Het land van Mauve – Winter in Laren
Al sinds jaar en dag geven kunstenaars hun impressie van het prachtige winterse Laren weer. Denk maar eens aan de ‘specialist’ David Schulman. Maar hij was zeker niet de enige … Een beknopt overzicht.
Anton Mauve (1838-1888) kwam op aanraden van zijn collega’s Jozef Israëls en Albert Neuhuys naar het pittoreske Laren. In 1885 vestigde hij zich aan de Naarderstraat. Het waren vooral de heidelandschappen en de schapen waarin Mauve in Laren geïnteresseerd was. Hij maakte prachtige landschappen, waaronder het werk ‘Kudde schapen met herder in de sneeuw’.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 90 [2004-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Elske de Groot
Mauve was bevriend met de vader van kunstenares Arina Hugenholz (1848-1934) en het was dan ook op zijn aanraden dat zij in 1885 naar laren kwam. Zij nam haar intrek in het logement van Jan Hamdorff en is de rest van haar leven in hotel Hamdorff blijven wonen. Hugenholz werd wel de ‘grande dame’ van de Larense schilders genoemd. Zij vormde een schakel tussen de oudere (gevestigde) kunstenaars en de jonge generatie, die nog geen succes en geld had. In het Gooi maakte Arina Hugenholz talloze aquarellen en schilderijen van landschappen en bosgezichten. Ook maakte zij sfeervolle werken van kinderen. Het impressionistische ‘Sneeuw in laren’ bevond zich in de verzameling van het echtpaar Singer, met wie zij een hechte vriendschap onderhield, en bevind zich nu in de collectie van Singer laren.
In de collectie van Singer Laren bevinden zich zeven schilderijen van David Schulman (1881-1966). Daarvan zijn er vier sneeuwlandschappen van laren en één van Blaricum. Ook deze werken zijn bij de oprichting van het museum in 1956 door Anna Singer geschonken uit haar privéverzameling. In 1901 kwam Schulman in Laren wonen aan de Brink alwaar hij een dependance dreef van de schilderswinkel van zijn vader Lion Schulman. Albert Neuhuys, die vaste klant was in de winkel, raadde David aan een eigen schilderscarrière op te pakken. In 1904 exposeerde Schulman voor het eerst een schilderij op een tentoonstelling bij Arti et Amicitiae in Amsterdam. Het was een winterlandschap en het werd gekocht door de kunstenaar Evert Pieters. David kreeg atelierruimte in De Vlasschuur, waarin Jan Hamdorff ateliers had laten maken die hij verhuurde. Toen David een succesvol kunstenaar werd, liet hij in 1915 een huis bouwen aan de Torenlaan. Schulman was bovenal een landschapsschilder en hij had veel succes met zijn lichte en zonnige winterlandschappen, waaronder zijn ‘Het oude dorp, Laren in de sneeuw’ uit 1929.
Toen Schulman zijn atelier in De Vlasschuur had, werkte daar ook Frans Langeveld (1877-1939). Deze uit Amsterdam afkomstige schilder was al vanaf 1880 een vaste bezoeker van Laren. Hij verbleef dan bij Jan Hamdorff, met wie hij het goed kon vinden. In 1918 vestigde hij zich in het dorp en ging wonen op de hoek Rozenlaantje / Hein Duvel. Bij Langeveld ging het minder om de romantiek, om het mooie landschap of het mooie dorp. Hij liet vooral de werkende mens zien.
In stijl was hij realistischer dan zijn collega’s en hij werd wel de Breitner van Laren genoemd. Hij kon zijn werk goed verkopen in Nederland, Engeland en Canada. In de Verenigde Staten verkocht zijn werk minder goed, het was niet romantisch genoeg. Een mooi voorbeeld is zijn ‘Laren in de winter’, waarin duidelijk is dat voor hem de mens en het harde leven van een boer centraal staat. Een eenzame figuur onder de schilders in Laren en Blaricum was Nico van Rijn (1887-1962). Hij bemoeide zich niet met zijn collega’s en voor zijn kunst was weinig belangstelling. Het vroege werk is impressionistisch, later werd Vincent van Gogh zijn grote voorbeelden zijn er expressionistische en kubistische invloeden in zijn schilderijen te herkennen. In ‘Landschap te Laren’ (afb. 5) zien we een typische Larense boerderij met leilinden . Het landschap lijkt in beweging te zijn en de kleuren spatten er vanaf. Het schilderij werd gekocht door de verzamelaar Slijper die als één van de weinigen belangstelling voor het werk van Van Rijn had. In 1996 werd het toegevoegd aan de collectie van Singer Laren.
Literatuur: J.P. Koenraads, Laren en zijn schilders, Laren 1985