Vrijwilliger in het zonnetje: Gerard Morsink

Vrijwilliger in het zonnetje: Gerard Morsink

Het was in het autovolle Laren even zoeken naar een geschikt parkeerplekje in de buurt. Maar… na een klein rondje in de omgeving was er natuurlijk toch nog wel een plaatsje te vinden en dus sta ik bijna op de afgesproken tijd bij Kerklaan 10 op de stoep. Na enig gerommel aan de binnenzijde doet Gerard open en vertelt me dat deze voordeur strak aan de straatkant niet al te vaak gebruikt wordt. “Volgende keer maar achterom hoor”, zegt hij lachend. Dat zal ik doen.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 152 [2020-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Hein Calis

Na kennis gemaakt te hebben met zijn vrouw Angelique, die zich samen met een op bezoek zijnde kennis bescheiden heeft teruggetrokken in de ruime woonkeuken, settelen wij ons met zijn tweeën in de ‘mooie’ kamer van de fraaie boerderij die vlak naast de ingang van de oude Jozefschool tussen de school en de straat ingeklemd staat. Het uitzicht vanuit de kamer is verrassend. Omdat de boerderij zo strak aan de weg staat, kijk je vanuit de kamer zo de hele Kerklaan uit en heb je uitzicht tot op het puntje van de Brink bij de fa. Zeegers . “Kijk”, zegt Gerard, “recht voor je, in het midden van de pui zit nog een derde deur, maar die wordt alleen gebruikt bij trouwen en rouwen.” Voorlopig maar dicht laten dus, vinden we beiden.

Ik vertel Gerard nog even kort het doel van mijn komst. Dit is tweeledig. Allereerst vonden wij als redactie hem een uiterst geschikte kandidaat om eens als gewaardeerde vrijwilliger in het zonnetje gezet te worden én we hebben gehoord dat hij in dit 75-jaar-bevrijdings-themanummer van het Kwartaalbericht zelf het een en ander te melden heeft over de belevenissen van de toenmalige bewoners van Kerklaan 10 in oorlogstijd. 

Duitse soldaten
We besluiten met dat laatste onderwerp te beginnen. Gerard vertelt dat de boerderij waarvan hij nu met zijn vrouw Angelique de voorste helft bewoont, indertijd bewoond werd door zijn opa en oma, Fok Calis en Bet van den Schaal, en hun kinderen. Gerards moeder Annie is als langst thuiswonende dochter, toen ze in 1949 met Gerards vader Johan Morsink trouwde, samen met haar man bij haar vader in gaan wonen. Het oorlogsverhaal van Gerard speelt zich af vóór die tijd. De Duitsers hebben in 1943 de Jozefschool gevorderd. Van de daar ingekwartierde Duitse soldaten heeft de familie van Gerard echter niet veel last gehad. Sterker nog, ze hadden er zelfs soms gemak van. Gerard vertelt dat er veel zogenaamde Volks-Duitsers zaten, Duitsers die in Nederland woonden en vaak met Nederlandse vrouwen getrouwd waren. Ook zij waren opgeroepen voor de ‘Krieg’, maar waren – naar Gerards zeggen – minder fanatiek. Zo gebeurde het regelmatig dat de bewoners van Kerklaan 10 gewaarschuwd werden als er een razzia op komst was én ze profiteerden soms mee van het feit dat de Duitsers in de open fietsenstalling van de Jozefschool – grenzend aan de achtertuin van de familie Calis – een open gaarkeuken hadden. Regelmatig werd er het nodige voedsel over de heg gehangen. Met een van de in de Jozefschool gelegerde militairen, Karl Luth, en zijn vrouw heeft de familie Calis na de oorlog zelfs nog lange tijd contact onderhouden. Tot zover Gerards ‘oorlogsbijdrage’. Over die tijden van vroeger en nog veel meer over Gerards opa Fok en oma Bet kunt u lezen in een volgend nummer van het Kwartaalbericht in de rubriek ‘Mijn opa’.

Foto’s en ansichtkaarten
Over nu dan naar Gerard zelf. Waarom Gerard in het zonnetje? Eigenlijk heel simpel, omdat wij hem een heel goed voorbeeld vinden van een enthousiaste en ook enthousiasmerende vrijwilliger. Hij is iedere woensdagmiddag trouw een paar uur te vinden in de kelder van de Lindehoeve om daar meestal samen met Marielle, Bep en Juan gezellig en hard te werken aan het ordenen en digitaliseren van het uitgebreide archief van de Historische Kring. Gerard is gespecialiseerd in het inscannen en rubriceren van de vele oude foto’s en ansichtkaarten. Hij doet dat met een aanstekelijk enthousiasme. “Juist het steeds weer goed uitpuzzelen van de juiste namen van de mensen en locaties op de plaatjes is het leuke aan dat werk”, meldt hij glunderend. Hij gaat daarbij niet over een nacht ijs en maakt daarbij gebruik van de kennis van zijn mede-archivisten en allerhande bronnen die via boekwerken, tijdschriften of internet te vinden zijn. Hij doet dit werk voor de Kring nu al zo’n vijf à zes jaar. Hij is hier indertijd tijdens een zaterdagmiddagbezoekje aan de Lindehoeve door toenmalig bestuurslid Timo Smit voor gestrikt. Als geboren en getogen Laarder is alles dat met de geschiedenis van Laren te maken heeft hem al van jongs af aan met de bekende paplepel ingegeven. De boerderij van opa Fok was in zijn jonge jaren zeer regelmatig het middelpunt van allerhande boerenbijeenkomsten. Zo herinnert hij zich uit zijn jeugd, zo rond 1960, dat de boeren van Laren op 15 mei, Isidorusdag (de sterfdag van Isidorus, de patroon van de boeren) na de kerkdienst in hun zwarte boerenpak bij hen thuis gezamenlijk koffie en een broodje kwamen nuttigen, waarbij de bolknaksigaren niet ontbraken. Vooraf werden de kadetjes op de deel door enkele boerendochters met echte roomboter besmeerd en goed belegd. Al met al een gebeurtenis die op hem als jongetje van een jaar of tien grote indruk heeft gemaakt. 

Heel rijtje
Als ik Gerard vraag of hij nog ander vrijwilligerswerk doet, blijkt dat een heel rijtje te zijn met allemaal taken die iets te maken hebben met de RK kerkgemeenschap van Laren én de boerentradities. Een kleine opsomming: Gerard is lid van de Broederschap van St. Jan, een selecte groep parochianen die als primair doel heeft de jaarlijkse organisatie van de St. Jansprocessie. Ook geeft hij aan lid te zijn van het boogcomité Naarderstraat. Ik wist niet eens dat zoiets nog bestond. De fraaie witte houten latjesboog, die jarenlang op de Brink ergens tussen de kruising bij het Bonte Paard en de hoek Brink / Cornelis Bakkerlaan stond, bestaat al lang niet meer. Maar op de Vredelaan staat tegenwoordig een nieuwere boog, deels opgebouwd uit de oude wijzerplaten van de kerktoren van de St Jansbasiliek. Het blijkt dat het oude comité Naarderstraat tegenwoordig voor deze boog de verantwoordelijkheid draagt. Gerard vertelt me dat in mei de eerste vergadering plaatsvindt en dat de comitéleden in de week voorafgaande aan de processie in juni bij parochianen in de buurt met de collectebus langs gaan om geld voor de opbouw en versiering van ‘hun’ boog op te halen. Vlak voor Sint Jan wordt de boog in twee avonden neergezet en op maandagavond daags na de processie weer afgebroken en voor een volgend jaar netjes opgeborgen in de St Jansschuur aan het Zevenend

Gerard is ook betrokken bij de ‘40-dagenactie’ van de katholieke en protestante kerken in Laren, Blaricum en Eemnes. Het opgehaalde geld wordt met succes besteed aan diverse projecten in de derde wereld. “Ach”, zegt hij lachend, “het kost allemaal niet zo heel veel tijd hoor.” 

Klepperman
Iets anders waar hij met hart en ziel een stuk van zijn vrije tijd insteekt is de folkloristische dansgroep de ‘Klepperman van Elleven’. Van kinds af aan is hij daar via zijn ouders al bij betrokken. Het gaat hem aan zijn hart dat de groep uit steeds oudere mensen bestaat en derhalve daardoor ook langzaamaan wat kleiner wordt. Er is wel samenwerking met de groepen van Soest en Hoogland die in dezelfde klederdracht dansen, maar hij zou het mooier vinden als de jeugd op de een of andere manier te interesseren was om zo tot natuurlijke aanvulling te komen. Voorlopig neemt hij daar echter niet het voortouw in. “Je kunt niet alles wat op je pad komt aannemen”, zegt hij, “want ze kunnen me gemakkelijk vinden en ik wil ook een stukje voor mezelf houden. Ik vind het bijvoorbeeld heerlijk om aan mijn oude motortje te sleutelen en daar op rond te toeren.”

Milano-Taranto
En over die oude hobby heeft hij nog een mooi verhaal. Hij vertelt dat hij samen met een zwager van hem een aantal malen in Italië aan een rally voor oude motoren heeft meegedaan. Via een uitgestippelde route van Milaan in het noorden naar Taranto in het zuiden trekken de rijders daarbij in een aantal dagen dwars door het land. De rit staat bekend onder de naam ‘Milano-Taranto’, vroeger een bekende wegrace waarbij veel doden vielen, nu een betrouwbaarheidsrit. De bedoeling is dat je de route volgt en op tijd bij de stops vertrekt: iedere minuut te vroeg of te laat is een strafpunt. Op een van de rally’s, vertelt hij me, krijgt hij al vrij snel pech onderweg, waardoor hij veel te laat op de plaats van de volgende bestemming aankomt. Gevolg: duizend strafpunten! Klassement voor dat jaar naar de knoppen. Wat schetst echter zijn verbazing als hij op de dag van de prijsuitreiking toch naar voren geroepen wordt om een knots van een beker in ontvangst te nemen. Hij is eerste geworden in zijn motorklasse. Hij blijkt de enige in die categorie te zijn! “Alleen Italianen verzinnen zoiets,” sluit hij lachend af. Mooi verhaal tot besluit. Met het voor Gerard bekende enthousiasme verteld.

Rondleiding
Hoogste tijd om afscheid te nemen. Na nog even een kleine rondleiding door de mooi verbouwde boerderij, met als hoogtepunt een blik in het gedeelte van het huis dat in verband met energiebezuiniging met een glazen wand in de hal van de rest van het huis is afgescheiden, omdat dat deel geheel tot aan de onderkant van de rieten kap is opengewerkt, laat Gerard me uit. Eén keer raden via welke deur… Goed geraden, de gastvrije achterdeur. Gerard bedankt!