Mijn oude buurt
Aangezien mijn ouders een druk horecabedrijf hadden, ben ik opgegroeid bij mijn grootouders Hein van de Veer en Mijntje Bitter, die woonden op Molenweg 51. Als je uit het dorp de St. Janstraat inliep, begon de buurt bij de Ambachtsteeg (nu Ambachtstraat).
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 110 [2009-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Willem Lanphen
Rechts stond het café van ‘Van de Laar’, door oudere Laarders Kaatje genoemd. Daartegenover woonde de verhuizer Jan Distelblom met zijn kinderen Emmy, Jo, Gerard of Gijs en Frits. Naast het café woonde nog een familie Van de Laar, die een schildersbedrijf had. Even verder aan de rechterkant was de Smidssteeg – tegenwoordig Smidslaantje, waar de familie Grootveld woonde met Gijs, Geert, Kees en de familie Voskuil met hun zoon Piet.
Op de hoek van het Smidslaantje was de winkel van paardenslager Bakema, die vroeger de ‘paardepiep’ werd genoemd, met zijn kinderen, waarvan ik alleen nog de namen Rie, Rob en Jan kan herinneren Tegenover de winkel van Bakema was de ingang van de Larense manege met de familie Petrus en hun zoon Dick, die ook wel Simon werd genoemd.
Halverwege de inrit van de manege stond de koekfabriek van Teeuwissen, die heerlijke dennenkoeken maakte, waar zijn ze gebleven! Aan dezelfde kant woonde de familie Ttrazegnits en daar tegenover de familie Kleinhoven met zoon Piet en dochter Riekie. (Ik vermeld alleen de kinderen van mijn eigen leeftijd). Riekie trouwde later met Dick Petrus.
Naast Kleinhoven woonde De Wit de schoenmaker en later Timo Bouwman de fietsenmaker, waar nu de garage is van Guus Bouwman. Aan dezelfde kant zien we dan de boerderij van Meep Calis en zijn vrouw Stien Majoor ‘Stien van Jaap van Stien’.
Als we oversteken zien we de houtzagerij van ‘Van Dijk’ met het witte woonhuis ernaast. Dan komt het huis waar vroeger de Kruisvereniging (red: Witgele Kruis) was en daarnaast een verbouwde boerderij, waar in het achterste gedeelte de familie Kuipers woonde met zoon Theo. In het voorste gedeelte op de hoek van de Boekweitskorrel was de aardappelhandel van Jan Hilhorst gevestigd, die ‘Jan Boertje’ werd genoemd. Hij had wel een stuk of tien kinderen, waaronder twee Jannen. Hijzelf werd ouwe Jan genoemd, de oudste zoon heette grote Jan en dan was er nog een kleine Jan. Op het grasveld daar voetbalden we heel vaak totdat de politieagent Geurts het zag en de bal afpakte, maar zodra hij ergens koffie ging drinken pakte het brutaalste vriendje soms de bal weer uit zijn fietstas.
Aan het plantsoentje ligt ook het café van Ant Willard, “De Beijenkorf”. De oudste dochter Nelly was met Randshuizen getrouwd en woonde naast het café. Er was nog een dochter Annie en een zoon Jacob. Naast het café staat een langgerekt huis, waarin het voorste gedeelte ook een aardappelhandelaar woonde t.w. Haxe en daarnaast de familie Stamer met zoon Timo en dochter Jopie, daarnaast woonde Oom Arie in een eenkamerwoning en daarnaast weer de familie Van der Veer, mijn grootouders. Aan de achterkant woonde Willem van Zomeren met o.a. Jan, Door en Corrie, dan Jan van Laar met vrouw Klaassie en kinderen en later Toon Bus met Gerda en Evert.
Mijn grootvader had een klein limonadefabriekje en ik mocht dan op de transportfiets de kistjes limonade bezorgen bij Theehuis Crailo (Aal de Puus), Café Puik aan de Smeekweg (Puk genoemd) en bij Gijs Duurland aan de Pijlsteeg (uk docht daje ereupe adde) die steeds vroeg: “van wee bin jij dur een?”, waarop ik antwoordde “Lanphen” zei hij dan “un Blarrukommer” en dan zei ik maar “mijn moeder komt uit Laren, ze is een Van de Veer” en hij vroeg dan weer “welke van de Veer”, dan zei ik “Hein van de Veer” en dan zei hij “oan eentje van Aan Vet”, zo ging dat vroeger.