Mijn oude buurt: Torenlaan, Groene Gerritsweg

Mijn oude buurt: Torenlaan, Groene Gerritsweg

Verteld door Gerard Wiegers (1935), woonachtig geweest aan de Torenlaan en De Kamp. De vader van Gerard was werkzaam bij de Gemeente Laren en daardoor kon hij met zijn gezin een dienstwoning betrekken op de gemeentewerf, die indertijd gevestigd was op de hoek van de Torenlaan en de Groene Gerritsweg

Foto: Op grasveld het van de familie Wiegers: vlnr: 1e rij: Mary de Valk, er achter Gerard Wiegers, Johan Wiegers, Fred de Valk, Joop de Valk. 2e rij: Michel Bakker, Wil de Valk en Hans de Valk.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 122 [2012-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Hein Verver

Met veel enthousiasme vertelt Gerard over zijn jeugdherinneringen, die zich voor een groot deel in- en vlak na de oorlog afspeelden. Zijn vrienden waren onder andere Fred de Valk (juwelier) en Hans Meulenkamp (beheerder van het Lumièretheater) , vroeger de werkliedenvereniging, welk gebouw in de oorlog gevorderd was door de Duitsers, waardoor de familie Meulenkamp tijdelijk in deze buurt woonde). Bob van Mierlo, zoon van slager van Mierlo (hoek Mauvezand) en Otto van de Brink (priester in Gennep). In hun vrije tijd vermaakten de jongelui zich veel op de gemeentewerf, waar altijd een berg zand lag om te strooien bij gladheid. Vaak speelden zij ook het spelletje ‘bustrap’ waarschijnlijk wel bekend bij de oudere lezers. In het najaar waren de jongelui druk met bladharken. Dat werd afgevoerd naar de moestuintjes, waar nu de tennisbanen van ’t Laer liggen (achter het Hertenkamp). Daar was een gemeenschappelijke mesthoop.

Tijdens de kermisdagen in Laren, gingen zij de woonwagens van de kermislui langs met een grote ton op wielen. In die tijd waren hun wagens nog niet voorzien van enig sanitair en werden de behoeften gedaan op een emmer, die dan door de jeugd werd geleegd in die grote ton en dat werd dan ook gestort op de mesthoop. Zij zullen daar ongetwijfeld vrijkaartjes voor de diverse attracties hebben gekregen!

Gerard Wiegers

Van de koekblikken, die met voedsel boven Laren gedropt waren, maakten de jongens een boot, dat meer op een vlot leek. Blikken strak tegen elkaar en om het geheel ijzerdraad gebonden om ze bij elkaar te houden. Een andere groep jongelui hadden een loodgieter in de buurt wonen o.a. Klaas Calis aan de Brink. Hij soldeerde voor de jongens het ijzerdraad aan elkaar en zo werd het een steviger geheel. Er werd dan mee gevaren en strijd tegen elkaar geleverd op het water bij de Hut van Mie, waarin toen veel meer water stond dan tegenwoordig. Een andere loodgieter in die buurt was Duurland op De Pijl. Hij had een bedrijf als loodgieter annex slijterij. Er moest indertijd gekozen worden tussen café of slijterij. In het café mochten geen flessen drank verkocht worden en in de slijterij mochten geen borreltjes gedronken worden. Dat laatste gebeurde natuurlijk toch. Een van de vaste klanten was Bram Bijl. Als er dan plotseling een klant binnen kwam om een paar maatjes jenever te kopen, hielden de gasten zeer snel hun glaasjes onder tafel. 

De opleiding van Gerard Wiegers was machine-bankwerker. Hij heeft 23 jaar bij Van de Brink & Campman gewerkt, daarna 14 jaar bij Julianaoord. En tenslotte heeft hij vele jaren vrijwilligerswerk gedaan (en nog steeds) in de St. Jans Basiliek als koster.

Gerard en Johan Wiegers spelen op de Gemeentewerf

Torenlaan

De Torenlaan was de verbindingsweg naar Blaricum. Aan de rechterzijde was deze laan begrensd door een sparrenbos en aan de linkerzijde lag de baan van de Gooische Stoomtram. Toen de bomen langs de weg nog niet de omvang van tegenwoordig hadden, kon men vanuit Laren duidelijk de toren van Blaricums Hervormde Kerk zien. Vandaar de naam Torenlaan.


Groene Gerritsweg

Dit dorpsweggetje bezat vroeger geen eigen naam. Aan dit weggetje woonde Greune (Groene) Gerrit. Hij had al de bijnaam van “Borde Gert”. Als Gerrit ‘s avonds zijn bezoek kwijt wilde, dan riep hij zijn vrouw Griet toe: “Zet de borden maar op tafel”, waardoor de visite begreep dat ze konden verdwijnen! Vandaar zijn naam Borde Gert. Door zijn ongemanierde optreden ging hij bij velen over de tong en zei men: “Oh dee greune (groene) ij is neit wijzer”. Met groen werd bedoeld: “die halve zachte”. Langs dit weggetje stond voorheen een leegstaand landhuis, waarvan de toen opgerichte Gooische School enige tijd gebruik van maakte. Ook woonde daar in zijn atelier de kunstschilder Marius van de Ven. Later werd het atelier benut als jeugdherberg, die de naam “De Toorts” kreeg. De beheerder werd de bekende Piet van Praag. Ook de gewezen Duitse bondskanselier Willy Brandt heeft in zijn jonge jaren enkele dagen in De Toorts doorgebracht. Al met al heeft die Groene Gerrit zo mal weg een naar hem genoemde straat gekregen.