Tony Offermansweg

Tony Offermansweg

Alweer een schilder hoor ik u zeggen. Ja, u heeft het geraden. Tony Offermans (1854–1911) was één van de kunstenaars – hij speelde voortreffelijk piano – die in de beginjaren van de schildersinvasie zich voorgoed in Laren vestigde. Als begaafd redenaar die de humor niet schuwde, werd hij uitverkoren te midden van een uitgelezen schare kunstenaars en dorpelingen in 1907 te Mauvepomp te onthullen.

Hij was de zoon van de Haagse pianist Offermans en de hofzangeres bij wijlen Koning Willem III, mevrouw Offermans-van Hoven. Een groot schilder en pianist die zijn leven vulde met veel hobby’s. Vooral als goochelaar blonk hij uit. Een moedig mens die, ondanks zijn ongeneeslijke ziekte (hij wist dat hij vroegtijdig moest sterven), met zijn talenten heeft gewoekerd. Hij overleed op 57-jarige leeftijd en was in 1911 de eerste die op de pas geopende Algemene Begraafplaats ter aarde werd besteld. Van heinde en ver kwam men om de begrafenis bij te wonen, die echter deerlijk uit de hand liep. Toen de doodkist door de inderhaast opgeroepen gemeentewerklieden op plechtige wijze werd neergelaten, bleek de groeve te klein te zijn. De voorman die als voorlopige gemeentelijke doodgraver was aangesteld had zich als leek in de maat vergist. Met veel moeite werd de lijkkist, die klem zat, weer naast het graf geplaatst tot de grafdelver de kuil ruimer had gemaakt waarna de overledene tot opluchting van de ingetogen schare onder doodse stilte te ruste werd gelegd. Toen de belangstellenden de begraafplaats hadden verlaten verbrak de achtergebleven Jan Hamdorff de stilte door de voorman toe te snauwen; ‘Zeg, ‘Mort’’ (deze bijnaam was bij ieder bekend en de drager maalde daar niet om), ‘Zeg Mort, als jij dat bij mij lapt als ik onder de zoden moet, dan zal ik de duvel op je af sturen!’ De volgende morgen kwam de voorman met een vrolijk gezicht de kroeg van Hamdorff binnengestapt en nadat hij twee slukkies achterover geslagen had, haalde hij een meetlat te het Oosterend. Het eind ten Oosten van het dorp – daarom deze voorschijn, nam van de kroegbaas de maat op en mompelde ‘Een meter twee en tachetig, gôôd ongtouwe’. ‘Wat heb ik nu aan mijn kar hangen’, riep de hotelbaas verwonderd uit. ‘Ik het ‘n barre hekel an de duvel die je op me of wul sture. Mar ik het nou je gôôie lengte te pakke en reker mar dat ik je d’r gôôd onger zal stoppe.’ En met een ‘Dag meneer Hamdorff’ verliet de werkbaas de kroeg. ‘Hé lamstraal’, riep de kastelein hem na, ‘ik krijg nog twee borrels van je!’ ‘Dat is verekerd met de maet neme meneer Hamdorf en je mag t’r van mijn nog een neme as je hum zelfbetaold!’ En verdwenen was de olijkerd. Hoofdschuddend mompelde de waard: ‘Als Offermans dit had mogen meemaken had ie zich te barste gelachen!’ [uit: Laren door de straten heen, door Gerard Koekkoek]


Overzicht van straten in Laren | Berichten over de Tony Offermansweg op deze site: