Het opmerkelijke leven van August Le Gras – deel 5 (slot)
Tien bevlogen jaren
Da’s ook toevallig! Op zondag 4 oktober 2020, nota bene Werelddierendag, wandelde ik op de heide twee dames met wel drie honden tegemoet. Een van de honden leek wel een sloughi, maar het was een salouki. Een heel verschil werd me door een van de dames, Hélène Mijnhout, al snel duidelijk gemaakt. Ze wist veel van deze windhonden en was ook bekend met de naam August Le Gras.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 154 [2020-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
De serie ‘Het opmerkelijke leven van August Le Gras’ bestaat uit 5 delen:
Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5
© Peter C.L. van der Ploeg
Zij bracht me in contact met een vrouw die ‘misschien wel alles wist over de sloughi’. Deze expert, Els Giebels, die beschikt over het in leer gebonden sloughi-stamboek vertelde mij dat de foklijn van door August geïmporteerde en gefokte honden omstreeks 1940 aan zijn einde kwam. Zij informeerde mij ook dat kunstschilder en collega van August Le Gras, Frans Langeveld (1877-1939), een sloughi uit de kennel ‘Beit es sleq’- Huis van de sloughi- mee naar huis nam. Kennelijk voorzag August een aantal van zijn schildervrienden van sloughi’s. In het vorige, vierde artikel heb ik al vermeld dat de kunstschilders Manus van der Ven en Jaap Dooijewaard ook door August werden voorzien van deze bijzondere Arabische jachtwindhond. Het gaf een goede reden om niet de hele dag voor de schildersezel in het atelier te blijven hangen, maar juist regelmatig de natuur in te gaan.
August Le Gras, waarschijnlijk de laatste foto; juni 1915; ©Familiearchief Le Gras
Het leuke van onderzoek
Het leuke van het onderzoek naar het leven en werk van August Le Gras is dat je telkens weer nieuwe ‘oude’ dingen ontdekt. Feiten die in oorsprong bekend zijn geweest bij betrokkenen, maar door latere generaties worden teruggevonden of herontdekt in het bronnenmateriaal. Ik geef een mooi voorbeeld. De voorpagina van Kwartaalbericht 153 toonde een foto van August en zijn vrouw Frederique. De foto dateert van 1899 en zij is gekleed in (Larense?) klederdracht. Wat ik bij het schrijven van artikel 4 nog niet wist en nu wel, is dat het echtpaar hier poseert voor ‘Logement de Pandelaar’ aan de Brink in Laren. “Een schamele woning, waarin zich geen water, geen gas, geen elektriciteit en natuurlijk ook geen telefoon bevond”. 1) Zij verbleven hier na hun huwelijk op 1 november 1899 tot hun spoedige vertrek naar Tunesië en Algerije, de bestemming van hun huwelijksreis.
“August Le Gras is een bizonder krachtige en energieke persoonlijkheid.”
H.M. Krabbé
Sjeik August de multi-tasker
Sommige mensen hebben vele pijlen op hun boog. We kennen August omstreeks 1900 als een portret-, dieren en landschapsschilder. Hij is lid van de kunstenaarsverenigingen St. Lucas en Arti et Amicitae in Amsterdam, waar hij regelmatig exposeert. Daarnaast is hij een kennel gestart waar hij fokt met sloughi’s die hij vervolgens verkoopt aan liefhebbers van deze jachtwindhonden. Bovendien is hij in januari 1903 de oprichter van de ‘Nederlandsche Sloeqi-Club’(N.S.C.), een vereniging waarvan hij in 1910 nog staat vermeld als president. De vereniging heeft als doel de instandhouding en veredeling van het sloughi-ras.2)
In augustus 1903 richt August nog een club op: ‘Club de Tien’. Hij brengt een groep jonge schilders bijeen die tussen 1903 en 1919 in wisselende samenstelling meer dan 80 succesvolle verkooptentoonstellingen organiseert op locaties in heel Nederland.3) Hij is in 1903 echtgenoot en vader van twee dochters. Maar daar blijft hij niet voor thuis. Althans niet voortdurend.
August is ook een reiziger. Geen toerist, maar een reiziger die zich onderscheidt van de toerist door de maandenlange perioden, die hij verblijft in Algerije en Tunesië en de mate waarin hij zich aanpast aan de bevolking. Hij bestudeert en volgt hun leefwijze. Zijn kennis van het Noord-Afrikaanse leven verwerkt hij al in 1896 in het prachtige diorama ‘Een huwelijk in de Sahara’, dat enkele jaren te zien was in het Panoramagebouw in Amsterdam.
August en Frederique voor Logement de Pandelaar, 1899, © Familiearchief Le Gras
Bij de feestelijkheden rondom 25 jaar Koningin Emma in Nederland in februari 1904 wordt zijn expertise en die van andere schilders die Algerije en of Tunesië bezochten, ingezet bij het optuigen van een Arabisch dorp in de grote zaal van het Paleis voor de Volksvlijt in Amsterdam. Het ontwerp en de tekeningen voor het dorp zijn van August Le Gras.
De schilder H.M. Krabbé schrijft hierover dat de voorstellingen, verluchtigd met Oosterse dansen,: “… in hoofdzaak het werk van Le Gras” waren.4) Hoe kreeg hij zijn medeschilders zo ver? Hoe overtuigt hij betrokkenen om voor dit Koninklijk jubileum een Arabisch Dorp in te richten? Misschien geeft Krabbé hier ook het antwoord wel op. “August Le Gras is een bizonder krachtige en energieke persoonlijkheid.”5) Bij deze gelegenheid spreekt August in zijn rol en verkleed als sjeik Koningin Emma toe in het Arabisch!
“…het wettig hoofd, de sjeik, -voorgesteld door den schilder leGras-, in zijn landstaal, een heilwensch uit op de hooge bezoekster. Z’n woorden werden door den heer A. Hesselink in ‘t Nederlandsch vertolkt, en luidden ongeveer als volgt: «Geloofd zij Allah, dat hij uwe schreden richtte naar onze stad; Wij weten hoe geliefd gij zijt bij uw volk. Het hangt u aan met groote liefde, niet omdat het u vreest, maar wijl het u werkelijk lief heeft, want gij doet wel overal waarheen ge u wendt; Wij smeeken van hem dat hij u moge zegenen tot in lengte van dagen, dat hij u schenke gezondheid en vreugde, dat hij zegen brenge over uwe kinderen, uw huis en uw volk. Amin!”6) Bij het verlaten van het dorp ontvangt de vorstin een perkamenten rol met de tekst en het zegel van de Algerijnse stad Gardaia.7) Zo leren we dat het Arabische dorp is geënt op een van de favoriete bestemmingen van August.
Poster Huldefeest, Martin Monnickedam. Herkennen we misschien August Le Gras in de met rode Fez getooide Arabier op de voorgrond? Bron: https://beeldbank.amsterdam.nl/afbeelding/010109000277 met dank aan Karla Mulder, die mij hierop attent maakte. Zij doet onderzoek naar Henk de Court Onderwater(1877-1905), een ‘Club De Tien’ collega van August. https://henkdecourtonderwater.nl
Johan Gebhard, goede vriend van Le Gras, speelt in het Arabisch dorp in de opvoering van een Arabische bruiloft de rol van Marabout, een grote heilige die hier trouwt met Mej. van Dantzig8), die fungeert als zijn bruid.9)
Verder zijn het voornamelijk de leden van de schildersvereniging van St. Lucas die de aankleding verzorgen en het Arabisch dorp bevolken. Het eindigt natuurlijk in een groot feest.
What is in a name?
Recent las ik een bericht over de naamgeving van een kind, die bij de autoriteiten in Californië niet in de smaak viel. De Amerikaanse wet tolereert geen cijfers en tekens in namen. De innovator Elon Musk en zijn vriendin Claire Elise Boucher, beter bekend als de zangeres ‘Grimes’ “mochten hun kind niet X Æ A-12 noemen en daarom heet hun zoon nu X AE A-XII.”10) Deze naam was voor Musk, bekend van Tesla, Pay-pal en Space X, en zangeres Grimes misschien een creatieve ingeving, die als ‘Ex Ash A Twelve’ wordt uitgesproken.12)
Na de geboorte van hun twee dochters, Auguste Frederique en Louise Pauline in 1900 en 1902, was het in juni 1904 de beurt aan een zoon. Geïnspireerd door de grote liefde van de ouders, zeker die van August voor de Arabische cultuur, noemen ze hun eerstgeboren zoon August Mohammed. De burgerlijke stand van de gemeente Blaricum weigert deze naam bij de aangifte van de geboorte te registreren. Het probleem zit in ‘Mohammed’. De naam van de profeet van Allah wordt niet toegestaan. De overlevering in de familie vertelt dat August boos wegloopt uit het gemeentehuis en zegt: “dan wordt mijn zoon maar niet ingeschreven.” Uiteindelijk komt Blaricums burgemeester Hosang er aan te pas12)+ 13). In het trouwboekje en de gemeentearchieven wordt uiteindelijk de naam August Mohammed vastgelegd. In 1905 was het invoeren van een on-Nederlandse naam in het geboorte-register maatschappelijk niet geoorloofd. Hoe zouden August sr. en August Mohammed daar vandaag anno 2020 tegen aankijken?14) In de top tien15) van de meest gekozen jongensnamen in Nederland in 2019 staat ‘Mohammed’ in een van de vele gebruikte modaliteiten op de zevende plaats.16)
Links: Straatje in het Arabisch dorp, links voor zien we Marabout Johan Gebhard en als zijn bruid Mej. van Dantzig. Bron: Stadsarchief Amsterdam.
Rechts: Arabisch dorp naar ontwerp van August Le Gras; Staand linksboven August Le Gras als sjeik; Bron: Stadsarchief Amsterdam.
Naar school
Bij de geboorte van het vierde kind in december 1905, een tweede zoon Auguste Nicolaas (27-12), woont het gezin Le Gras in de schitterende nieuwe villa St Lucas in Laren. Volgens de familieoverlevering werd dit pand gebouwd met geld van Frederique. Haar familie bezat aandelen in de Russische spoorwegen en die kwamen haar via erfenissen toe. Het bouwen van het schilders-atelier voor de heer Le Gras vergt een forse aanbesteding van f. 17.470,-.17) Dat bedrag in het jaar 1905 heeft een ‘koopkracht’ van f. 488 104.22 (€ 221 492.04) in het jaar 2018.18) Toch zou het onmogelijk zijn deze villa vandaag voor zo’n bedrag te kopen. Hetgeen wel iets zegt over de waardestijging van onroerend goed ten opzichte van valuta.
Zonnehoeve, voorloper van de Gooise School 1906. Op de foto is ook de zesjarige Louise (Pauline) Le Gras afgebeeld. Maar uit de opsomming van rijen en namen door Gerard Koekkoek is me niet duidelijk op welke plek zij staat. Ook de 12-jarige Lou Loeber staat op de foto met andere kinderen uit de gegoede families zoals: Dudok van Heel, Hosang, van Eeghen. De man is het schoolhoofd H.H. van Es. Bron: Gerard Koekkoek; Kent u ze nog de Laarders; Europese bibliotheek, Zaltbommel; 1986.
Op 4 juni 2021 zal het 115-jarig19) bestaan worden gevierd van de Gooische Schoolvereniging.20) De school werd opgericht in 1905. Een van de mede-oprichters en bestuursleden is August Le Gras, al ligt het initiatief bij Gerard Loeber (1865-1950, een rijke papierfabrikant en de vader van de bekende geometrisch abstracte schilderes Lou Loeber (1894-1983).21) Al in zijn villa Zonnehoeve aan de Blaricummer Tollaan krijgen zijn eigen kinderen en enkele andere kinderen privé-onderwijs. De school richt de aandacht meer dan andere scholen op het individuele kind. Door de toenemende belangstelling besluit men een grotere school te starten. Een herencomité onder leiding van Gerard Loeber waarvan ook August Le Gras deel uitmaakt, koopt een stuk grond genaamd ‘Standelkruid’ aan de Oud-Blaricummerweg waar de nieuwe school in 1907 zal worden gebouwd.22) Waarschijnlijk niet geheel toevallig, grenst het bouwterrein aan het land waarop in 1905 de familievilla St. Lucas van de familie Le Gras verrijst.
Er bestaat een mooie en toch ook ontroerende verwijzing naar vader Le Gras en zijn jongste dochter als zijn ogen haar opzoeken in haar schoolklas. Het gaat om de in 1909 geboren Johanna Theodora. Het familiehuis staat naast de school. Met een ladder onder zijn arm loopt hij naar het schoolgebouw. Het gaat om een observatie in het laatste levensjaar van August. Johanna zal 6 jaar oud zijn geweest. Het citaat is een enkele zin uit een typering van het leven in schildersdorp Laren in de zomer van 1915.
“August Legras zette een ladder tegen de voorpui van de Gooise School en klom naar de eerste verdieping om zijn lievelingsdochtertje toe te knikken ‘… effe naar Jopie kijken’.”23)
Jaarboeken Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbranding’ Bron: Archief Koninklijke Facultatieve.
De Facultatieve ca. 1910
August Le Gras was modern met zijn opvatting over lijkverbranding. Zo ontdekte ik op Delpher.nl, de website waar je in oude kranten en tijdschriften kunt speuren, zoekende naar vermeldingen van August. In een artikel in een Zeeuwse krant trof ik een vermelding aan van het lidmaatschap van de ‘Facultatieve’ van een zekere Aug. Le Gras. Hij stelt zich niet herkiesbaar.24) Verder onderzoek bracht aan het licht dat August in 1909 en 1910 lid was van het hoofdbestuur van de ‘Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbranding’.
De ‘financieele Commissie Le Gras’ was succesvol met het inzamelen van geld, waardoor de bouw van een crematorium het volgend jaar mogelijk zou worden. Zo lees ik in het jaarverslag over 1909.25) In 1910 bedankte hij en stelde zich niet meer verkiesbaar. Zoals bekend werd August na zijn dood niet gecremeerd, maar begraven. Crematie werd in 1915 sporadisch uitgevoerd, het was eerder uitzondering dan gebruik en nog slechts beperkt mogelijk en toegestaan. De vereniging bestaat nu nog onder de naam Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie.26)
Proeve van een illustratie uit 1001 Nacht door Johan Gebhard. Bron; Inlegblad, Tentoonstellingscatalogus 1912. Particuliere collectie.
Met Johan Gebhard in het Stedelijk 1912
Oprichter en Club De Tien president Le Gras neemt voor het laatst deel aan een tentoonstelling van ‘De Tien’ in Hilversum van 14 tot en met 28 juli 1912.27) In 1903 was ‘De Club’ in Hilversum begonnen en voor August eindigt zijn deelname in 1912.
In de krant lezen we nog dat hij een schilderij schenkt voor de loterij die is georganiseerd voor zijn oud collega van ‘De Tien’ Emanuel van Beever (1876-1912). De opbrengst van de loterij is bestemd voor nabestaanden van deze schilder.28) Mogelijk kon August zijn activiteiten niet allemaal meer onderhouden en heeft hij keuzes gemaakt. Hij reist voor lange perioden naar Algerije en Tunesië, heeft het druk met andere, grote tentoonstellingen gewijd aan zijn werk. Zoals de grote tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De tentoonstelling duurt van 10 februari tot en met 5 maart 1912. Ik licht deze expositie er uit omdat het een duo-tentoonstelling met zijn ‘dikke’ vriend Johan Gebhard betreft en omdat er zoveel werken van hem en August worden geëxposeerd. Johan Gebhard heeft evenals August Algerije en Tunesië bereisd en zij hebben zeker één keer samen zo’n reis gemaakt.29) Mogelijk zelfs is Gebhard in 1918 afgereisd naar Noord-Afrika en nooit weerom gekomen, maar dat is pure speculatie. Feit is wel dat Gebhard na 1918 uit de officiële registers is verdwenen.30) In Amsterdam toont hij meer dan 150 originele (pen-)tekeningen van door hem geïllustreerde (Sprookjes-)boeken. Het zijn: Sprookjes van Grimm (118), 1001 Nacht (27) en Tijl Uilenspiegel(3).31)
Wandelaar voor een moskee in Kairouan; August Le Gras; Olieverf op doek; 45 x 60,5 cm.
Er is ook veel werk van August te zien. Het is verdeeld in 6 locaties en 2 categorieën. Het zijn schilderijen en studies uit: Algiers, Boghari, Bou-Saäda, Gardaïa in Algerije en Kairouan in Tunesië. De categorieën omvatten Figuurstudies en Krijttekeningen. Al met al een grote hoeveelheid werk waar bezoekers en kopers op afkomen. Daaronder worden vermeld diverse schilderijen van de moskeeën in Algerije en Tunesië. Het is goed mogelijk dat onderstaande schilderijen in 1912 deel uit maken van de tentoonstelling.
Het werk van August Le Gras krijgt vaak geen enthousiaste pers. Daar herinnert recensent Carel Dake zijn lezers aan in zijn beoordeling van de duo-tentoonstelling in het Stedelijk. Gelukkig meent hij dat:
“… de energieke en ijverige kunstenaar er in geslaagd is, gedurende zijn laatste Noordafrikaansche studiereis, werk te maken van over het algemeen zeer goede kwaliteit.”32) De verslaggever van de NRC sluit daarbij aan: “… zijn kleur heeft in het algemeen – vergeleken bij vroeger- gewonnen aan beschaving en uitdrukking. Zij is meer uit de verf.”33) Over het werk van Gebhard schrijft hij: “In tegenstelling met dat van Le Gras treft dit werk juist door het expressieve, de beweging, het dramatische en een vaak geestige opvatting en uitvoering van wat de tekstdichters de fantasie van hun lezers voorschotelen”.34)
Heel complimenteus klinkt de Amsterdamse correspondent van De Nieuwe Courant. August Le Gras “tracht zijn toeschouwer mee te krijgen in zijn bewondering voor Boghari, Kaïrouan, en de woestijn Gardaïa; en telkens als hij een lucht in zijn diepst blauwe praal, of een poortje met zijn slagschaduw vóóraan en zijn van etherisch licht tintelenden doorkijk betrapt, schijnt de geest des schilders te voorschijn te treden om den toeschouwer hartstochtelijk te betoogen dat het toch zoo wondermooi is. Het moet gezegd, dat hij in de overgroote meerderheid van zijn doeken daarin slaagt…”35) De correspondent moedigt de lezers dan ook aan tot bezichtiging.
De illustrator en schilder verkopen goed. Gebhard 18 tekeningen en Le Gras 2 tekeningen en maar liefst 35 schilderijen.36) Het geeft nog eens aan hoe groot rond 1910 de belangstelling is gericht op de Arabische Oriënt.
Avondschemering in Kairouan; August Le Gras; Olieverf op doek; 50 x 60 cm.
Broeder August de vrijmetselaar
Het is niet eenvoudig vrijmetselarij te definiëren. Genootschappen of loges worden over de hele wereld gevonden en zijn onafhankelijk van elkaar. De leden komen op regelmatige basis bijeen in hun loge of werkplaats. Tot in de 19e eeuw is het vooral een mannenaangelegenheid, maar sedert die tijd ontstaan ook vrouwen- en zelfs gemengde loges. In Nederland hebben loges vaak hun eigen gebouw. In principe kan iedereen toetreden ongeacht afkomst of beroep. Men streeft een betere wereld na voornamelijk door kennis te vermeerderen die leidt tot verandering en verbetering van de menselijke aard.37)
Het is niet bekend hoe de dertigjarige August geïnteresseerd en betrokken raakt bij de vrijmetselarij. Via de archieven van het Vrijmetselaarmuseum in Den Haag achterhaal ik, dat hij in 1894 als kandidaat binnenkomt bij de Amsterdamse loge ‘Concordia Vincit Animos’, hetgeen de betekenis draagt van ‘Eendracht verbindt de geesten’.38) August Le Gras wordt door Dr. L. Van Doesburgh, geneeskundige en ere-lid van de Loge voorgesteld als kandidaat.39) Mogelijk voelt hij affiniteit met August, daar zijn dochter Elsa van Doesburgh (1875-1957) vanaf 1893 aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten wordt opgeleid tot kunstschilderes.40)
De vrijmetselarij is een hiërarchische organisatie. Je start als leerling, wordt daarna metgezel en uiteindelijk meester. Het is tekenend voor de onafhankelijke geest August, dat hij bij zijn initiatie, waar hij de belofte van gehoorzaamheid aflegt, eerst nog informeert wat die gehoorzaamheid precies inhoudt, alvorens zijn “dat beloof ik” uit te spreken.41) Karakteristiek is ook dat hij slechts een half jaar later een buitenlidmaatschap aanvraagt, omdat hij op het punt staat voor langere tijd naar Algiers te vertrekken. Aan het eind van de vergadering wordt… “Broeder Le Gras een van harte tot weerziens toegeroepen.”42)
In daarop volgende jaren zullen de broeders August vaker hebben uitgezwaaid gezien zijn aanhoudende reislust. Tussen de reizen door is hij een loyaal lid en klimt hij op in de rangen. Zo zien we dat hij in 1901 is geïnstalleerd als meester.43) Enkele jaren na zijn huwelijk in 1899, wanneer August zich in 1905 met zijn gezin in villa St Lucas in Laren heeft gevestigd, verruilt hij de Amsterdamse loge voor de in 1891 uit een fusie ontstane loge ‘De Gooische Broederschap’ in Hilversum. Samen met andere broeders verzoekt de loge volledige bevoegdheid, dat door het overkoepelende Grootoosten wordt toegekend.44) Tot zijn overlijden in 1915 blijft August de broeders trouw en zij hem en zijn gezin zelfs na zijn dood. Via de Louisestichting van de vrijmetselaars worden zijn nog jonge kinderen, halfwezen, opgevangen.45)
Papa Guus
Wanneer August naar Algerije en Tunesië reist, blijft het jonge gezin in Laren achter terwijl hij het bijzondere licht van de Algerijnse Sahara in zijn schilderijen tracht te vangen. Daar leeft hij te midden van de plaatselijke bevolking zijn schildersleven. Hij schildert de straatjes en de moskeeën, de woestijn en de bedoeïenen, het felle licht en de witstenen gebouwtjes. Hij leert de zeden en gewoonten van de autochtone bevolking kennen en de mores van de bezetter door de aanwezigheid van de Franse militairen.
August houdt zielsveel van zijn vrouw en kinderen die hij soms langer dan een half jaar niet ziet en kan knuffelen. Van beide kanten is daar wel behoefte aan. Het contact wordt onderhouden door middel van correspondentie in brieven en ansichtkaarten.
In zijn brief aan Louisa Pauline, zijn oudste dochter, vertelt hij dat hij erg druk is met zijn werk. Zoals bij alle kinderen informeert hij naar hun huisdieren en bij Louisa Pauline, die hij aanschrijft als “Lieve Vogelijn” zijn dat haar vissen: “Zorg dat je visschen het ’s nachts niet te koud hebben. Als er zon is, zet ze dan in de voorkamer in de zon.”46) Bij Mohammed informeert hij naar de schildpad, de egel en of er al kuikens zijn. Doch Mohammed is niet alleen in dieren geïnteresseerd. In een brief vanuit Algerije aan zoon Mohammed schrijft hij: “Nu mijn jongen heb ik je heel wat postzegels gestuurd, waarbij veel die je nog niet had. Als ik thuis ben gaan we samen weer uitzoeken en opplakken. Gepakt en gezoend door je innig liefhebbende Pappie Guus.”47) Wat vooral doorklinkt in de brieven van de kinderen aan August is dat ze uitkijken en verlangen naar zijn thuiskomst.
Aan zijn “Lieve vrouw” laat hij in een briefkaart weten dat hij boft met het weer. “Vandaag zag ik geen wolkje- daarbij geen wind, wat zoo hinderlijk kan zijn, omdat je werk bibbert en er stof in de verf komt.”
En hij eindigt: “Nu allen gekust door den gelukkig werkende Guus.”48) Het is duidelijk: August is daar in Algerije en Tunesië om de kost voor zijn gezin te verdienen. Uit zijn brief aan Louise Paulina licht ik nog een interessant fragment: “Wat je over mijnheer van Es schrijft is al heel gek. Ik betaal al geweldig veel schoolgeld. En nu wil hij nog dwaze uitgaven. (…) Mijnheer van Es denkt zeker dat alle mensen rijk zijn.”49) De heer Van Es is het schoolhoofd van de Gooise School Vereniging.
Stilstand in ontwikkeling
August heeft veel geschetst en geschilderd in zijn Noord-Afrika, hij bracht er zijn halve leven door, in Algerije en Tunesië. Hij heeft ook veel geschreven over zijn reizen. Want al waren met name Tunis en Algiers rondom 1900 voor veel gegoede en rijke burgers een druk bezochte toeristische bestemming, het merendeel van het Nederlandse volk ontbreekt het aan de financiën. Een deel van hen heeft door de exposities van zijn schilderijen en tekeningen, zijn diorama ‘Een huwelijk in de Sahara’ in het Panoramagebouw, zijn reisverhalen en publicaties in diverse kranten en tijdschriften, een idee kunnen krijgen van die magische, mystieke en geromantiseerde Oriënt. En hoe oordeelt Le Gras zelf over het leven in de mohammedaanse wereld? De Reiziger is August Le Gras.
De reiziger zegt: “Twintig jaar geleden kwam ik hier voor het eerst. Het was toen kort na de inbezitneming door de Franschen. Hoe prachtig is de Europeesche beschaving hier in die twintig jaren door gedrongen. Alles spreekt nu Fransch, telegrafeert, zit op stoelen, tapt schuine moppen en…, zuipt.”
De Fransche regeering geeft hoog op van haar plicht tot verbreiding der beschaving. Maar als dit de beschaving is, die het radicale Frankrijk aan zijne nieuwe koloniën brengt – dan zou het voor de arme volkeren in Afrika toch maar beter zijn, dat de ‘beschaving’ uitbleef!”50)
Evenzogoed oordeelt hij snoeihard over de Arabieren in misschien wel het laatste stuk dat hij in zijn leven schrijft: Maatschappelijke verhoudingen onder de Arabieren. Dit essay verschijnt in 5 afleveringen in april 1915.51)
Twee kinderen met sloughi op bospad; August Le Gras; Olieverf op doek; 52 x 34 cm; ca. 1910; Particuliere collectie. Het is aannemelijk dat het hier gaat om twee kinderen van August Le Gras; August Mohammed (staand rechts naast de sloughi) en August Nicolaas (zittend).
Honderd jaar eerder, honderd jaar later
Opmerkelijk en eigenlijk fascinerend is dat August Le Gras in deze serie van vijf artikelen in 1915 drie oorzaken van de stilstand in de ontwikkeling van de Oosterlingen noemt. Deze laten zich goed vergelijken met de drie kernproblemen die Ruud Koopmans, hoogleraar sociologie, in 2019 concludeert in zijn boek: ‘Het vervallen huis van de islam’.
- Een gebrek aan scheiding tussen religie en staat
- De achtergestelde positie van de vrouw
- Geringschatting van seculiere kennis in vergelijking met de drie problemen die August Le Gras signaleert:
- Eerbied voor en macht van den ouderdom.
- De Godsdienst en als uitvloeisel daarvan, de eerbied voor den geestelijke adel en de religieuze orden.
- De positie van de vrouw.
Lees daarbij de toelichting die Le Gras geeft op de punten die hij naar voren brengt en dan laat zich constateren dat hij 100 jaar voor Koopmans tot een overeenkomstige visie besluit.
In zijn boek schrijft Koopmans: “De laatste paar honderd jaar is de islamitische wereld in een neerwaartse spiraal terechtgekomen, waarop heersende elites in islamitische landen in eerste instantie met een politiek van autoritaire verwesterlijking van bovenaf regeerden. Het mislukken van die opgelegde modernisering die de kern van het westerse succes – democratie en individuele vrijheid – miskende, leidde tot de opkomst van een fundamentalistische tegenbeweging. De fundamentalisten wijzen de waarden van het Westen radicaal af en propageren een terugkeer naar de wortels van de islam door een letterlijke navolging van de regels van de koran en het voorbeeld van de Profeet Mohammed en zijn tijdgenoten in de zevende eeuw. In de afgelopen veertig jaar – sinds de omwentelingen in verschillende islamitische staten in het revolutiejaar 1979 – heeft dit fundamentalisme de Islamitische wereld steeds vaster in zijn greep gekregen. Het presenteert namelijk als oplossing precies datgene wat er voor verantwoordelijk is dat de islamitische wereld zo ver achterop is geraakt bij de rest van de wereld.”52)
Als vader thuiskomt
Er is een schriftje bewaard gebleven van Louise Pauline waarin ze schrijft over de thuiskomst van vader.
Graag sluit ik daar mijn serie van vijf artikelen over het opmerkelijke leven van August Le Gras mee af.
Als Vader thuiskomt
Het is s’ nachts, 2 uur, en we liggen allemaal wakker in bed. Moeder heeft ons den vorigen dag gezegd dat vader thuiskomen zal. We blijven niet op tot 2 uur, maar we gaan gewoon naar bed. Ik blijf een beetje langer op, om met moeder de tafel klaar te zetten: s’ zomers vruchten, s’ winters taart. Ook hebben we s’ middags de stoel versierd met echte of nagemaakte bloemen. Die zetten we dan zolang in de koele gang totdat vader thuiskomt.
Eindelijk nadat ik Mohammed al sommetjes heb opgegeven uit verveling, hooren we een rijtuig door de tuin rijden. We vliegen uit bed en roepen: ‘Hoera!, Hoera!, Vader komt thuis’. Vlug onze pantoffeltjes aan en dan naar beneden, terwijl we elkaar aanhitsen, toch maar vlugger de trap af te gaan. Moeder is al beneden en doet net de deur open. Een ogenblik later vliegen we vader allemaal om den hals. Ondertusschen brengt de koetsier allerlei koffers in de hal en wij brengen nadat we vader hebben gezoend, gauw de stoel naar binnen. Dan trekken wij hem er op. Moeder sluit de deur weer en komt ook binnen. Daarna moet vader gaan vertellen grappige en enge verhalen.53)
Mijn Hartelijke dank aan de familie Le Gras voor alle belangstelling en medewerking.
Noten:
- De hondenwereld, Kerstnummer 1979, van Ommen Kloeke; Het verhaal van de mysterieuze kunstenaar; Wie was toch die Le Gras?, blz. 1400.
- De Sloeqi; Eenige schetsen en wetenswaardigheden aangaande den sloeqi; NSC, 1910.
- Zie mijn artikelen over Club De Tien in Kwartaalberichten 140, 141, 142 en 143. (2017).
- H.M. Krabbe in ‘De Club De Tien’ in Op de hoogte jrg 2, 1905, 01-01-1905.
- idem.
- De Koningin-moeder te Amsterdam; Soerabaijsch handelsblad 04-03-1904.
- De Koningin-moeder te Amsterdam; Alkmaarsche Courant; 7 februari 1904.
- Waarschijnlijk Rachel van Dantzig (1878-1949), beeldhouwster; zie RKD: https://rkd.nl.
- Stadsnieuws; Voorbereidselen Fancy-fair; Algemeen Handelsblad 02-02-1904; Met dank aan Karla Mulder.
- Musk zet weer reuzenstap met Tesla: ‘Concurrentie krijgt schop onder de kont’; Nu.nl; zaterdag 26 september 2020.
- https://www.vogue.nl/celebrity/nieuws/a32398288/grimes-elon-musk-bevallen-baby-naam.
- Albert Adriaan Hendrik Hosang (1867-1924) https://nl.wikipedia.org/wiki/Albert_Adriaan_Hendrik_Hosang.
- Burgemeester Blaricum 1895-1911 https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_burgemeesters_van_Blaricum.
- August Mohammed gebruikte als volwassene ook wel August Marcel als zijn voornamen. Zie: Vier eeuwen oogheelkunde in Rotterdam” van M.J. van Lieburg, blz. 105; Erasmus Publishing Rotterdam 1993.
- https://www.svbkindernamen.nl/int/nl/kindernamen/wizard/zoeknaam/jongensnamen/jongens_populariteit.html.
- Mohamed, Mohammad, Mohammed, etc.
- Utrechts Nieuwsblad 20/9/1905, pag. 3.
- http://www.iisg.nl/hpw/calculate-nl.php.
- De viering is een jaartje uitgesteld vanwege het coronagebeuren.
- https://vdgs.nl.
- http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Loeber.
- Gerard Koekkoek; Kent u ze nog de Laarders; Europese bibliotheek, Zaltbommel; 1986.
- Her-kennen; Th. Kuiper-Weijhenke; De Gids nr. 1/ 2; 1984; Blz. 323.
- Korte mededelingen, vergaderingen; Zeeuwsche Courant 21 december 1910; voorpagina.
- Jaarboeken; Vereeniging voor Fac. Lijkverbranding; Berichten en Mededelingen 1895-1909 en idem 1910-1924; Met dank aan Melanie van Bockxmeer ambtelijk secretaris Koninklijke Facultatieve.
- https://www.koninklijkefacultatieve.org.
- De Telegraaf 15 juli 1912.
- Het Vaderland; 16-8-1912.
- Stedelijk Museum, Het nieuws van den dag, kleine courant; 5-2-1912.
- Wat rest van Gebhard is de briefkaart met zijn Nieuwjaarswens voor 1918 aan weduwe Le Gras-Smits; 1-1-1918; Poststempel Abcoude; Familiearchief Le Gras.
- Catalogus Tentoonstelling van Schilderijen en Teekeningen van Johan Gebhard en August Le Gras; Stedelijk Museum 1912.
- Le Gras en Gebhard; De Telegraaf; 17-02-1912; C.L. Dake.
- Le Gras en Gebhard; Nieuwe Rotterdamsche Courant; 13-02-1912.
- Idem.
- Aug. Le Gras en Joh. Gebhard; De nieuwe courant; 12-02-1912.
- Op de tentoonstelling van kunstwerken; Het nieuws van den dag: kleine courant ; 07-03-1912.
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrijmetselarij.
- https://concordiavincitanimos.nl.
- Loge Concordia Vincit Animos; Notulenboek begin 18 maart 1892;11 mei 1894; blz. 234.
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Elsa_Woutersen-van_Doesburgh.
- Loge Concordia Vincit Animos; Notulenboek begin 18 maart 1892; 22 juni 1894; blz.251.
- Loge Concordia Vincit Animos; Notulenboek begin 18 maart 1892; 11 januari 1895; blz.300.
- Loge Concordia Vincit Animos; Naamlijst 1901-1902.
- Overzicht van loges; Grootoosten der Nederlanden; Den Haag; 2e geheel herziene druk; 2003; blz.161/162.
- https://www.louisastichting.nl/de-stichting/historie.
- Familiearchief Le Gras; brief August Le Gras vanuit Tunis, Tunesië; november 1911.
- Familiearchief Le Gras; brief August Le Gras vanuit Gardaïa, Algerije; juni 1912.
- Familiearchief Le Gras; briefkaart August Le Gras vanuit Hotel du Béarn; 20-12-1912.
- Familiearchief Le Gras; brief August Le Gras vanuit Tunis, Tunesië; november 1911.
- N. Pr. Gr. Ct. Bron: De bazuin; gereformeerde stemmen uit de Christelijke Afgescheidene Kerk in Nederland-kerk-, nieuws- en advertentieblad, jrg 60, 1912, no 22, 31-05-1912.
- “Maatschappelijke verhoudingen onder de Arabieren”; August Le Gras; Zoals gepubliceerd in de Zaansche Courant april 1915.
- Ruud Koopmans; Het vervallen Huis van de Islam; Over de crisis van de Islamitische wereld; 2019; Prometheus, Amsterdam; citaat blz. 217.
- Verhalenschrift Louise Pauline Le Gras; Als vader thuiskomt; Louise Pauline Le Gras; ca.1912; Familiearchief Le Gras.
Paleis voor de Volksvlijt
Het imposante glazen tentoonstellingsgebouw werd tussen 1859 en 1864 opgetrokken in Amsterdam naar het voorbeeld van het Crystal Palace in London, waar in 1851 The Great Exhibition werd georganiseerd. Het paleis voor de Volksvlijt brandde af in de nacht van 17 op 18 april 1929 en werd niet herbouwd. Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paleis_voor_Volksvlijt