Klooster, Melkweg, Heideveldweg
Regelmatig worden we ‘ergens in het dorp’ aangesproken over de inhoud van het Kwartaalbericht. Het doet ons goed complimentjes te ontvangen maar we houden ook een luisterend oor voor op- en aanmerkingen. Zo bracht Rob Schaapherder (geen familie van HS) ons fijntjes in herinnering dat hij al lange tijd onze rubriek ‘mijn oude buurt‘ mist en voorkeur heeft voor de iets jongere geschiedenis van ons dorp. Terechte kritiek waar we onmiddellijk op reageren, beginnend met… de buurt en geschiedenis van Rob Schaapherder.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 142 [2017-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Gerda Meulenkamp & Hans Schaapherder
Mijn oude buurt
Rob en Rita Schaapherder-Machielse wonen sinds hun huwelijk, 45 jaar geleden, op de vijfsprong die wordt gevormd door de Melkweg, de Heideveldweg en het Klooster, precies tegenover de plek waar Rob op 4-8-1948 werd geboren: Klooster, nummer 1. Voor bijna 70 jaar geschiedenis over deze buurt zijn we bij Rob dus aan het juiste adres. Gezelligheid is troef en Rob vertelt ons uitgebreide verhalen, anekdotes, observaties en kwajongens-avonturen. Zoveel dat we eerlijk gezegd behoorlijk in dit artikel hebben moeten schrappen om het enigszins leesbaar te houden.
Rob is de op-een-na jongste uit een gezin met 5 jongens. Vader Schaapherder had een groothandel in bloemen en nam de jonge Rob vaak mee op zijn vele bezoekjes aan de bloemenveiling in Aalsmeer. Rob’s Opa, Dirk Schaapherder, zat ook al in de bloemen en had samen met Jan Calis de bekende bloemisterij ‘Schaapherder & Calis’ op de Jordaan (tegenwoordig ‘de Gouden Ton’) opgericht. Een door Willem van Nieuwenhoven – in opdracht – geschilderd portret van Dirk Schaapherder hangt prominent in Rob’s woonkamer. Opgroeien tussen de bloemen vormde een groene basis waar Rob later in zijn leven nog veelvuldig gebruik van heeft kunnen maken.
HET KLOOSTER LEVEN
De buurt waar Rob opgroeide – en waar hij ook na zijn huwelijk met Rita bleef wonen – bestond in de jaren vijftig aan de kant van de Melkweg en Heideveldweg nog grotendeels uit weiland, waarop gerst werd verbouwd. Vanaf het kruispunt keek je zo – over het prikkeldraad – over het land van boer Arie Kool. Begin jaren zestig heeft hier nog lange tijd een vrachtauto (“een Volvo Titan!”, roept Rob enthousiast) van Mercurius golfkarton uit Soest gestaan, waarschijnlijk in beslag genomen voor botersmokkel vanuit België.
Op het eerste driehoekje dat wordt gevormd door de Melkweg, de Heideveldweg en de Oude Kerkweg ligt een drie-onder-een-rietenkap-woning die bekend staat als ‘TECA’. Hier zat onder andere het bedrijf van T(h)Eo CAlis – ook wel ‘Theo Kalf’ genoemd – dat zich had gespecialiseerd in eikenhouten meubels. Theo en zijn zonen maakten de unieke meubels in overleg met de klant. Geen fabriekswerk, maar puur handwerk. Mijn man en ik (Gerda) hadden een ronde tafel bij hem besteld waarvan je het blad omhoog kon klappen. We hadden maar een kleine woonruimte dus het was heel praktisch. Het was puur eikenhout en loodzwaar. In die tijd woonde Joop Bus in de linkerhelft en Wim Middelaar in de middelste woning. In de loop der jaren is het redelijk lage pand meerdere malen verbouwd maar heeft het zijn charme weten te behouden, vooral sinds de huidige bewoner van de linkerhelft de hoge heg heeft verwijderd.
De tweede driehoek is als een ‘eilandje’ ingeklemd tussen de Melkweg, Oude Kerkweg en het Klooster. Er staan slechts 2 huizen, bekend als ‘’t Kruimeltje’. Volgens Rob heeft het die naam te danken aan het feit dat er in de loop der jaren vele uitbreidingen zijn geweest. De eerste eigenaar was dhr. De Groot van de Engweg – bekend van zijn transportbedrijf.
Rob is geboren op Klooster 1 en weet zich nog veel namen van andere bewoners te herinneren, zoals Bokhorst (3), Willem Kuijer (5), Van der Wardt (tapijt) en later familie Esseveld (7), familie Nijhof en later Jan de Jong (9), Willard (9A), Thijmen Kok (11), Van der Kamp (13) en op het hoekje bakkertje Huisman (15). Daarnaast, op de Kloosterweg, zat dan groenteboer Smit, waar Rob als zijn eerste baantje voor 1 gulden per week vakken moest vullen en flessen sorteren.
Tegenover bakkertje Huisman, wordt een derde driehoek gevormd door Klooster, Kloosterweg, Melkweg en Oude Kerkweg. Hier ligt de boerderij die een belangrijke rol in het leven van Rob heeft gespeeld. Eind jaren vijftig woonde Jac de Leeuw hier met zijn vrouw Lies Bon. Ook de broers Mijns en Huib Calis – en natuurlijk ‘Daatje’ – hebben hier nog jaren gewoond, liefdevol verzorgd door de familie Tinus Calis.
Als we de Melkweg nog iets verder volgen komen we op de hoek met de Caliskamp. Rob vertelt ons over Circus Knie dat ‘s zomers voorstellingen had op het weilandje achter de boerderij van Syme Majoor. Wim Bokhorst was de organisator, de entree koste maar een paar kwartjes en het ‘publiek’ zat op de houten fruitkratjes van groenteboer Mossel. De rest van het jaar graasde hier het paard van Jan Schenk, de voddenboer.
STRONTEN
Reeds op jonge leeftijd merkte Rob dat de agrarische activiteiten ‘zijn lust en leven’ waren zodat hij besloot om naast zijn opleiding ook werk op een boerderij te zoeken. Op een bordje stond “Dag. verse eieren” waarbij ‘Dag’ de afkorting was voor ‘Dagelijks’. Het werd zijn ‘motto’. Als iemand hem vroeg waar hij heen ging of was geweest dan was het antwoord steevast:
“Bij ‘Dag’ verse eieren”! Hij vond als knecht emplooi bij Jan van den Brink – ook wel ‘de korporaal’ of ‘de koolraab’ genoemd vanwege zijn grote handen. Op deze boerderij, hoek Zevenend en ‘t Paadje, leerde Rob melken, hooien, strooien en uitmesten van de stallen. Vooral het uitrijden van de mest – ook wel stronten genoemd – kon volgens Rob veel makkelijker en economischer door het gebruik van een tractor. En zo kwam de passie voor het gemotoriseerde voertuig in Rob’s leven. Zijn ogen beginnen te glimmen als hij over die tijd praat. De tractor is nog steeds een grote hobby en trots laat hij ons zijn antieke legergroene Fordson Major op de oprit zien.
In deze periode leert hij ook Rob de Roos kennen. De jongens delen hun hartstocht voor voertuigen en kopen oude legervoertuigen op de militaire basis in Soesterberg die ze opknappen en weer verkopen. Later werden dat ook andere rijksvoertuigen zoals de VW’s van de politie tot zelfs een helikopteraandrijving aan toe.
Na het behalen van zijn middenstandsdiploma volgde Rob’s eerste sollicitatie en hij werd aangenomen bij Mol delicatessen op de Zevenenderdrift. Ook naast deze vaste baan besteedt hij menig uur op de boerderij van Jac de Leeuw. En alsof dat nog niet genoeg is, neemt hij ook klussen aan als chauffeur. Zo komt Jan Levering van de Noolseweg in zijn leven. Het ‘chauffeuren’ bevalt Rob prima en hij verruilt zijn baan bij Mol voor een vast dienstverband bij Jan Levering. Volgens de etiquette van zijn vak houdt Rob natuurlijk alle ritten, personen en bezochte adressen vertrouwelijk. Na 7 jaar solliciteert Rob bij Van Meurs/SCA golfkarton in Bussum. Rob vertelde dat hij van de bloemistenfamilie ‘Schaapherder & Calis’ was en kreeg mede daardoor een baan als directiechauffeur: een droombaan want hij reed wel 100.000 kilometer per jaar naar/van Schiphol, de grote steden en tussen de verschillende Europese papierfabrieken. Ook gedurende deze zeventien jaar was Rob in zijn vrije tijd veelvuldig op de boerderij van Jac de Leeuw te vinden. Rob vertelt “dat hij net lekker bij Jac aan ‘t stronten was” toen zijn moeder belde dat hij per direct een Rolls Royce Silvercloud voor een klant naar Amsterdam moest rijden. Rob’s ideale wereld waarin hij de perfecte balans tussen het boerderijleven en de automobielwereld gevonden had! Rob noemt zichzelf een ‘rommelaar’ maar wist ook vele leuke klussen naar zich toe te rommelen. Zoals de verkoop van in Zuid-Nederland overtollige grotere maten schoenen (maat 47/48) aan de boeren met grotere voeten op de jaarmarkt in het Noordelijke Heerenveen. Of het ‘meeliften’ van zijn favoriete ‘bitte ein bit’ vanuit Duitsland waarmee hij zich binnen de carnavalsvereniging ‘de Geitenbreiers’ weer wist te manifesteren. Na Van Meurs volgden meerdere banen als chauffeur waaronder voor een klant op de Engweg waardoor hij op een gegeven moment zomaar náást Nelson Mandela stond! Eind jaren negentig is het werken als (privé)chauffeur echt voorbij en is Rob nog enige jaren werkzaam als suppoost in Singer. Inmiddels geniet Rob van zijn pensioen en is hij vaak nog actief bij de Sint Jansbroederschap.