieuwe kazerne van architectenbureau Snelder uit Bussum in het najaar feestelijk in gebruik wordt genomen.
Brand in Laren
Archivaris Bep de Boer van de Historische Kring Laren heeft alle jaargangen van de Laarder Courant De Bel vanaf 1926 doorgenomen en een verslag gemaakt van alle kleine en grote branden in ons dorp.
Ontelbare keren rukte de brandweer uit. Vooral in de eerste jaren zijn er mooie verhalen hoe de brandweer gewaarschuwd moest worden, de meeste mensen hadden immers geen telefoon. Terugkerend zijn de vele schoorsteenbranden, binnenbrandjes en heidebrandjes. Regelmatig kwam de brandweer alleen controleren nadat de bewoners zelf heldhaftig een brand geblust hadden. Wat volgt is een bloemlezing van 75 jaar brand in Laren.
1928
Zondagavond 9 september was Laren in rep en roer. Twee villa’s stonden in lichter laaie. Het waren de villa’s van de families Cladder en Freyer aan de Paviljoensweg nabij paviljoen Larenberg. Hoe de brand was ontstaan wist niemand. Wel was er plotseling een enorme rookkolom, die ook werd waargenomen door mevrouw Dalloyaux van het paviljoen. Zij bracht juist gasten naar de bushalte en is snel teruggelopen om de brand telefonisch te melden. Ook de heer Zwart van de Paviljoensweg 16 had de brand ontdekt en wilde dit gaan melden. Hij vroeg een voorbijganger met een fiets dit te gaan doen, ondertussen wilde hij alvast gaan helpen om eventueel te blussen of spullen in veiligheid brengen. Een surveillerende politieman werd door een fietsende jongen gewaarschuwd. Maar het gerucht van de brand was zo snel door het dorp gegaan, dat de wakkere brandweer in een mum van tijd met veel materieel aanwezig was. Maar tegen de vuurzee van het rieten dak was niet te blussen, want de druk van de waterleiding was veel te laag. Van de inboedel van de familie Cladder kon niets worden gered. Alleen de Buick is met vereende krachten uit de garage geduwd door de heren Zwart en Vonk. Toen de vlammen geen voedsel meer hadden doofde langzaam de vuurzee. Het was daarna aardedonker. Toen heeft men de koplampen van de Buick maar aangedaan voor verlichting op het terrein. Bij de familie Freyer zijn nog enkele meubelstukken gered, maar verder ging ook daar de hele inboedel verloren. Beide gezinnen waren goed verzekerd tegen brandschade. Over de oorzaak tastte men in het duister.
1929
In een Siberisch koude nacht werd op 12 februari de brandweer gealarmeerd voor een brand in villa Bella Vista aan de Hilversumseweg. In de benedenverdieping van de villa was flinke rookontwikkeling. Ondanks de felle kou lukte het de dappere mannen om de bovenverdieping te sparen. De oorzaak van de brand werd gezocht in het gloeiend rood stoken van twee grote kachels, zowel beneden als boven. Door de vorst was de hele omgeving van de villa en de straat een ijsbaan geworden. De gemeentewerkers waren al vroeg in de weer om zand te strooien.
De Opperbrandmeesters ofwel commandanten van het korps vrijwillige brandweer Laren:
1928-1953: P. v.d. Brink
1953-1968: P. de Man
1968-1978: N. v.d. Brink
1978-1979: T.G. de Boer (wnd)
1979-heden (2003): H.E. Kras
Op vrijdagavond 28 mei werd de eerste grote oefening gehouden door de gereorganiseerde Larense Brandweer. Om twee minuten voor half acht werd telefonisch aan het politiebureau brand gemeld. De dienstdoende agent van politie seinde middels de brandalarmeerinrichting dat er brand was bij aanwijspaal 89. Drie minuten later arriveerde de eerste brandweerlieden met maximum snelheid op de fiets en even later arriveerde de motorspuit. Al snel snorde de motor en werden twee stralen gericht op het denkbeeldige vuur in de Openbare Lagere School aan het Schoolpad …. Per minuut werd per straalpijp 1000 liter water gegeven. Geen wonder dat het schoolplein in een grote vijver was veranderd. De oefening/demonstratie werd o.m. bijgewoond door de burgemeester, wethouder Calis en de directeur van de gemeentewerken. Hoofdbrandmeester was de heer Van den Brink.
1930
In de nacht van dinsdag 28 op woensdag 29 januari stond het zoontje van de heer O.H. Aschmoneit in het politiebureau om te melden dat er brand was in hun villa aan de Melkweg. Agent Siep ging meteen de brandweer alarmeren en in korte tijd was de motorbrandspuit bestuurd door de heer K. van Amersfoort op de Melkweg. Het bleek dat het dak van villa De Muis in lichter laaie stond. De vlammen hadden een gemakkelijke prooi aan het rieten dak en een groot deel was al verbrand toen de brandweer arriveerde. De villa brandde tot de grond af. Volgens de opperbrandmeester was de melding ook veel te laat gekomen. De familie Aschmoneit werd in de slaap door brand verrast. De consternatie was zo groot dat de heer Aschmoneit totaal overstuur raakte en zijn fiets niet wist te vinden om naar het politiebureau te gaan om de brand te melden. Daarom stuurde hij één van zijn kinderen. Het kind was lopend wel zo’n tien minuten onderweg en dat was allemaal verlies van tijd. Volgens de heer Van den Brink was de rode gloed van de brand te zien op het Oosterend. Met grote moeite zijn de kinderen van de familie Aschmoneit in veiligheid gebracht en voorlopig ondergebracht bij wethouder Calis.
1932
Op donderdag 11 augustus was er brand uitgebroken in de boerderij van H.Th. van den Brink aan het Zevenend 43. Ook nu weer was de brandweer snel ter plaatse. Van den Brink was zelf niet thuis, hij was een half uur eerder naar het land gegaan. Zijn vrouw ontdekte de brand en rende naar buurman St. Willard. Die alarmeerde telefonisch de brandweer. Toen de brandweer arriveerde stond de hooiberg van onder tot boven in lichter laaie. Even dreigde een grote wagen met grind die precies op een brandput stond, roet in het eten te gooien. De chauffeur wilde wel wegrijden, maar de motor sloeg niet aan. Met vereende krachten is de wagen weggeduwd zodat de put vrijkwam en de slangen konden worden aangesloten. Met vier stralen werd de brand aangepakt. Van Amersfoort liet de brandspuitmotor op volle kracht draaien. Ondertussen vrat het vuur al aan de kap van de hooiberg en dreigde de brand over te slaan naar het dak van de boerderij. De heer Van den Brink vroeg de burgemeester of hij assistentie wilde vragen bij de Hilversumse brandweer. Hij was bang dat ze het niet zouden redden. Een politieman ging naar het St. Janskerkhof om daar de Hilversumse motorspuit op te vangen en de weg te wijzen naar de brand. Na ongeveer een kwartier was de Hilversumse brandweer op de plaats van de brand gearriveerd en zette er een vijfde straal bij ….. Het naast gelegen dak van de horlogemaker M.B. van Baars, dat ook al vlam had gevat, werd bespoten en met brandzeilen afgedekt. De wind verspreidde een massa vonken en stukjes brandend hooi, zodat men ook de hooibergen van Kool en het rieten dak van J. Campman bedekte met brandzeilen. Het hele personeel van Campman zat op het dak om de neerdwarrelende stukjes vuur meteen te doven. De brandweerman Jan Majoor kreeg een vallend stuk nokvorst op zijn hoofd. Dit was de eerste keer dat een brandweerman tijdens het blussen werd getroffen. De deel en de stal van de boerderij waren een ruïne, de schuur en inventaris was geheel verloren en wat over was van het hooi was onbruikbaar.
1936
Toen dokter Keeman zijn auto op 27 oktober aan de Houtweg startte, vloog de motor in brand. Dokter Keeman stapte snel uit en probeerde, samen met de familie van de patiënt waar hij op visite was geweest, de brand met zand te blussen. Toen de brandweer arriveerde was de hele auto al uitgebrand.
1937
Donderdagavond 18 februari werd de brandweer gealarmeerd voor een brand in de garage van de familie Kochius aan de Herdersweg 20. De garage deed geen dienst als garage, maar als een klein woonhuisje voor de Duitse dienstbode. De dienstbode had waarschijnlijk wat goederen te dicht bij de kachel geplaatst, zodat die vlam hadden gevat. De garage, de inboedel en 200 gulden aan spaarcentjes gingen verloren. De politie stelde een onderzoek in.
1938
Op 28 april werd de brandweer in de nacht gealarmeerd voor een brand aan het Kostverloren. Daar stond het atelier van Frans Langeveld in brand. De nachtwaker Stam had de brand ontdekt en alarmeerde de brandweer. De brandwacht drong het huis binnen en schreeuwde dat er brand was. Frans Langeveld, die daar lag te slapen, schrok wakker van de brandwacht die in zijn slaapkamer riep dat er brand was. Hij wilde zich aankleden, maar de brandwacht gaf hem hiervoor geen tijd omdat de vlammen snel om zich heen grepen. “Voor ik het goed besefte”, vertelde Langeveld, “stond ik in mijn nachtkleding buiten”. Inmiddels was de brandweer met vijf stralen op de motorbrandspuit het vuur te lijf gegaan, dat in het atelier was ontstaan. Een half uur nadat de brandweer was gearriveerd, was het hele atelier en het aangebouwde woonhuis een prooi van de vlammen. Er kon vrijwel niets worden gered, zo’n 25 schilderijen en kunstvoorwerpen gingen verloren. Omtrent de oorzaak van de brand was niets bekend.
1940
Zondag 22 mei brak er brand uit in de woning van de familie Machielse aan het Berkenlaantje, terwijl de familie naar de kerk was. Buurkinderen ontdekten dat er rook uit het rieten dak kwam. Direct werd de politie gebeld en al spoedig was de brandweer ter plaatse.’t Was een ongunstig moment, want de meeste brandweerlieden zaten in de kerk. Gelukkig was een compagnie soldaten in de buurt onder leiding van een luitenant en deze militairen hebben, samen met de buren, de inboedel van de familie Machielse in veiligheid gebracht. Dat is voor een groot gedeelte gelukt, de rest van de inboedel kreeg flinke waterschade. Voordat de brandweer arriveerde waren de buren al aan het blussen met een tuinslang. Het vuur was spoedig geblust en om verder brandgevaar te voorkomen werd het rieten dak aan één kant van het dak getrokken. De familie Machielse (vader, moeder en dertien kinderen) werd bij de buren ondergebracht.
1941
Zaterdagmorgen 30 augustus ontlastte zich een hevig onweer boven Laren. Daarbij sloeg de bliksem in bij de familie Van Gogh aan het Rozenlaantje 12. De bewoners hadden niets gemerkt, tot de buren rook uit het dak zagen komen en meteen de brandweer belden. Die was in enkele minuten aanwezig met de motorbrandspuit. Het bleek dat de vliering in brand stond. Een moeilijke plaats om te blussen, maar natuurlijk lukte het de brandweer om de brand te bestrijden. Toch konden ze niet voorkomen dat de hele rieten kap verloren ging. Een groot gedeelte van de kostbare inboedel werd gelukkig gered. Wel was er ontzettend veel waterschade. De brandweer had kranig werk verricht.
1943
De avond van de 27e september was het gezin Horst (vader, moeder en zeven kinderen) wonende aan de Melkweg 20 net naar bed. Tussen half elf en elf uur lieten Engelse bommenwerpers die het industriegebied van Hamburg hadden gebombardeerd, hun overgebleven bommen los op Laren. Meestal gebeurde dat op zee. Bij de familie Horst viel een fosforbom op het huis. Deze ging dwars door het dak en de trap, naar de kelder waardoor meteen het huis in brand stond. De ouders en twee kinderen werden naar het ziekenhuis overgebracht. Vader Horst was zwaar gewond en overleed op 7 oktober. De brandweer had handen vol werk. Niet alleen op de Melkweg, maar ook elders in Laren vielen fosforbommen. Hierdoor werden de boerderijen van Majoor aan de Kloosterweg en van de zoon van wethouder Calis aan de Melkweg door brand verwoest. Op de Beijemansweg vielen brisantbommen.
1947
Dit jaar waren er drie grote ‘villa-branden’. Op 26 april stond de houten villa die pater Wehl bewoonde achter villa Sonnewijck aan de Torenlaan in brand. Er werd assistentie gevraagd aan de brandweer van Blaricum. De houten villa was niet te redden, maar het hoofdgebouw kon behouden worden. Ondertussen hadden padvinders van Raboes geholpen de inboedel van de familie Breman van villa Sonnewijck te redden. De inventaris van de kapel, waarin de schilder Co Breman zijn atelier had gevestigd, ging totaal verloren.
In de nacht van 6 op 7 juni ging de villa van de familie Roelants aan de Rijksweg/hoek Derkinderenlaan in rook op.
Zaterdag 2 augustus brak er brand uit in villa Wester-Eng aan de Drift, de villa die in de oorlog zo bekend is geworden. Toen de brandweer arriveerde sloegen de vlammen uit het rieten dak. Het uitrollen van de slangen was snel gebeurd, maar toen de brandweer wilde blussen bleek er te weinig waterdruk te zijn. Tot overmaat van ramp begaf ook de pomp op de brandspuit het. Met man en macht werd de inboedel naar buiten gebracht. Er werd assistentie gevraagd aan de brandweer van Hilversum. Voor de exploitanten, het echtpaar Overeem dat hier een rusthuis runde, was het een grote ramp. Ze hadden 36 mensen onderdak die allemaal elders moesten worden ondergebracht. De oorzaak van de brand was een lek in de schoorsteen.
1948
De brandweer moest uitrukken voor een brand in Kamp Laren. Een houten loods, midden in het kamp, stond in brand. Aangezien er veel houten gebouwen omheen stonden, greep het vuur snel om zich heen. De korpsen van Bussum, Hilversum en Huizen werd gevraagd assistentie te verlenen. Ook werden de militairen van de Palmkazerne gealarmeerd, om te voorkomen dat de gedetineerden het kamp zouden verlaten. Na een paar uur blussen, stortte de houten loods in onder een grote vonken regen.
Op donderdag 17 juni was het weer raak. Er was brand uitgebroken in de barak waar de wasserij en de kleermakerij waren gevestigd. Het vermoeden bestond dat het sabotage was. Ook nu werden de korpsen van Bussum en Hilversum om hulp gevraagd. Op 30 juli was het voor de derde keer raak. Voordat de brandweer er was, waren er twee agenten in burger aan de poort. Die werden niet binnen gelaten. Ook brigadier Geurts niet. Deze ging vervolgens bij sanatorium Hoog Laren burgemeester Van der Ven bellen. Deze arriveerde per taxi, maar werd eveneens de toegang tot het kamp geweigerd. Ondertussen had de brandweer de brand geblust.
1950
Vrijdagavond 30 juni werd de brandweer gealarmeerd voor een brand bij tapijtfabriek Willard aan de Cornelis Bakkerlaan. Door het warm lopen was een deel van een weefgetouw in brand geraakt. Het eigen personeel had de brand reeds gedoofd toen de brandweer arriveerde. De nieuwe brandspuit kreeg geen kans voor de eerste maal in actie te komen.
1953
Zaterdag 19 juni hield de brandweer demonstraties om te laten zien hoe vroeger een brand werd geblust. Ze deed dat in verband met haar 25-jarig bestaan.
Op het kermisterrein werd een klein boerderijtje gebouwd dat in brand werd gestoken en geblust met een oer-oude brandspuit en een pomp met een groot vat ernaast.
1954
Maandag 10 mei moest de brandweer uitrukken voor een brand in een villa aan de Engweg 21. De vlammen sloegen uit het rieten dak. Zowel de grote als de kleine babyspuit werden ingezet en de PWN verhoogde de waterdruk. Onder de brandweerlieden waren ook rietdekkers. Die liepen net zo makkelijk over het dak, als een ander op de grond. Het blussen was een zwaar karwei, maar het dak kon deels worden gered.
1959
Woensdag 21 oktober werd er brand ontdekt in de bakkerij van de Coöperatie Helpt Elkander aan de Molenweg. In de bakkerij was niemand aanwezig, één medewerkster was op kantoor. Het vuur bleek te woeden op de zolder waar meel en papier lag opgeslagen. De brandweer presteerde het de brand in 20 minuten te blussen. De vermoedelijke oorzaak was de grote trek van de schoorsteen, waarvan de dag ervoor het rookkanaal was schoongemaakt. Door de schade kon er voorlopig geen brood worden gebakken.
1960
Zaterdag 30 april was er brand ontstaan in de boerderij aan de Zevenenderdrift waarin de caravanfabriek van de heer J. Blanken was gevestigd. Rut Majoor zag vlammen uit het lage gedeelte van het dak komen. Hij trachtte met scheppen zand het vuur te doven. Overbuurman Duurland kwam met een schuimblusser assisteren. De snel gearriveerde brandweer hoefde alleen nog de smeulende restanten te blussen. De oorzaak was misschien een achteloos weggeworpen sigarettenpeuk van een voorbijganger.
1963
Vrijdag 26 april werd de brandweer gealarmeerd voor een brand in de automatiek van Hotel De Hertenkamp aan de Stationsweg. De brand was ontstaan door een vastgelopen thermostaat die de olie oververhitte. Ongeveer 5 kilo patat ging verloren.
1964
Zaterdag 16 mei was er brand in de kapitale villa van de familie Schrijver aan de Drift 21. Toen de brandweer arriveerde sloegen de vlammen al door het dak. Na verkenning bleek dat de kap van binnen zeer fel brandde. Er werd een nevelstraal opgezet die later werd vervangen door een lage druk straal. De brand werd in totaal met 9 stralen aangepakt. De oostelijke vleugel van het huis was niet te redden. De inboedel werd gered en de kunstvoorwerpen werden zolang opgeslagen in het Singer Museum.
1965
Op 29 september rukte de brandweer uit voor een binnenbrand in de boerderij van Hein Smit aan het Wagenpad. Opgeslagen hooibalen van de fa. Van der Wardt waren in brand gevlogen. Twee jongens van 11 jaar bleken de daders te zijn. De schade bedroeg 3000 gulden.
1966
Zondagavond 27 maart sloeg tijdens een kort maar hevig onweer, de bliksem in de grond naast de ingang van het LVV terrein. Er ontstond een gat in de grond van ruim een meter doorsnede, waardoor er straatklinkers werden weggeslingerd. Bij vijf woningen aan de Slangenweg werden de ruiten vernield en vielen het licht en de telefoon uit. De brandweer heeft meegeholpen met het dichtmaken van de ramen met hardboard, zodat de koude straffe wind niet door de huizen blies.
1967
Maandag 17 juli stond de auto van de heer Bouman bij de vuilnisbelt aan de Gooiergracht in brand. Zijn zoon kwam met de auto de belt oprijden en reed door een hoop brandend afval, waardoor de banden van de auto begonnen te branden. Eer de brandweer was gearriveerd, stond de hele auto in brand en viel er niets meer te blussen.
1968
In de nacht van 14 op 15 april (eerste Paasdag) ging de Boerenhofstede van de heer H. Duurland geheel verloren. Het rieten dak was kurkdroog, waardoor het vuur snel om zich kon grijpen. De brandweer kreeg assistentie uit Hilversum. De woning en werkplaats van de Gebr. Ruitenbeek aan de overkant werden goed nat gehouden. In heel Laren vond men de volgende morgen verkoold riet dat door de wind was meegevoerd.
Op 8 november werd de brandweer gealarmeerd voor een uitslaande brand in het Lumière Theater. De brand was zo fel dat er assistentie werd gevraagd aan de brandweer van Blaricum. Er werd voor tonnen schade aangericht, over de oorzaak tastte men in het duister.
1969
Op 28 augustus sloeg de bliksem in een perceel aan De Noolen, dat bewoond werd door de dames Van Houten. Er ontstond direct brand. De brandweer was snel ter plaatse en begon meteen de rietenkap te blussen. De benedenverdieping en de inboedel bleven gespaard. Wel was er erg veel waterschade.
Op 29 September werd de brandweer gealarmeerd voor een uitslaande brand aan de Vredelaan 31. Terwijl de bewoners, de familie Foks, in Portugal verbleven, was er brand ontstaan door werkzaamheden aan de dakgoot. De schilders waren de dakgoot aan het afbranden en daar is waarschijnlijk iets mis gegaan. Na een goed uur was de brandweer de brand meester. De zolderverdieping en het rieten dak brandden af. Het meubilair en de kostbare schilderijen werden naar buiten gebracht. Tegen de schilder is proces verbaal opgemaakt.
1970
Dinsdag 9 juni 1970 werd de brandweer gealarmeerd voor een binnenbrand aan de Nieuwlarenweg 2, bewoond door de familie Willard. De kinderen hadden op zolder gespeeld, vermoedelijk met lucifers, want de rook kwam door het pannendak en het zolderraam. De brandweer was snel ter plaatse en had de brand snel bedwongen. De familie Willard heeft voorlopig onderdak gekregen bij familieleden.
1971
In de oudejaarsnacht van 1970/1971 is het houten clubgebouw van de Parcival padvinders aan de Eemnesserweg uitgebrand. De feestende jongens en meisjes van de Parcivalgroep zochten in allerijl een veilig heenkomen. De bovenverdieping brandde geheel uit. De brandweer kon uitbreiding van de brand voorkomen. Er was duizenden guldens schade.
Dinsdagavond 26 januari 1971 stond Cees Snoeij aan de Molenweg te lassen. De vonken vlogen rond en kwamen in wat losliggende rommeltjes terecht die begonnen te branden. Snoeij probeerde een en ander nog te redden, maar in een oogwenk stond alles om hem heen in brand. De gealarmeerde brandweer was snel ter plaatse en had het vuur vrij spoedig onder controle. Het nablussen duurde echter wat langer. Snoeij, bekend van TV van onder andere Zeskamp, zag veel van de gemaakte werken verloren gaan. De totale schade werd op enkele tonnen geschat. Het pand, de kostbare foto uitrusting, boeken etc., zijn allemaal verloren gegaan.
Vrijdag 3 september 1971 was de Bistro-bar ‘”t Laer”, nu restaurant De Vrije Heere, aan de Naarderstraat een prooi van de vlammen. De 18e eeuwse boerderij zou binnenkort geopend worden. De brandweer die zeer snel aanwezig was, werd geassisteerd door de brandweer van Blaricum. De oude boerderij van Stef Bakker zou ook een vijftal boetieks gaan herbergen. De bouw was nog niet klaar. De oorzaak van de brand was niet bekend.
1972
Zaterdag 24 maart moest de brandweer in actie komen voor een brandje bij de Chemische Fabriek A.P.I. (Amsterdamse Plastic Industrie) aan de Caliskamp. Twee achtjarige knaapjes hadden brand gesticht in een aantal balen verpakkingsmateriaal. De brandweer was zo snel dat de brand geen kans kreeg om zich heen te grijpen.
1973
1e Paasdag 1973 stond het rieten dak van een villa aan de Wally Moesweg in brand. Oorzaak was het aansteken van de open haard. De vonken waaiden over het dak. De brandweer was er snel bij, maar kon niet verhinderen dat het hele dak verloren ging.
1974
Donderdag 21 maart legde een flinke brand de zolder van het gemeentehuis in de as. Om zoveel mogelijk schade te voorkomen werd een groot deel van het meubilair in veiligheid gebracht. Zelfs burgemeester Elzen liep met stoelen te sjouwen over de trappen. De brandweer wist de brand snel te blussen.
1975
Zondag 26 september ontstond door blikseminslag brand in het rieten dak van een villa aan de Vredelaan. De brandweer was er snel bij zodat de brandschade beperkt bleef. Veel erger was de waterschade, waardoor een complete stereo-installatie ter waarde van 5000 gulden verloren zou zijn gegaan. Dit werd echter door wnd. Commandant T.G. de Boer tegengesproken. Hij vroeg zich af hoe de krant aan die 5000 gulden schade kwam. De woning stond al langer dan een half jaar leeg, terwijl voor het doorlekken een zeil was neergelegd. Voor het eventueel doorregenen was een stuk plastic om de schoorsteen gebonden. Waar komen dan zulke geruchten vandaan? Terwijl de brandweer zulk goed werk levert.
1977
Vrijdag 25 februari werd brand gemeld in het zusterhuis van het St. Jan ziekenhuis. Eén van de verpleegsters had een kaars op een sierkussen gezet. Na enige tijd was ze in slaap gevallen en had niet gemerkt dat de kaars was omgevallen. Al was de brandweer snel ter plaatse, ze kon toch niet voorkomen dat er wat meubilair flink werd beschadigd.
1978
april 1978 bestond de brandweer 50 jaar. Uit: Lezers aan de schrijftafel.
Hulde aan de brandweer van Laren! Het was net een film. De schoorsteen van ons pasgebouwde huis stond goed in de brand. Paniek! Gauw een telefoontje naar de brandweer. Binnen een mum van tijd kwamen de brandweermannen overal vandaan. Gelukkig viel alles nogal mee. Maar van één ding zijn we overtuigd: de inwoners van Laren kunnen op de Larense brandweer rekenen als er werkelijk snelle hulp nodig is. Alle hulde en bedankt brandweer van Laren.
Fam. Wiegers
November 1978 werd de kapitale villa van staatssecretaris Beyen aan de Steenbergen in de as gelegd. De brandweerkorpsen van Laren, Blaricum en Eemnes werkten als paarden, maar er was niets meer te redden. De schade bedroeg 2 miljoen gulden. Oorzaak was kortsluiting in een schemerlamp.
1979
Dinsdag 6 februari werd de brandweer gealarmeerd voor een uitslaande brand in een kapitale villa aan de Van Beeverlaan. De brandweer ging doortastend te werk en wist zelfs het rieten dak grotendeels te redden. De Blaricumse brandweer werd ter assistentie gevraagd, maar toen ze arriveerde hoefden ze al niet meer in actie te komen. De schade bleef redelijk beperkt.
1980
10 augustus werd de brandweer gealarmeerd voor een uitslaande brand aan de St. Janstraat. In het pand van antiekhandel Distelblom was brand uitgebroken. De heer G.J. Distelblom liep brandwonden op en moest met spoed naar het Brandwonden Centrum in Beverwijk gebracht worden. De brandweer was snel ter plaatse en had het vuur in twintig minuten onder controle. De brand trok veel belangstelling en daar hadden de brandweermensen erg veel last van. Van het interieur bleef niets over.
Op 22 augustus kwam de melding bij de brandweer binnen dat bij veehouder Smit aan het H. Valkenburglaantje een barende koe in een voormalige gierkelder was terechtgekomen. Met vereende krachten en met behulp van balken die onder het koeienlijf werden geschoven, werd de koe op het droge gebracht. Zodoende verliep de bevalling nog vrij vlot. Door de peetouders ( de brandweerlieden) werd het pasgeboren kalfje “Krasje” genoemd.
1981
Op 1 januari brak brand uit in een villa aan de Torenlaan 47. Het rieten dak brandde in korte tijd volledig af. De brandweer was na ruim een half uur blussen de brand meester. Er was flink wat waterschade.
Op maandag 12 januari brak door onbekende oorzaak brand uit in restaurant De Vrije Heere. Doordat de brandweer snel ter plaatse was en er weinig wind stond, vielen slechts een deel van het rieten dak aan de achterzijde en een bovenzaaltje ten prooi aan de vlammen. Het restaurant werd tijdelijk gesloten.
Op 22 februari was er weer een uitslaande brand. Dat was in de villa aan de Drift 21. En weer stond een rieten dak in brand. Dankzij het snelle ingrijpen van de brandweer ging alleen het rechterdeel van de villa grotendeels verloren. De oorzaak was niet bekend. Mogelijk was er weer een pyromaan aan de gang.
Maandag 9 november meldde een bewoner een brand met: “De keuken brandt en ik heb een rieten dak”. De oude boerderij, hoek Oosterend/Oud Laren stond in vuur en vlam. En hoewel de brandweer er supersnel bij was kon er niets meer gered worden.
Er woonden drie gezinnen in de boerderij. De families Van de Water, De Ruiter en Sertons. Gelukkig vonden zij voorlopig onderdak bij buren en familie. De schade van de brand werd geschat op een paar ton. Ook hier was de oorzaak onbekend. De boerderij werd afgebroken.
1983
De 8e februari brak ‘s nachts brand uit in de platenzaak van Johan Calis aan het Zevenend. De brandweer was snel ter plaatse en had het vuur na een kwartier al onder controle. Een grote hoeveelheid platen en cassettebandjes ging verloren. De schade was ruwweg een ton.
1984
In de nacht van zondag 15 oktober werd de brandweer gealarmeerd voor een uitslaande brand bij de firma Van den Brink aan Oud Laren. Daar stond een loods met houtopslag in brand. De buren waren wakker geworden van het springen van de dakpannen door de hitte en hadden direct de brandweer gebeld. De brandweer was er snel bij en had het vuur vlot onder controle.
1985
In dat jaar werd de brandweer tien keer gealarmeerd voor een kleine binnenbrand en tien keer voor een kleine buitenbrand. Zes keer werd een schoorsteen geblust en in dat jaar waren vijf auto’s door brand vernield.
1986
Op 31 oktober brak brand uit aan de achterzijde van Kegelbaan Boslust aan de Eemnesserweg waardoor veel schade ontstond.
Zes maal stond een auto in brand en negen keer rukte de brandweer uit voor een bos- of heidebrand. Zeventien keer was het echter loos alarm.
1987
Op 14 januari werd de brandweer gealarmeerd voor een schoorsteenbrand aan de Houtweg 10. Dus rukte zij uit met één wagen. Daar aangekomen zagen ze al vlammen uit het rieten dak komen. Onmiddellijk werden de rest van de collega’s en de brandweer van Blaricum ingeschakeld. De brandweerlieden hadden te lijden van de snijdende koude en harde wind die tevens het vuur aanwakkerde. Brandweerman Gerard Willard had de pech om tijdens het blussen van het dak te vallen. Hij werd met verwondingen aan heup en elleboog afgevoerd naar het St. Jan ziekenhuis. Ondanks het harde werken van de brandweerlieden ging het hele rieten dak verloren.
Vrijdag 3 april stond bij de circustent van Boltini op het kermisterrein een vuilniswagen in brand. Door het snelle blussen van de brand door de Larense brandweer kon de volgende dag toch een circusvoorstelling worden gegeven.
Op 20 september brak brand uit door blikseminslag in het clubhuis van LVV aan het Schuilkerkpad. De bliksem was ingeslagen in de afzuigkap van het keukengedeelte. De brandweer stortte zich met 35 man op de brand, waarvan tien met een persluchtapparaat en wist de brand vrij snel te blussen.
1988
Op zaterdag 7 mei werd de brandweer gealarmeerd voor een uitslaande brand aan de Hoefloo 21. De bewoners zaten in de tuin en waren van plan om te gaan barbecuen. Plotseling zagen ze vlammen uit het rieten dak komen en belden meteen de brandweer. Omdat het een rieten dak betrof werd ook de assistentie van Blaricum ingeroepen. En een groep brandweerlieden van het Larense korps dat in Huizen meedeed met wedstrijden werd ook teruggeroepen. Met man en macht werd het vuur bestreden. Het mocht echter niet baten. De villa ging geheel verloren. Er werd door veel toeschouwers huisraad naar buiten gebracht, op die manier was er nog iets gered. De beide brandweerlieden Bon raakten licht gewond. De één trapte in een spijker en de ander gleed tijdens het blussen van het dak. Hij klaagde over pijn in de rug. Hoe de brand is ontstaan was niet duidelijk. Er werd een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de brand.
1989
Op 1e kerstdag, 25 december, brak brand uit in het restaurant Au berge de la Provence. Tijdens de voorbereidingen voor het kerstdiner vloog een afzuigkap in de keuken in brand. Het vuur sloeg over naar het rieten dak en toen was er geen houden meer aan. De inmiddels gearriveerde brandweerkorpsen van Laren, Blaricum, Hilversum en Bussum werkten als paarden. Er deden zich gelukkig geen persoonlijke ongelukken voor. Van het restaurant was niet veel overgebleven. De wijnkelder en het restaurantgedeelte aan de zijde van de Westerheide waren in tact gebleven. De omvang van de schade was in een eerste schatting anderhalf miljoen gulden.
1990
Maandag 13 augustus wilde de zoon des huizes, wonende in het pand Ericaweg 5, een wespennest uitroeien door er butagas in te spuiten. Met een stofzuiger wilde hij de dode wespen dan opzuigen, maar door de vonken van de motor van de stofzuiger stond binnen enkele seconden de woning in lichter laaie. De zoon wist zich gelukkig snel in veiligheid te stellen en belde meteen de brandweer. Die was spoedig ter plaatse, maar kon niet verhinderen dat de bovenverdieping van de woning grotendeels door brand werd verwoest.
1991
Op 4 december legde een felle brand de bovenverdieping van het pand St. Janstraat 27 gedeeltelijk in de as. De brandweer kon voorkomen dat de brand oversloeg naar de buren. Het vuur was ontstaan na het vastbranden van een stukje dakbedekking. De woning liep brand- en rookschade op aan zolder, balkon en dakkapel.
1992
Op 9 september brak brand uit in een woonboerderij met autoshowroom van de firma A.A.Cars aan de Torenlaan. De brandweer was snel ter plaatse, het was voor hen eigenlijk even om de hoek, en met 30 man van de korpsen Laren en Blaricum werd de brand bedwongen. Het rieten dak ging grotendeels verloren. Het pand was nog in aanbouw en was bijna gereed voor gebruik. Het nablussen heeft nog enige tijd geduurd. De oorzaak van de brand was niet bekend. De schade bedroeg enkele tonnen.
1993
Op 2 juni is een 10-jarig jongetje ternauwernood aan de dood ontsnapt. Toen hij in de schuur achter het huis aan het Klooster 18 met een brandend olielampje naar iets zocht en daarbij op een gasfles ging staan, hoorde hij een sissend geluid. De jongen schrok, liet het olielampje vallen en rende de schuur uit. Een paar seconden later knalde de schuur uit elkaar en vloog in brand. Een kat die in de schuur lag te slapen overleefde de klap niet. De brandweer wist de puinhoop snel te blussen.
1994
Op 1 juni stond het clubgebouw van Scouting Raboes in brand. De brandweer was snel ter plaatse en wist het vuur in korte tijd te blussen, maar desondanks was de schade enorm. Veel spullen zijn verloren gegaan bij de brand, waaronder enkele oude logboeken.
1996
Een vrachtwagen van de firma Schotten uit Zoetermeer, beladen met boter en andere zuivelproducten, raakte rond half zes in de ochtend van 5 november in de problemen op de A27, doordat een band van de trekker leegliep en begon te roken. Toen de chauffeur zijn wagen op de vluchtstrook zette, tussen het knooppunt Eemnes en de afrit Hilversum vatte de band vlam. Een poging van de chauffeur om de brandende velg te blussen mislukte, zodat het vuur zich over de lading van de wagen verspreidde. Dat gaf ontzettend veel rook en stank.
De Larense brandweer rukte uit met de nieuwe brandweerauto. Tot het middaguur is men aan het blussen geweest. Er was een kilometers lange file ontstaan die tot Naarden reikte. Door de hitte was ook het asfalt van de weg gaan branden. Toen dat gerepareerd was, was het onderhand 15.00 uur en kon het verkeer weer normaal doorgang vinden. De schade aan de wagen met inhoud werd geschat op 5 ton.
1997
Op 27 juli verleende de brandweer assistentie bij de enorme brand in het scholencomplex Bijvanck in Blaricum. De school werd volledig in de as gelegd.
1998
Op 21 februari brak brand uit in de keuken van Toko Jadi aan de Torenlaan. Door een vlam in een wok met olie kwam een deel van de brandende olie op de vloer, waardoor de brand verder over de vloer ging. De brandweer kwam snel van de overkant gerend en wist tijdig in te grijpen, zodat de schade beperkt bleef.
1999
Op 30 maart werd de brandweer ‘s avonds gealarmeerd voor een korte maar hevige brand in de dameskleedkamer van de Hockeyclub Laren. Volgens brandweercommandant Kras was de brand om een uur of elf ontstaan, “Het was even hevig”, volgens Kras. Over de schade wist men niets te zeggen. De spullen van de Dames 1 lagen er in, te weten kleding en trainingsspullen. De vereniging was tegen brandschade verzekerd.
2000
Op 24 december heeft in de nacht van zaterdag op zondag een brand het theehuis ‘t Bluk verwoest. De brand was wat laat gemeld. De brandweer kon alleen nog maar nablussen. Omdat in de directe omgeving van het theehuis geen waterputten zijn, was de brandweer aangewezen op twee eigen tankwagens. Later kwam nog assistentie van Hilversum met een derde tankwagen. Uiteindelijk lukte het om water te halen vanaf de Goyergracht. Van het theehuis was niets meer over. Het pannendak was ingestort en in het gebouwtje stond geen muur meer overeind. Wat de oorzaak van de brand was, was niet bekend.
2001
Op 27 april was de rijksweg A27 ter hoogte van Laren enige tijd afgezet, omdat een busje in de brand stond. Er werden vaten olie en benzine met het busje vervoerd en men vreesde voor ontploffing.De brandweer heeft de autobrand geblust. De vaten zijn gelukkig niet tot ontploffing gekomen.
2002
Op 8 mei brandde het Restaurant Mauve aan de Brink volledig af. Het vuur was ontstaan in een frituurapparaat. Kort daarna stond het hele restaurant in brand. De brandweer was zeer snel ter plaatse. Al snel was te zien dat het historische pand niet meer te redden was. De brandweer deed zijn uiterste best met het blussen en hield de omliggende gebouwen nat. De kunstcollectie werd grotendeels gered. Toch gingen tientallen schilderijen verloren. De brandweer is nog heel lang bezig geweest met het nablussen.
Feesten
Een belangrijk onderdeel van het brandweerkorps is het sociale gebeuren. Op dinsdagavond wordt er in de brandweerkazerne gekaart, maar talrijk zijn ook de feesten en gezellige avonden die door de brandweer worden georganiseerd. Het is bijna een echte familie, zo lijkt het als je de verbondenheid van de Larense korpsleden en hun echtgenoten signaleert. Bij huwelijken verschijnen de brandweerlieden in vol ornaat en bij het zien van Abraham wil het ‘brandpreventje’ regelmatig opduiken voor de gevel van de woning van de jarige.
Wedstrijden
Belangrijk onderdeel voor de Larense brandweer is de deelname aan wedstrijden. Deze brandweerwedstrijden worden nog steeds gehouden in het hele land. Laren werd vaak kampioen. De prijzenkast in de kazerne is daarom ook rijkelijk gevuld.