De Brink: 250 jaar tussen vernieuwing en behoud (4)

De Brink: 250 jaar tussen vernieuwing en behoud (4)

In het vorig deel behandelden we eigenlijk de ontwikkeling van de Brink als kloppend dorpshart met een vorm van verstedelijking: een uitdijend hotel, onderwijsinstellingen en een uit de kluiten gewassen basiliek. De groei van Laren vereiste voorzieningen. Dit deel wordt vooral gekenmerkt door de aanslagen op de Brink die te maken hebben met de eisen van het verkeer. Maar ook de natuur zelf eist haar tol. We zagen reeds in voorgaande delen de Brink een gekoesterde plaats innemen en dat wordt gelukkig tot in onze tijd voortgezet.

De Brink deel 1 • De Brink deel 2 • De Brink deel 3 • De Brink deel 4

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 139 [2017-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Deel 4: Op de schop en toch behouden (1929-2014)

Jaap Groeneveld

anno 1929 – Iepziekte ruïneert de Brink
Al in 1923 wordt de iepziekte geconstateerd in de bomen op de Brink. Er worden zieke exemplaren tussenuit gehaald en er wordt geëxperimenteerd met bestrijding. Allemaal vruchteloos, zodat er niets anders op zit dan ze te rooien. Cornelis Vreedenburgh maakt van de nood een deugd en schildert die gebeurtenis in 1929. Iemand schrijft in “De Bel”: ‘de Brink is geruïneerd’.
De gemeente zag het al aankomen, want in 1927 ontwierp de Haarlemse tuinarchitect Springer een beplantingsplan voor de Brink. Dit hield eigenlijk een parkaanleg in met dertig verschillende soorten bomen en struiken in groepen. De Brink zou geen brink meer zijn geweest. B&W en P.B.J. Schiloo, directeur van Gemeentewerken, willen echter het karakter van de oude Brink handhaven. De schoonheidscommissie drukt het als volgt uit in haar advies: ‘De monumentaliteit van den Brink is o.i. grootendeels te danken aan het feit, dat een soort van boomen, welke rythmisch ten opzichte van elkaar zijn gesteld, aanwezig is. (…) Groepsgewijze beplanting (…) lijkt ons voor een herbeplanting van den Brink ten eenenmale onjuist.’

Cornelis Vreedenburgh, ‘Iepen rooien op de Brink in Laren, 1929’, olie op paneel, 25,5×18,5 cm (foto Zuydwal Veilingen).

anno 1930 – Plannen voor de Brink
In de gegeven situatie, een kale Brink met alleen nog enkele acacia’s bij de oude vijver, zouden aanpassingen voor het verkeer gemakkelijker zijn. Over de vrij smalle bestrating slingert nog de trambaan in te krappe bogen over de weg. Het drukkere verkeer eist bredere bestrating en een rechte kruising bij “t’ Bonte Paard”. Schiloo’s plan houdt verbreding in van de Torenlaan en de Stationsstraat, die een rechte kruising zullen vormen met de nog aanwezige smalle Rijksstraatweg, c.q. Naarderstraat. Hetzelfde geldt voor De Rijt. De Coeswaard zal deels gedempt en naar het midden van de Brink verplaatst worden. Het is de bedoeling dat het tramspoor rechtdoor langs de Brinkzijde naar de Torenlaan verlegd wordt zodat de slinger over de Brink en de Rijt verdwijnt. De Gooise Stoomtram, die al met motorwagens rijdt, voelt hier ook wel voor, maar wie gaat dat betalen?
B&W vinden de f 64.000 te veel voor de financiële toestand van de gemeente en willen het plan ruwweg halveren. Ze vragen om het te beperken tot het meest noodzakelijke, wat Schiloo doet. In de Gemeenteraad van 27 februari 1930 wordt erover gediscussieerd. Er zijn verschillende meningen: geheel beplanten, meer open plekken, andere bomen, minder opofferen aan het verkeer, de trambaan op De Rijt houden, etc…
Er worden 250 eiken geplant en op de kleine brink aan de Rijt 36 linden. De vijver schuift op, maar wordt in grootte beperkt. Hij wordt zo geplaatst dat de omliggende bebouwing erin weerspiegelt. Hij krijgt een bodem van asfalt, waardoor het waterniveau hoger wordt. De Van Wulfenbank wordt verplaatst. Er ontstaat een driehoekig pleintje met de gespaarde acacia’s voor Brink 1 en 3 (nu “Mauve”) door het rechttrekken van de kruising, maar de trambaan blijft liggen met zijn slinger over de Brink.

V.l.n.r.: Rosaschool, het zusterklooster, de Sint-Jansbasiliek en de pastorie, die zichtbaar zijn na de kaalslag van 1929 (coll. HK Laren).
Plan voor de verplaatste huidige vijver tussen de gespaarde bomen, noorden links. (Streekarchief, Hilversum). Het gearceerde deel is niet gerealiseerd.

anno 1931 – Einde Periode Hamdorff
In december 1928 verkoopt Jan Hamdorff zijn hotel aan G. Buurke, die zijn zoon J. Buurke er als manager in plaatst. Hamdorff drukte zijn bijzondere stempel op Laren als hotellier van een gerenommeerd hotel met kunstzaal, als stimulator van de kunst in Laren, als makelaar en een projectontwikkelaar avant la lettre, raadslid van 1896 tot 1923 en wethouder van 1927 tot zijn overlijden in 1931, de ‘ongekroonde koning van Laren’. Precies een jaar na zijn overlijden, op 9 augustus 1932, wordt ter herinnering aan hem op de hoek van de Brink en Klaaskampen in een indrukwekkende plechtigheid de “Jan Hamdorffbank” onthuld. Deze was vervaardigd door de beeldhouwer A. Remiëns naar een ontwerp van Jans neef, de architect Wouter Hamdorff. De heer Korthals Altes spreekt de wens uit: “Dat velen na dezen, mede door het aanschouwen van dit monument, Jan Hamdorff gedenken en hem nadoen in zijn groote deugd, namelijk zijn naasten liefhebben en in stilte de behoeftigen helpen”.

De “Jan Hamdorffbank” (foto auteur).

anno 1940 – De stoomtram keert terug
De inmiddels Gooische Tramweg Maatschappij is in 1939 overgegaan op busvervoer. Het tramnet wordt ontmanteld, te beginnen Amsterdam-Naarden. In het Gooi blijft de baan nog liggen omdat er nog niet genoeg bussen zijn en er ook goederenvervoer plaats vindt voor de NS van Hilversum naar Laren en van Bussum naar Huizen. Dat blijkt een geluk na de inval van de Duitsers. De levering van benzine en dieselolie wordt een probleem en per juni 1940 wordt de resterende motorwagendienst tussen Laren en Bussum vervangen door een stoomtram, die elk half uur rijdt. De Gooische had nog twee stoomlocomotieven voor de goederendiensten voor de NS.
Vanaf april 1941 wordt niettemin de trambaan over de Brink naar Huizen opgebroken, waar een bus rijdt die mocht blijven rijden. Vanaf Hilversum en door de Naarderstaat blijft de trambaan voorlopig nog liggen. In mei 1942 wordt echter de omgeving van Crailoo verklaard tot ‘Sperrgebiet’ – geen pottenkijkers gewenst. De tram moet ook weg. Met rails van de Naarder lijn wordt de baan in allerijl via Blaricum naar Huizen herlegd over het oude tracé, met de slinger over de Brink. De stoomtram, een bij elkaar geleend samenraapsel van locomotieven en rijtuigen, pendelt sindsdien van Hilversum via Laren en Huizen naar Bussum en terug tot eind 1947, behalve tijdens de spoorwegstaking 1944-1945.

Gehuurde tram­locomotief uit Friesland met bijwagen van de motortram in 1946 op weg naar het station (uit: Engel).

anno 1945 en 1950 – Monumenten voor de gevallenen
In 1945 wordt op de Brink een voorlopig monument onthuld voor de gevallenen tijdens de Tweede Wereldoorlog, in de omgeving van de Van Wulfenbank. Op 4 mei 1950 onthult burgemeester Naud van der Ven het uiteindelijke monument voor de gevallenen. Nel Claassen ontwierp het. Zoals voorgaande jaren omzomen leerlingen van de Larense scholen de Coeswaard om getuige te zijn van de jaarlijkse dodenherdenking.

Monument voor de gevallenen 1940-1945 (foto auteur, 2016).

anno 1957 – De Haan’s poffertjeskraam
Sinds 1925 was De Haan vaste kermisgast op het Zevenend. In 1957 staat De Haan voor het eerst op de Brink. Gaandeweg wordt het verblijf langer.
Tot 1981 blijft de standplaats op de Brink van 28 april tot en met ongeveer 10 juli. In dat jaar wordt het verblijf verlengd tot in de rest van de zomer op het inmiddels kale Hamdorff-terrein. Dit is de opmaat tot het tegenwoordige verblijf van de poffertjeskraam, die sinds 1991 eigendom is van Marcel en Wilma Hilhorst, op de oude vertrouwde standplaats van vlak voor Koningsdag tot in september.
Sinds 2016 opent de kraam al midden maart.

anno 1948 – Verst(r)ikt in bomen en verkeer
De tram verdwijnt eind 1947 definitief. Door de vrij grote autobussen met een grote draaicirkel ontstaan er gevaarlijke situaties op de kruising bij “t’ Bonte Paard”. Eind november wordt besloten de kruising te verruimen door het verbreden van de straten, de aanleg van verkeergeleiders en de kap van twee overhangende acacia’s. B&W wil er nog niet aan om het driehoekige pleintje met acacia’s voor Brink 1 en 3 op te offeren.
Inmiddels zijn de eiken op de Brink grote bomen geworden die elkaar in de weg zitten. Gras wil er niet meer groeien. Tachtig worden er gerooid, de slechtste. Er wordt weer nieuw gras ingezaaid. De gemeente doet jaarlijks haar best om het gras te laten groeien rond de vijver, maar het blijft een probleem. Wateroverlast bij stortbuien is een terugkerend probleem. In 1952 worden nog meer bomen gerooid om meer licht te krijgen. Als offer aan het verkeer verdwijnt in 1961 het pleintje met de acacia’s voor de smederij, nu “Mauve”, dan toch.

Hotel Hamdorff als vergane glorie met de verminkte zijvleugel omstreeks 1973 (coll. HK Laren).

anno 1971 – Protesten tegen sloopdrift
In 1968 verlaat het gemeentebestuur het oude gemeentehuis op Sint-Janstraat 1 en trekt het politiebureau erin in 1971. Bij de verbouwing zou ook het fraaie bordes gesloopt worden. Protest uit de bevolking verhindert dat. Hamdorff was een begrip, maar het hotel raakt in verval. Vergane glorie. Allerhande activiteiten worden er nog ontplooid: antiekbeurzen, modeshows, exposities en in het paviljoen worden wel opnamen gemaakt voor een radioprogramma. Illustratief voor het verval was de schietpartij door een geweigerde discoganger eind 1974. In maart 1975 besluit Gooiland B.V. de zaak te sluiten. Geschokte reacties, vooral eerst uit de ondernemerskring wegens effecten op de middenstand. Een dertigtal mensen gaat hun baan verliezen. Na de verkoop in 1976 zijn er nog exposities tot in 1977 het complex wordt afgebroken.

anno 1992 – Herstel van het beeld
Vanaf 1992 zit in het voormalige gemeentehuis restaurant “De Prinsemarije” van de familie Pandelaar, die de ooit gesloopte trapgevel herstelt. Nog altijd wordt op Koninginnedag, c.q. Koningsdag, de aubade afgenomen en komt Sint Nicolaas hier aan.
De plannen om met een grote supermarkt ‘het gat van Hamdorff’ te vullen, ondervinden veel weerstand, zodat tot 1998 hier een kaal terrein ligt. Op veler verzoek wordt uiteindelijk met een façade een nostalgische illusie van Hamdorff uit 1898 gecreëerd.

anno 2014 – Behoud van de Brink
Verkeersdrukte, wateroverlast en de ‘modderpoel met houtsnippers’ op de Brink, waar geen gras wil groeien, roepen om een oplossing. Raadslid Ernst Wortel van Larens Behoud schrijft in juli 2014 een prijsvraag uit over ‘de definitieve inrichting van de bomen op de Brink’. Ingezonden stukken in de krant, met als meest extreme de suggestie ‘kap alle bomen maar want in Drenthe zijn de brinken ook grasvelden’, onjuist bovendien. Laren heeft er niet naar geluisterd, standvastig in haar eeuwenoude streven de Brink te koesteren, inclusief het slechts een eeuw oude beeld van de bebouwing. De aanpassingen van 2014 zijn uiteindelijk marginaal. En terecht natuurlijk, want de Larense Brink is één van de weinige overgebleven dorpsbrinken met oorspronkelijk karakter die we in het Gooi en op de hele Heuvelrug rijk zijn.

Besluit
We eindigen in 2014 omdat dat 250 jaar na 1764 is, waarmee we deze deelserie begonnen. De tijd staat niet stil. Eind 2016 kondigt Pandelaar aan het markante oude gemeentehuis te verkopen. Er zijn nieuwe ideeën om Laren aantrekkelijk te maken, zelfs om een hotel aan de Brink te hebben. Waar? Het zal nooit ophouden. Voor mij was de meest opmerkelijke gewaarwording dat het behoud van de Brink diep geworteld is in de geschiedenis van Laren. Houden zo!

Voor deze deelserie ben ik dank verschuldigd aan Wiet de Boer, Ernst Wortel, Bertie van Wijk-Blom en de Historische Kring Laren voor informatie, opmerkingen en beeldmateriaal. Voorts aan Inger Groeneveld, architectuurhistorica, voor hulp met de datering van Brink 14-18.

Bronnen: Websites: bel.courant.nu, delpher.nl/kranten • Streekarchief voor Gooi en Vechtstreek (SAGV): Archieven Dorpsbestuur en Gemeente­bestuur Laren.

Literatuur: A.H.F. (Wiet) de Boer, Tijdsbeeld Toen & Nu (1850-2000) – 150 jaar Laren, Laren 2000. • A.H.F. (Wiet) de Boer, Laren van A tot Z – Het dorp van mijn jeugd, Laren 2005. • Bep De Boer, ‘Een borstbeeld en een bank voor Jan Hamdorff’ in: H.C.M. Michielse (red.), De dood van een erfgooier – Honderd plaatsen van herinnering tussen Vecht & Eem, Barneveld 2012. • W.I. Engel, De Gooische Moordenaar – tramgeschiedenis 1880-1958, Schoorl 1981. • L. Janssen e.a., Getuigenis op straat – De Larense Sint Janstraditie, Laren 2005. • R. Meyn e.a., Daar reed toen de Gooische – een historische tramrit van Amsterdam naar het Gooi, Hilversum 1996. • A.C.J. de Vrankrijker en G. Smit, Sint Jan – De Sint Jansprocessie van Laren in het Gooi – De ontwikkeling van Sint Jansfeest tot Sacramentsprocessie, Laren 1952. • Verschillende auteurs en artikelen in: Tussen Vecht en Eem, themanummer Laren, 12 (1994) 2. • E. Wortel, Burgemeesters en Raadsleden van de gemeente Laren n.h., Laren 1991.