Wandelingen door Nederland: deel 1

Wandelingen door Nederland: deel 1

De predikant J. Craandijk maakte wandelingen door Nederland en schreef daar een serie van zeven boeken over met de titel: “Wandelingen door Nederland”. Het eerste deel verscheen in 1875 en het laatste deel in 1888. In één van die delen maakt hij een wandeling door het Gooi, samen met de kunstschilder P.A. Schipperus die tekeningen maakte van het landschap waardoor zij wandelden. 

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 116 [2011-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Bep (G.L.) De Boer

Zij logeerden in een hotel in Hilversum. Vanaf Hilversum namen ze de “spoortrein”naar Bussum. En dan wandelen ze door Bussum, Huizen en Blaricum. De tekst van ds. Craandijk heb ik woordelijk overgenomen. Vanuit Blaricum volgen we de wandelaars. Komend van de Rotonde in Blaricum waar zij een prachtig uitzicht hadden over de omgeving, schrijft hij dan: …en vóór ons wijzen de torenspitsen van Laren, boven een’ krans van groen uitstekend, ons den weg, dien wij te volgen hebben. Of het die is, welke eenmaal werd aangewezen door het niet overduidelijke bevel: “Deze weg van Bláricum uit bij den Toren met leeg of vol rijtuig op boete van drie gulden”, durven wij niet beslissen.

Waarschijnlijk stond er een bord aan het begin van de Torenlaan naast de Nederlands Hervormde kerk, nu de kerk van de Protestantse Gemeente Blaricum met deze tekst. De Torenlaan was toen nog een zandweg. Hier althans staat die merkwaardige publicatie niet.

Wij behoeven ‘t ons ook niet aan te trekken, daar wij noch leêg, nog vol rijtuig bij ons hebben. Was dat het geval, dan zouden wij, ook zonder of ondanks de geheimzinnige strafbedreiging, den kunstweg houden, die zich aan den grooten straatweg van Naarden op Amersfoort aansluit, want het pad dat wij kiezen, is een soms tamelijk zwaar zandspoor, gelijk er meer dan één naar Laren voert. Wij gaan tusschen de bouwlanden, die ter regterzijde langzaam tegen de heuvelhelling opklimmen en door de uitgestrekte bosschen worden begrensd. Daar, op de hoogte, ligt het fraaije landgoed Larenberg, met het prachtige, vermaarde uitzigt bij het huis, dat helder tegen den boschrijken achtergrond uitkomt

Het zandspoor dat ze volgden is waarschijnlijk de tegenwoordige Noolseweg. Ze lopen dan door het land tussen de akkers door over allerlei zandpaden en komen dan bij de Naarderstraat in Laren. Rechts van ze zien ze de villa “Larenberg” op het Laarderhoogt. Met de straatweg wordt de Naarderstraat bedoeld. Tot 1931 was dat de Rijksweg Amsterdam-Amersfoort die in 1817 werd aangelegd. Daarna werd de Rijksweg aangelegd, die later de A1 zou worden. Deze straatweg kwam vanaf Amsterdam over het Laarderhoogt, over de Naarderstraat, door het dorp over de Brink en dan over de Eemnesserweg naar Eemnes en zo verder naar Amersfoort. 

Larenberg door P.J. lutgers, 1869 (RAH-K7585-27)

De straatweg tusschen Laren en Naarden loopt over die hoogte heen, en vooral in den tijd waarin de boekweit bloeit, wordt hij druk bezocht. ‘t Zou ons evenwel wat langer ophouden, als wij een der zijpaden derwaarts insloegen, en hoe schoon het panorama er is, het zou ons thans toch afvallen, na het nog zooveel rijker landschap, dat wij van de rotonde overzagen. De zee wordt er gemist en de onuitputtelijke verscheidenheid , die ons daar geboeid hield, zouden wij hier niet terugvinden. Wij blijven dus op onzen zandweg, een echten landweg, nu eens smaller, dan weer breeder, met diepe wagensporen en duizende indruksels van schapenhoeven, nu eens door beukenlanen, dan langs jonge dennen, dan tusschen walletjes, dan weer langs kampjes boekweit, tot wij de eerste, verspreide huizen van Laren naderen en de hoogstammige iepen bereiken, in wier schaduw de geboorteplaats van “Vosmeer den Spie”, het oudste der Gooische dorpen, ligt.

Ze zijn hoogst waarschijnlijk door allerlei paden gegaan in de lengte richting van de Naarderstraat. Ik denk daarbij aan de huidige Paviljoensweg. Het paviljoen Larenberg was er toen nog niet, dat werd in 1881 in gebruik genomen, anders had hij er vast wel over geschreven. De schaapherder was al voorbij met zijn kudde, vandaar al die “indruksels”van schapenhoeven. En mogelijk hebben ze over een gedeelte van de Tafelbergweg gelopen. Ze bereikten de hoogstammige iepen over de straatweg (nu de Naarderstraat). Die stonden vroeger op de Brink. Ze waren in 1792 door de gemeente Laren aangekocht voor 80 cent per stuk. Ze werden allemaal getroffen door de iepziekte en in 1930 werden alle bomen gekapt. In datzelfde jaar werden de eikenbomen geplant. Vosmeer den Spie was het pseudoniem van Maurits Wagenvoort (1859-1944). Wagenvoort werd geboren in Amsterdam en overleed in Lochem. Onder het pseudoniem Vosmeer den Spie schreef hij verschillende werken. Hij werd dus niet in Laren geboren. 

Johanneskerk, door A.E.B. Atelt (RAH-K2241-15)

Dat de bevolking, behalve van den landbouw, ook van nijverheid leeft, werd ons terstond openbaar. Hier zien wij voor de armelijke woningen en in de halfdonkere vertrekken, wier deuren open staan, grijsaards, vrouwen en kinderen bezig met het bewerken en spinnen van vlas. Elders wordt de grondstof geplozen voor grove koedekken en dweilen. Langs den weg vinden wij een lijnbaan, waar de lange lijnen worden vervaardigd, die, twee aan twee in elkander gedraaid, voor het ophangen van waschgoed algemeen in het Gooi worden gebruikt. 

Ze lopen dus rond de Brink en komen dan aan op wat nu De Rijt heet. Waar nu o.a. de poelier, de groentewinkel en de bakker zijn gevestigd, was ooit een lijnbaan. Voordat de straat deze naam kreeg, heette het de Lijnbaan. J. van de Veer had hier een lijnbaan. Hij vervaardigde waslijnen en maakte gebruik van de weg. Toen de tramlijn in 1881 werd aangelegd, moest de lijnbaan wijken. Dus liep Ds.Craandijk hier voordat de Gooische stoomtram hier reed. 

Overigens werken de arbeiders voor de Hilversumsche fabrieken.‘t Laat zich denken, dat hun hoogst eenvoudige arbeid niet ruim wordt betaald, en wij ontvangen dan ook van de havenlooze, met pluizen en afval bedekte gestalten, die wij aan het werk zien, en van de meerendeels bouwvallige en vervelooze huisjes niet den indruk, dat de welvaart te Laren groot en algemeen is. Evenwel, aan nette, goed onderhouden burger – en boerenhuizen ontbreekt het er niet, vooral aan en bij den Brink, die ook hier niet gemist wordt. Daar vinden wij de vrij groote R.C. Kerk, ten dienste van verreweg de groote meerderheid der bevolking, een tamelijk nieuw en net gebouw, dat echter niets bijzonder opmerkelijks heeft.

Met R.C. Kerk bedoelde hij de R.K. Waterstaatskerk, die hier stond voordat de Sint-Jansbasiliek in 1924 werd gebouwd. De Waterstaatskerk werd op 14 oktober 1848 plechtig geconsacreerd door bisschop Van Wijkersloot. Het beeld van Sint-Jan dat nu op het Sint-Janskerkhof staat stond toen in de gevel van de kerk. 

Daar ligt ook de kerk der Hervormden, ruim twee eeuwen ouder, maar evenmin door bouwstijl of sierlijkheid merkwaardig. Laren zelf is zeer oud en het bezat ook een overoude kerk, aan Johannes den Dooper gewijd. Maar wij hebben die niet in of nabij het dorp te zoeken. Tusschen Laren en Hilversum zullen wij straks de plaats voorbijkomen, waar zij ten behoeve van alle ingezetenen van het Gooi was gesticht en tot op het einde der 16de eeuw werd gebruikt. Toen zij was afgebroken, werd een oude kapel voor de godsdienstoefening der Hervormden ingerigt, die, vervallen en onbruikbaar, in 1618 door de tegenwoordige werd vervangen en dit gebouw werd in 1847 aanmerkelijk vernieuwd. Alleen de lage, zware vierkante toren, in een’ achtkantigen koepel eindigend, draagt de kenteekenen van ouderdom. ‘t Is een zonderlinge, woeste plek, waar zij staat. Evenals de kerken van Blaricum en Huizen aan een der buitenzijden van het dorp gebouwd, is zij als van de bewoonde wereld afgescheiden. Op het kerkhof,dat haar omringt, scheert een kudde schapen, het dorre, schrale gras, en de indruk van eenzaamheid en verlatenheid wordt nog verhoogd door het oude vervallene boerenhuis, tot schaapskooi gedegradeerd, waardoor de eene zijde van het kerkhof is ingenomen. 

Brink omstreeks 1869 door Veltens (RAH-K2240-16)

Ds. Craandijk heeft het hier over de huidige “Johannes kerk”. Die werd gebouwd in 1521 als R.K. kerk en is sinds 1581, tijdens de reformatie, in gebruik voor de protestantse eredienst. Volgens mr. W.G.M. Cerutti stond hier eerst een kapelletje dat pas na 1618 werd verbouwd. Pieter Cornelisz. Hooft ( 1581-1647) dichter, Drost van Muiden en baljuw van Gooiland meldt in 1618 dat de kapel tot een ruïne is vervallen en verzoekt de Staten van Holland het gebouw op hun kosten te restaureren, wat inderdaad ook is gebeurd. De kerk werd ook gerestaureerd in 1926 en 1995. Het beeld van Johannes de Evangelist, dat jarenlang in de kamer van de burgemeesters had gestaan werd op vrijdag 26 september 2003 door burgemeester Elbert Roest geschonken aan de Nederlands Hervormde kerk en kreeg daarna de naam “Johannes kerk”. 

Wie was dominee Craandijk?
Jacobus Craandijk werd geboren te Amsterdam op 7 september 1834. In mei 1861 vertrok het gezin naar Haarlem waar hij op 3 juni 1912 overleed. Jacobus Craandijk was doopsgezind predikant. Het gezin Craandijk bestond uit vijf personen, vader, moeder en drie zoons. De oudste zoon, Frederik Willem heeft in Laren gewoond. Hij werd te Rotterdam geboren op 22 augustus 1862. Was directeur van de fa. De Bussy en woonde met zijn gezin in villa “Halverhoogt” aan de Naarderstraat in Laren. De heer F.W. Craandijk overleed op 16 september 1934. Hij werd begraven op de Algemene Begraafplaats te Laren.

Wie was kunstschilder Schipperus?
Dat was Pieter Adrianus Schipperus. Geboren te Rotterdam op 6 maart 1840. In juni 1910 vertrok hij met gezin naar Den Haag. Tijdens de wandelingen maakte hij onderweg schetsen die later in de boeken werden afgedrukt. P.A. Schipperus overleed te Den Haag op 4 oktober 1929. 

Wordt vervolgd in deel 2

Bronnen: 

  • Wandelingen door Nederland, door J. Craandijk. Met platen naar de lithografiën van P.A. Schipperus en wandelkaartjes. Uitgave Tjeenk Willink, deel 2 – In het Gooi – vanaf blz. 157. 1878
  • Gemeentearchief Rotterdam.
  • Gemeentearchief Den Haag.
  • Rijks Archief Haarlem (foto’s)
  • Laarder Courant De Bel 1934
  • De geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk te Laren door A.C. Snaterse
  • Laren door de straten heen, door G. Koekkoek
  • Hilversum/Laren de gemene heide van Gooiland door M. Addink-Samplonius.
  • Het Larens Alfabet door Bep (G.L.) De Boer.