De protestantse bewaar- en naaischool te Laren

De protestantse bewaar- en naaischool te Laren

In de loop van het jaar 1894 besloot een aantal vooraanstaande -Protestantse- ingezetenen van Laren en Blaricum onder leiding van ds. Hötte tot oprichting van een Protestantse bewaarschool. Ds Hötte was destijds voorganger van de Hervormde Gemeente van Laren en Blaricum en een praktisch en sociaal voelend man. Hij had al vaak tegen zijn vrouw gezegd dat er een bewaarschool moest komen, zodat de kinderen niet naar de buurman hoefden als vader en moeder aan het werk waren. En ook niet naar de zusters, want in 1894 deed je dat niet als Protestant zijnde. Men kwam zo tot oprichting van” De Vereeniging voor Protestantsche belangen gevestigd te Laren N-H” .Daarna moest er een ruimte gevonden worden waar de kleuters gehuisvest konden worden. De dominee zocht een plek bij de Brink en vond dat mevrouw De Jong van “Werk en Rust” wel een kamer af kon staan. Hij zocht haar samen met zijn vrouw op en zoals hij zelf zei: “We dwongen haar wel een weinig”. Mevrouw de Jong stemde toe en op dinsdag 20 november 1894 om 12.00 uur werd de school geopend.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 86 [2003-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Door mevrouw R. Neijmeijer

Inschrijving van de leerlingen was al mogelijk geweest vanaf 12 november en “de meeste kinders waren er”. Een half jaar eerder had de dominee al een “juffrouw” gezocht en gevonden: mejuffrouw Brandsma uit Amsterdam was bereid een Bewaar – en Avondschool te leiden. Ook zij vond onderdak bij mevrouw de Jong. Voor de goede orde: dit was de moeder van Toon de Jong, de bekende schilder en etser, die tot zijn dood in “Werk en Rust” heeft gewoond.

In zijn openingstoespraak stelt ds. Hötte nadrukkelijk dat het gaat over een bewaarschool en niet over een bewaarplaats. “Het gaat om de opvoeding van het kleine kind door spel en leren in overeenstemming met zijn jeugdige leeftijd.” De Avondschool was bestemd voor meisjes die naaien en breien wilden leren. Om dit alles te kunnen bekostigen werden er contribuanten gezocht en gevonden. Deze mensen betaalden een vast bedrag per jaar. Verder betaalden de ouders van de kinderen die de school bezochten schoolgeld: voor de kleuters 10 cent voor het eerste kind en voor ieder volgend kind 5 cent per week. Dat lijkt weinig maar in die tijd zal dat voor sommige kinderen best wel eens een pro• bleem geweest zijn. Omdat de kleuters al met drie en half jaar toegelaten werden en pas met zeven jaar door konden stromen naar de lagere school, zal het niet zelden voorgekomen zijn dat er drie kinderen uit één gezin de Bewaarschool bezochten. In de notulenboeken staat dan ook herhaaldelijk te lezen dat ouders niet betaald hebben. In een enkel schrijnend geval werd het schoolgeld dan bekostigd uit het “suppletiefonds”. Dat gebeurde als “de vader geen werk“ had of als “de moeder er alleen voor stond”.

Het inrichten van het schoollokaal gebeurde met spullen die geleend waren of geschonken. Er is een lijst bewaard gebleven waarop deze “Spullen” vermeld worden. De namen van de goede gevers en geefsters worden nadrukkelijk vermeld en daarin komen de sociale verschillen naar voren. De vooraanstaande da· mes zijn “mevrouw”, zij die iets lager op de sociale ladder staan heten “juffrouw”, en dat heeft met gehuwd of ongehuwd zijn niets te maken. De werkster die het klaslokaal schoonhoudt is “vrouw”. Zij geeft voor de school twee dweilen en een stoffer en blik …. Een andere mooie gift is: 10 mud steenkool en wat te denken van een petroleumlamp, een turfbak en een orgeltje (in bruikleen). Meester van Wulfen geeft maar liefst 18 platen en er is speelgoed waaronder twee jukjes met emmertjes. Er is een mooie foto van de kleuters uit dit eerste klasje die genomen is achter het huis aan de Brink waar nu de familie Gregoire woont.

De bevolking van de eerste protestantse “bewaar, brei-en naaischool” van Laren in 1895. Leerlingen en onderwijzers poseren in het weiland achter de villa van Van Kessel, aan het begin van d Pijlsteeg (nu Kerklaan) In de tweede rij van boven is de onderwijzeres, mejuffrouw Brandsma te zien, Rechts vooraan met de kruiwagen staat Wouter Hamdorff, die later een bekend architect zou worden en rechts van hem mevrouw de Jong, de moeder van schilder en etser Toon de Jong Foto: Goois museum Hilversum

Over die allereerste jaren is verder niet zoveel bekend: het oudste notulenboek van de schoolvereniging dateert van 1913. Wat we wel weten is dat het kerkelijk leven begint te bloeien. Op 26 september 1897 beginnen de “zondagmiddagbijeenkomsten voor kinderen en jongelieden” en op 1 januari 1898 start de “Bijbelbond voor meisjes”. Het is dus duidelijk dat er behoefte is aan ruimte en op 10 februari 1898 wordt er een terrein gekocht in Laren voor het bouwen van een huis ten behoeve van de Bewaar – en Avondschool en kerkgemeentelijke activiteiten. Dit terrein was gelegen aan de Torenlaan waar nu de dierenkliniek gevestigd is. Op 7 april 1898 vindt de inschrijving plaats voor de bouw van het huis en op 7 juni legt mevrouw Hötte- van der Goes de eerste steen. De “Vereniging voor Protestants-Christelijk kleuteronderwijs” wordt opgericht en op 29 november 1898 wordt het huis gewijd en in gebruik genomen. Ds. Hötte is weer aanwezig en in zijn openingstoespraak geeft hij zijn vrouw alle eer: “Dat zij (mevrouw Hötte) het meeste deed wil ik gaarne erkennen. Zonder haar zou ik zeker met geen school en geen huis begonnen zijn. Als ik iets doen zal in de gemeente dan heb ik daartoe nodig de hulp van haar die begenadigd is met de gave altijd alle dingen heerlijk te vinden”

Foto uit” Ach lieve tijd”, schilder Max Liebermann, Larense kinderen op weg naar school 1898.

De Bewaar- en Avondschool krijgt de naam “Margarethaschool”, naar mevrouw Hötte, die zoveel voor het tot stand komen van de school gedaan heeft. Er zijn weer allerlei geschenken o.a. “Twee teksten van de heer Anton de Jong, geschilderd op de muur van een der lokalen” en van mejuffrouw de Vries: “Een tekst voor de bestuurskamer, door haar zelf bewerkt op karton”. De Avondschool was inmiddels ook gestart en daar gaf dezelfde juffrouw brei- en naailes. Voor deze lessen moest ook betaald worden, maar het is niet bekend hoeveel.

Intussen is er in 1902 een nieuwe juffrouw gekomen, juffrouw De Jong. Ze is maar liefst 40 jaar aan de school verbonden geweest en er lopen in laren nu nog mensen rond die bij haar in de klas hebben gezeten. Juffrouw De Jong had een zware taak; niet alleen leidde zij de bewaarschool maar ze gaf ook brei- en naailes aan de avondschool. Bovendien werd van haar verwacht dat ze de ouders opzocht die achterstand hadden met het schoolgeld. De juffrouw moest het schoolgeld zelf iedere week innen. Ze moest dit nauwkeurig bijhouden en het geld aan de penningmeester van de Vereniging afdragen. Kwamen kinderen om wat voor reden dan ook niet op school, juffrouw De Jong moest er achteraan om te vragen wat er aan de hand was. In de notulen van 8 mei 1913 lezen we dat juffrouw De Jong het Bestuur meedeelt dat bijna alle kinderen zijn ingeënt. Ook dat hield zij dus in de gaten!

Naaischool Hendrikje Mol Huizen 1922, (Collectie Stichting Huizer Museum).

De meisjes van de Avondschool waren -althans in de ogen van juffrouw De Jong- niet altijd even braaf. De Avondschool was bedoeld om nuttig handwerken te leren: het breien van kousen en het ordentelijk verstellen van een kledingstuk. Als de meisjes deze vaardigheden goed onder de knie hadden dan mochten ze, als een soort beloning, voor zichzelf een rok en een blouse naaien! Maar sommige meisjes kwamen alleen om hun rok en hun blouse te naaien en daar was juf niet van gediend. Ze deed haar beklag bij de dames van het bestuur en die waren het roerend met haar eens: eerst het nuttige en dan het mooie. Een andere klacht was dat sommige meisjes altijd maar wilden breien, want tijdens het breien konden ze lekker kwebbelen. Bij het naaien hadden ze daar geen gelegenheid voor, omdat ze alle aandacht bij het werk nodig hadden. Er wordt zelfs een keer een meisje weggestuurd: ze was brutaal geweest. Er wordt niet vermeld wat het kind heeft gedaan of gezegd; waarschijnlijk zouden we er nu om lachen. De Avondschool werd ook wel bezocht door R.K. meisjes en de verklaring daarvoor was simpel: de meisjes werkten overdag en de zusters gaven s’avonds geen naailes.

Als er iets nieuws nodig was in de school moest juffrouw De Jong daar om vragen en haar wensen werden lang niet altijd vervuld, ik zou haast zeggen: in tegendeel! Uitstel tot het niet langer kon en dan was er wel weer een dame of heer in goeden doen, die iets cadeau deed. Zo lezen we op 4 december 1913 dat juffrouw De Jong voor haar kleuters behoefte heeft aan een bak om de klompjes in te zetten. En een fröbeltafel en boetseerplankjes zouden ook heel welkom zijn. De dames van het bestuur zeggen dat de klompenbak en de plankjes misschien wel zouden kunnen, maar voor de tafel is geen geld. Als juffrouw De Jong in de vergadering van 4 februari 1914 haar wens nog eens herhaalt biedt één van de bestuursleden aan voor de klompenbak te zorgen. Over de boetseerplankjes wordt niet gesproken. Pas in de vergadering van 7 mei 1914 begint mevrouw De Jong weer over haar plankjes én over tekenschriftjes! Zij mag ze nu aanschaffen. Over de fröbeltafel geen woord meer. Intussen is in Blaricum de Humanitaire School geopend en daar gaan maar liefst 4 kinderen naar toe. Ds Röder, die in 1910 ds Hötte is opgevolgd, heeft nog geprobeerd de ouders om te praten, maar tevergeefs.

Het jaar 1914 was ondanks de moeilijke tijden een financieel gunstig jaar. Er zijn geen schulden meer, doch dat betekent dat de Vereniging nu jaarlijks fl. 100,-moet betalen aan de Vereniging voor Protestantse Belangen voor het gebruik van de lokalen in de Gemeentewoning.

Schoolplaten voor de letters fen V afkomstig uit “No.10 van Sprekende Letterbeeldengrondslag voor het eerste leesonderwijs”. Dit boekje met de wandplaten werd uitgegeven door Joh.Gerards & Co te Hilversum. Schrijver was de Larense bovenmeester Johan van Wulfen. Hij gaf les op de later naar hem genoemde openbare jongensschool die tot 1914 op de hoek van de Brink en de Klaaskampen heeft gestaan. Foto: Goois museum Hilversum

Op 4 februari 1915 melden de notulen dat het felbegeerde fröbeltafeltje door de kleuters in gebruik is genomen. Dat resulteert op woensdag 26 mei in een tentoonstelling van zelfgemaakte werkjes. Drie kinderen krijgen een prijs, te weten Corrie Haring, Hendrik Wilgen burg en een kind Schipper. De voornaam van de laatste wordt niet genoemd. Juffrouw De Jong krijgt bovendien een foto van de tentoonstelling. Aangemoedigd door dit succes durft de juffrouw om een zandbak te vragen. Maar, nee, eerst moet er een omheining komen rond het schoolplein, want anders zouden kinderen uit de buurt er wel eens misbruik van kunnen maken ….

In de vergadering van 8 oktober 1915 wordt het salaris van juffrouw De Jong besproken. Ze verdient nuf. 480,-per jaar en zou eigenlijk opslag moeten hebben, maar het bestuur ziet daartoe geen kans. Er wordt gedacht aan het opheffen van de Avondschool, dan heeft juffrouw De Jong tijd om met haar moeder te reizen en bij haar te gaan wonen. Dat is natuurlijk goedkoper voor haar. De juffrouw wijst echter het voorstel van de hand.

Op 22 januari 1917 melden de notulen dat de Avondschool is opgeheven. Geen woord over het hoe en waarom, maar de slechte tijden zullen er wel wat mee te maken hebben. In dezelfde vergadering wordt gemeld dat de Kleuterschool een poosje dichtgaat wegens brandstofgebrek.

11 Oktober 1917: de school draait zo te zien weer en er is weer behoefte aan een meisje om tussen de middag op de kleuters te passen die overblijven. Maar de “jonge dingen zijn slordig”. Het bestuur regelt het onderling, en hoe! Juffrouw De Jong wil wel één dag oppassen en mevrouw X wil haar derde(!) meisje hier wel voor afstaan.

In oktober 1918 is er een kind met difterie. De school wordt schoongemaakt met “creoline”. Gelukkig blijft het bij een kind, maar een maand later: roodvonk! Op advies van dokter Catz gaat de school veertien dagen dicht. In datzelfde jaar bestaat de school 25 jaar. Er is een feestavond waarvoor alle contribuanten en oud-leerlingen worden uitgenodigd.

Inmiddels is er in Laren een “Gereformeerde school” gestart. Dit is de latere “School met den Bijbel”, tegenwoordig “de Scheper”.

Omdat deze lagere school de leerlingen al met zes jaar toelaat, kost dat de kleuterschool leerlingen. Het bestuur oppert om de toegangsleeftijd van de kleuters te verlagen naar drie jaar, maar dat ziet juffrouw De Jong niet zitten. Toch stijgt het leerlingenaantal en juffrouw De Jong heeft behoefte aan extra banken voor haar kleuters.

Er zouden drie banken moeten komen, per stuk f 15,-en dat kan bruin niet trekken. Uitstellen dus. Maar op 21 december 1919 komt juffrouw De Jong weer met haar verzoek: zij weet niet meer waar zij de kinderen moet neerzetten. Het idee de oude banken van de Openbare School over te nemen wordt verontwaardigd van de hand gewezen “Dan zouden er drie soorten banken komen en dat is toch geen net geheel”. Het bestuur gaat overstag en er worden twee nieuwe banken besteld naar “Amerikaansch model”.

Het schoolgeld is inmiddels verhoogd: Ouders uit de “gegoede stand” betalen nu 25 cent voor het eerste en 15 cent voor elk volgend kind. Als juffrouw De Jong jarig is worden de kinderen getrakteerd en zijzelf krijgt van het bestuur levensmiddelen als verjaardagscadeau. Dat is in 1921.

Het leerlingenaantal groeit gestaag, de tijden veranderen: de gemeente geeft nu subsidie. Dat betekent dat juffrouw De Jong opslag krijgt: ze verdient nuf 1000,-per jaar. Er worden weer twee banken aangeschaft en er komt hulp voor de juffrouw, we zeggen tegenwoordig een stagiaire. Een jaar later vertrekt de hulp en er komt een nieuw meisje. Ze verdient maar liefst f 3,- in de week en f 1,-voor het oppassen op de overblijvers. Er was voor juffrouw De Jong geen oudedagsvoorziening. Het bestuur zat hier duidelijk mee in de maag, getuige de vele malen dat dit onderwerp aan de orde wordt gesteld tijdens vergaderingen. Als juffrouw de Jong haar 25-jarig jubileum viert wordt er een pensioensverzekering voor haar afgesloten. De premie bedraagt f 110,-per jaar en dat verzekert de juf van een pensioen van f 426,- per jaar vanaf haar zestigste verjaardag. Bij eventuele invaliditeit krijgt zij het pensioen eerder, maar doofheid wordt niet als zodanig aangemerkt.

1929 is een belangrijk jaar: de gemeentewoning -en daarmee de school- wordt aangesloten op de waterleiding en vanaf 1933 “kijkt tandarts Huurman gratis naar de tanden van de kleuters”. Dan breken er weer financieel slechte tijden aan: in 1934 moet het salaris van juffrouw De Jong met 10% worden verminderd. In maart 1937 klinken er zorgelijke geluiden: er zijn minder kinderen, dat betekent minder subsidie, alle ouders hebben financiële zorgen. De voorzitter, ds. Röder, zegt in de vergadering dat men maar een beetje soepel met het schoolgeld moet zijn … In dezelfde vergadering wordt overwogen om dokter Houtzager te vragen de kinderen te controleren.

In maart 1938 wordt er in de notulen voor het eerst melding gemaakt van een beetje onenigheid tussen het bestuur en juffrouw De Jong. Wat is het geval? Er moet weer een hulpje komen. Het bestuur heeft een meisje gevonden en aangesteld maar juffrouw De Jong vindt haar brutaal en stuurt haar weg. Het bestuur doet beledigd: dan moet de juf zelf maar een meisje zoeken! Maar daar verzet juffrouw De Jong zich tegen. Het eind van het liedje is dat de juf erbij mag zijn als er een meisje benoemd moet worden. Door al deze strubbelingen is er dat jaar geen open dag. In maart 1939 vindt er een revolutionaire verandering plaats in het bestuur: er worden twee jonge moeders tot bestuurslid benoemd. Zij hebben meteen een praktisch voorstel: laat éénmaal per jaar de hoofden van de kinderen door een zuster controleren. Juffrouw De Jong heeft nu een vaste hulp, oftewel er is een tweede juf aangesteld. Ze verdient f 27,50 per maand.

Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Narigheid alom, ook de school ontkomt er niet aan. In november 1940 lezen we dat de school is bezet door Duitse troepen. De School met den Bijbel schiet te hulp en staat één lokaal af. De mooie nieuwe tafeltjes en stoeltjes die de oude banken hebben vervangen worden opgeslagen. De notulen maken geen melding van bijzondere voorvallen tot november 1942: juffrouw De Jong viert haar 40-jarig jubileum! Dat wordt wel gevierd, maar omdat de tijden onzeker zijn, stelt ds. Röder voor om maar meteen het afscheid van juffrouw De Jong te vieren. In maart 1943 zal zij 60 jaar worden en van haar pensioen gaan genieten. Zij krijgt een etsje van Toon de Jong als afscheidscadeau. Omdat zij ook nog handwerkles heeft gegeven op de Openbare School krijgt zij ook daarvan nog een pensioentje van f 250,- per jaar.

De Duitse troepen hebben de Gemeentewoning blijkbaar weer verlaten, want in mei 1943 lezen we dat 71 kleuters de school bezoeken. Die passen natuurlijk niet in dat ene lokaal van de School met den Bijbel. Er is een schreeuwend tekort aan meubilair, maar het is niet te krijgen. Eén kind brengt zelfs zijn eigen tafeltje en stoeltje mee ….

De nieuwe juffrouw, die juffrouw De Jong is opgevolgd, slaagt er maar niet in om woonruimte te krijgen in Laren. Voor deze nieuwe leerkracht is de pensioengerechtigde leeftijd vastgesteld op vijfenvijftig jaar. Het bestuur schenkt erg veel aandacht een goede pensioensregeling voor haar. Ds. Röder en zijn vrouw zijn vertrokken uit Laren en de nieuwe voorzitter is weer een predikant: Ds. Vermeulen.

Aan de bevrijding wordt geen woord vuil gemaakt. Is er helemaal geen feest gevierd? Het jaar daarop gaan de kleuters op schoolreis naar Valkeveen.

De oorlog mag dan voorbij zijn, er is nog steeds geen welvaart. In 1947 melden de notulen dat er maar liefst 20 kolen bonnen over zijn, dus een mooie voorraad om de volgende winter mee te beginnen. Het nieuwe jaar begint maar liefst met 80 kleuters, maar er is nu ook een openbare kleuterschool en één van de leidsters van “Margaretha” stapt over en zij neemt 12 leerlingen mee. Tja, zo gaat dat. … Op 29 november 1948 viert men het S0jarig jubileum van de school.

In 1949 breken er weer zorgelijke tijden aan. De Gemeentewoning wordt afgekeurd als kleuterschool. Weer brengt de School met den Bijbel uitkomst, maar onder voorbehoud: als zij de lokalen zelf nodig heeft, dan moeten de kleuters er uit. Inmiddels zijn er plannen voor een nieuwe kleuterschool, maar de problemen zijn zeer talrijk en “Den Haag” ligt iedere keer dwars. Het duurt lang en natuurlijk heeft de School met den Bijbel op een gegeven moment zelf de lokalen nodig. Een financiële actie is nodig om geld bijeen te brengen om de zolder van de School met den Bijbel zodanig te verbouwen dat deze als leslokaal gebruikt kan worden. In 1951 wordt verbouwde zolder goedgekeurd door de Onderwijsinspectie en men kan weer even ademhalen.

1960 bij de opening van de school aan het Kleuterpad (thans Bartelspaadje) In de gestreepte japon: juffrouw De Jong. Op de voorste rij: Burgemeester Noud van der Ven. Foto: auteur

In 1953 lezen we dat “de Abonneesjes voor 25 cent per week de school mogen bezoeken”

In datzelfde jaar wil juffrouw Greschel -de opvolgster van juffrouw De Jong- voor de haar toegezegde f 50,- hoepels en kruiwagens kopen. Dat wordt niet toegestaan. Het worden doosjes, werpringen en autobanden.

In 1955 komt een nieuw- eigen – schoolgebouw weer ter sprake, de School met den Bijbel moet namelijk weer een lokaal terug hebben. De Kleuterschool beschikt nu over één lokaal en af en toe een gymzaal. Er zijn 64 kinderen! Dat wordt behelpen.

In 1956 heeft het bestuur de hand weten te leggen op een stuk grond. Architect Rothuizen krijgt opdracht tot het ontwerpen van een school, maar pas op! De school mag niet meer kosten dan f 100.000,- anders krijgt men geen bouwvergunning.

Inmiddels is een deel van de kinderen weer ondergebracht in de Gemeentewoning aan de Torenlaan. De leidsters “ploeteren opgewekt voort”. Er is een wachtlijst voor nieuwe kleuters.

Het blijkt moeilijk om het budget van f 100.000,- niet te overschrijden, de architect van de nieuwe school doet wat hij kan en uiteindelijk wordt er gebouwd op een stukje grond aan het paadje dat loopt van de Melkweg naar de Schapendrift en dat heel toepasselijk de naam “Kleuterpad” krijgt. Als in 1960 dan eindelijk de nieuwe school in gebruik wordt genomen is het groot feest. Van deze heugelijke gebeurtenis zijn wat foto’s bewaard gebleven en wie zien we daar? Juffrouw De Jong!

De school heeft dan een aantal voorspoedige jaren en er komt een nieuwe “Wet op het Basisonderwijs” en dat betekent één basisschool voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar. Kleuterscholen moeten zoveel mogelijk gaan samenwerken met Lagere scholen. Het ligt voor de hand dat de Protestants-Christelijke Margarethaschool samen zal gaan met de School met den Bijbel, die inmiddels is omgebouwd tot “de Scheper”. Schoolhoofden en Besturen va beide scholen zijn het er over eens dat samenwerking en éénwording ook het samenvoegen van de beide Schoolverenigingen betekent. Dit gebeurt op 1 januari 1979. Hoewel de “Basisschool” pas op 1 januari 1985 officieel van start gaat, gaan “Margaretha” en “de Scheper” al eerder samen. De reden hiervoor is eigenlijk treurig: op de avond van dinsdag 8 december 1981, verwoestte een brand het mooie schoolgebouw aan het Kleuterpad.

De op één na oudste kleuterschool van Nederland (zegt men) leeft dus nog steeds, al is het dan als onderbouw van de Scheper!