“In den bloeiende Wijngaerdt”
Eén van de oudste zaken van ons dorp is de wijnhandel van de familie Van Huijstee. De grootvader van de huidige eigenaar, Johannes Wilhelmus Henricus (Jan) van Huijstee, was de grondlegger van deze zaak.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 137 [2016-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Wijnhandel Van Huijstee
Bep (G.L.) De Boer
Hij werd geboren te Amsterdam op 2 januari 1878 aan de Elandstraat nr. 5, als zoon van Wilhelmus van Huijstee (1838-1914) van beroep sigarenmaker en van Jacoba Susanna Barbara Wenting (1848-1939). Jan van Huijstee was tabakshandelaar. Hij trouwde te Amsterdam op 26 mei 1903 met Elisabeth Francisca Beatrix Kappelhof. Zij werd geboren te Amsterdam op 2 juli 1883. Op 23 november 1911 overleed zij aan tuberculose.
Tussen 1913 en 1917 kocht Jan van Huijstee van de heer P.C. van den Brink, eigenaar van de tapijtfabriek in het Smidslaantje, het pand St. Janstraat 16 als “buitenhuis”. Het huis werd gebouwd in de jaren 1880–1890. Pieter Cornelis van den Brink was een belangrijk man in Laren. Naast eigenaar van de tapijtfabriek was hij ook kerkmeester, raadslid en later ook wethouder van Laren vanaf 1897. Naar hem werd de P.C. van den Brinkweg genoemd. Jan hertrouwde te Amsterdam op 1 oktober 1913 met Bernardina Josepha Maria Agnes Prins. Zij werd geboren te Amsterdam op 26 oktober 1885. Van beroep was zij onderwijzeres Frans. Twee jaar later kochten zij in Laren de villa “Larendal”, aan de Stationsweg op de hoek van de Houtweg. De heer Van Huijstee werkte in Amsterdam. Daar was hij tabakshandelaar. Dagelijks ging hij met de Gooische stoomtram naar zijn kantoor aan de Oude Zijds Voorburgwal. In het midden van de 17e eeuw was deze handel ook doorgedrongen tot Amsterdam. En in 1914 was het nog steeds een levendige handel waarmee de heer Van Huijstee goed zijn brood kon verdienen. Hij kocht grote balen tabak en verkocht de tabaksbladen weer door aan de sigarenmakers en sigarenfabrikanten. In die tijd had een gezin van een sigarenmaker dat bestond uit man, vrouw en vier kinderen een inkomen van ongeveer ƒ 3,50. De man en de vrouw werkten thuis dan minstens 13 uur per dag terwijl de oudste kinderen nog eens 5 uur per dag meehielpen.
De man maakte de sigaren terwijl de vrouw en de kinderen de tabaksbladen stripten en er bosjes van maakten.
Tussen de twee wereldoorlogen zien we dat kleinschalige sigarenfabrikanten verdwijnen. Dat kwam door de grote invoer van goedkope sigaren uit Duitsland en de aanpassing van de tabaksaccijns in 1922 en later de economische crisis (beurscrash Wallstreet 1929), die funest voor deze bedrijven waren. Zodoende kwam in 1931 de klad in de tabakshandel en ging de heer Van Huijstee failliet. Nadat de zaak in Amsterdam was beëindigd, wilde Jan van Huijstee een wijnhandel beginnen. Om een wijnhandel te beginnen moest Jan van Huijstee eerst een volledige vergunning zien te krijgen om alcoholische dranken te mogen verkopen. Met een volledige vergunning kon men zowel per glas als per fles sterke drank verkopen. Toch handelde Jan van Huijstee al in wijnen, want in 1929 vinden we zijn naam in de lijst van winkeliers in een Winkelweek actie. En in 1930 had hij een bierbottelarij aan de Nieuweweg. Hoe hij dat kon combineren met zijn tabakshandel vertelt de historie niet.
In 1930 kocht Jan het cafeetje van J. A. Angel aan de Nieuweweg 26 in Laren. Vroeger was daar de besteldienst Fluks, nu is daar Esmeralda kindermode gevestigd. Hier begon hij met behulp van vrienden en bekenden een gezellig café waar velen kwamen om een borreltje te drinken.
In die tijd vernam hij dat de eigenaar van het “Paviljoen Larenberg”, de heer J.A. Dalloyaux er mee wilde stoppen. Het “Paviljoen Larenberg” stond, waar nu de Paviljoensweg is, in het grasland. Het “Paviljoen Larenberg” bestond uit een hotel en restaurant, overdekte terrassen en met een uitzichttoren van 45 meter hoog in de vorm van een Chinese pagode. Het paviljoen was te bereiken vanaf de Naarderstraat. Schuin tegenover de “Stichtse Hof” begon rechts van de weg een oprijlaan naar het 200 meter verder gelegen paviljoen. Het paviljoen had goede jaren gehad, maar omdat de aanloop van gasten tegen viel, zag de heer Dalloyaux het niet meer zitten en wilde de zaak verkopen. Samen met de heer A. Arnst zette Jan van Huijstee de zaak voort. Of zij de zaak kochten, is niet bekend. De vergunning die op naam stond van de heer Dalloyaux werd over geschreven op 31 maart 1932 op naam van de heer Van Huijstee en per 22 april 1932 op St. Janstraat 16 overgeschreven. Toen liep door Laren de Rijksweg van Amsterdam naar Amersfoort over de Naarderstraat, de Brink en de Eemnesserweg. Dat werd in 1931 anders, toen kwam de Rijksweg op de plek waar nu de A1 loopt. Dat gaf dus weinig passanten voor het paviljoen en daar hadden de nieuwe eigenaren geen rekening mee gehouden. Van Huijstee en Arnst hebben niet lang plezier gehad van hun paviljoen. Al snel gaven ze het op en het paviljoen werd daarna in 1934 gesloopt. Toch wilde Van Huijstee wat met zijn vergunning ondernemen. Dus begon hij een wijnhandel in zijn buitenhuis aan de St. Janstraat 16. Weer met hulp van veel bevriende kunstenaars heeft hij zijn zaak opgebouwd.
Ook wilde Van Huijstee een mooie, klinkende naam voor zijn zaak. In 1924 schreef de Vlaamse schrijver Felix Timmermans het boek “De pastoor uit den bloeiende wijngaerdt”. Mogelijk dat hij het boek in handen heeft gekregen want dat leek hem wel een mooie naam; “In den bloeiende wijngaerdt”. Van Huijstee bouwde door. De zaak floreerde en werd officieel in 1934 geopend. Het café aan de Nieuweweg was sinds 1930 een slijterij met de naam “Het wapen van Laren”.
Op 10 september 1950 overleed Jan van Huijstee en werd hij begraven op het St. Janskerkhof in Laren. Na zijn overlijden ging zijn vrouw op St. Janstraat nr. 18 wonen en werd de zaak voortgezet door zijn zoon J.A.B.M. van Huijstee. Hij was het 8e kind van de 12, Joannes (Jan) Albertus Bernardinus Maria van Huijstee. Hij werd geboren te Laren op 12 juni 1920. Trouwde op 17 februari 1947 te Laren met Bertha Adriana Brouwer. Geboren te Hilversum op 27 juli 1924. Jan jr. had de liefde voor het vak met de paplepel ingegeven gekregen. Daarom wilde hij in 1940 zijn wijnkennis in Frankrijk gaan vergroten bij de Franse wijnboeren. Helaas brak toen de oorlog uit en werd hij opgeroepen voor de militaire dienst. Hij kwam op in Alkmaar, maar hij moest dienst doen op het vliegveld Ockenburg. Maar vechten tegen de Duitsers werd niets. De militairen van het vliegveld werden door hun meerderen geadviseerd hun munitie in de Nieuwe Waterweg te dumpen en naar huis te gaan. Jan jr. zou opgeroepen kunnen worden voor dienst doen in Duitsland, dus dook hij onder in een huis aan de Goyergracht Zuid. Overdag ging hij werken in het fruitrestaurant “Tomatuva” aan de Rijksweg tussen Laren en Baarn. De eigenaar was de heer H.A. Pot. Het lag aan de overkant van de weg, aan dezelfde kant als hotel “De Witte Bergen”. In Tomatuva heeft hij kunnen werken zolang er geen gevaar was. Daar heeft hij peren in flessen laten groeien en er sterke drank in gedaan. De flessen staan nu nog in de zaak.
Na de oorlog heeft hij zich weer volledig kunnen wijden aan zijn werk. Hij bouwde de zaak verder uit met een ruim klantenbestand. Er werkten onderhand veel mensen in de zaak. Zoals b.v. Herman Mulder die met de bakfiets de bestellingen ging bezorgen. Ook vele meisjes hebben hier gewerkt op kantoor en in de winkel zoals Anneke Botterman, Sylvia Nauta en Willy Slagmolen. En Gerrit van den Brink deed weer het wat zwaardere werk. De zoon van Jan jr. I.J.W.M. van Huijstee, werkte ook mee in de zaak en in 1972 kwamen zij overeen dat de zaak een B.V. moest worden. Dus heet de zaak voortaan “J.W.H. van Huijstee – Wijnhandel B.V.”. Ignatius Jacobus Wilhelmus Maria (Ignace), werd geboren te Laren. Hij trouwde in 1984 met Astrid K.H.M. Brandt, geboren te Nieuwer Amstel. Na de pensionering van zijn vader nam Ignace de zaak over. Hij runt die nu samen met zijn vrouw Astrid. Zijn vader, J.A.B.M. van Huijstee overleed te Laren op 24 april 2008 en werd begraven op het St. Janskerkhof te Laren.
Bronnen: Het echtpaar Van Huijstee-Brandt; Laarder Courant De Bel; “Zes eeuwen Van Huijstee” door T. van Huijstee; Hist. Kring Eemnes, 1992 nr. 3; Hist. Kring Laren, nr. 134; “De Nederlandse sigaar”, door Wim Sanders; “Het paviljoen Larenberg” door A.M.M. de Valk; “Laren door de straten heen” door G. Koekkoek en Archief auteur.