Mijn oude buurt: H. Valkenburglaantje – Boekweitskorrel

Mijn oude buurt: H. Valkenburglaantje – Boekweitskorrel

H. Valkenburglaantje nr. 8, daar ben ik geboren. Het huis staat er niet meer. Daarvoor in de plaats is er een nieuw huis gebouwd. Maar de boerderij van Gerard Smit staat er nog wel. Met inmiddels nieuwe bewoners. Want Gerard en zijn vrouw zijn overleden en dochter Willemien woont in Blaricum. Het was een spannende buurt met vlakbij de houtzagerij van Van Dijk. Een bron van (verboden) speelmogelijkheden toen we iets ouder werden. Met de lorries rijden. Over de opgestapelde bomenlopen, hutten bouwen tussen de heerlijk ruikende gezaagde planken.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 90 [2004-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Gerda Meulenkamp – de Wit

De achterkant van het oude huis op H. Valkenburglaantje 8. Links is de hooiberg zichtbaar

Natuurlijk mocht dit niet. We kwamen binnen via een gat in de heg en in het hek en we speelden daar eindeloos als de zagerij gesloten was. Maar ook als de zagerij open was. Want het gedeelte waar we speelden (Boekweitskorrel, hoek Zijtak) was voornamelijk voor opslag van het hout en de nog te zagen bomen. Daar was ook het grote houten hek met daarboven een van planken gemaakte tekst waarop stond te lezen:

Beton is maar beton, staal is toch maar staal, maar hout …. dat leeft, en spreekt een eigen taal

Houthandel Van Dijk. De foto is genomen vanaf de Boekweitskorrel hoek Zijtak

Het hek staat er niet meer, maarde rest is er allemaal nog!! Het was levensgevaarlijk wat we deden en onze ouders hadden ons ten strengste verboden om daar te spelen. Af en toe belde een buurtbewoner de politie. Dan kwam een politieman op de fiets langs, die zijn best deed om die watervlugge jeugd te pakken te krijgen en wij renden alle kanten uit of verborgen ons tussen het hout. Soms was men het zo zat, dat ook mensen van de zagerij meehielpen en er een soort razzia werd gehouden. Een keer had men namen doorgegeven en stond de politie bij mijn ouders op de stoep. Toen was het echt een paar maanden afgelopen, maar we konden het toch niet laten en al gauw speelden we er weer, al werden we wel wat voorzichtiger. Op de Boekweitskorrel 10 woonden de familie Calis en naast hen in hetzelfde huis was Uitvaartvereniging Barbara gevestigd.

Waar nu het grote raam is, was vroeger de ingang van Uitvaartvereniging St. Barbara. Gespiegeld de boerderij aan de overkant waar vroeger Nico Majoor een winkeltje had.

Er was een condoleance ruimte en daarnaast in een aparte ruimte stonden inmijn jeugd (het was eind 40, begin 50-er jaren) de zwarte koetsen. Het waren er dacht ik minstens twee, maar dat weet ik niet zeker. Soms mocht ik met mijn oudere zusjes mee. Zij hadden dezelfde leeftijd als de twee dochters van Calis. Af en toe kwamen we in de ruimte, waar de koetsen stonden. Hoewel ten strengste verboden, kropen we er dan in en vertelden elkaar spookverhalen. Naast Calis, aan de andere kant van de Uitvaartvereniging Barbara woonde de familie Schaapherder. Vader Jaap Schaapherder werkte bij de gemeente. Hij veegde de straat schoon en leegde als het nodig was de putten in de straat. De straatputten moesten regelmatig worden leeg geschept. Tegenwoordig gaat dit met speciale auto’s, maar toen nog niet. Hij had daar een speciale stok voor met een soort schep met gaten en een kar met een ton om de bagger in te doen. Tegenover Schaapherder in een boerderij op nr. 9 was een klein winkeltje. Daar werd melk, kaas en eieren verkocht en andere nuttige artikelen. Dat was de winkel van Nico en Thea Majoor. Hij was melkboer en ging door de buurt om melk te verkopen en zij stond in de winkel. Ze hadden geen kinderen. De oude kruidnagelkaas, die ze verkochten, was heel lekker. Na die tijd heb ik die kaas nooit meer zo lekker gegeten. Onze hele familie was er dol op. De familie Majoor Aan de andere kant van de familie Majoor, richting St Janstraat woonde de familie Van Dijk (van de houtzagerij) in een grote witte villa, die in de jaren 80 is afgebroken. Tijdens de oorlog mochten mijn twee broers daar regelmatig eten. Ze hadden beiden difteritis gehad en waren erg verzwakt. Vandaar. Daartegenover woonde de familie Giesken in de oude boerderij, waar later rietdekker De Boer woonde en aan de andere kant, hoek St. Janstraat Hilhorst, de aardappelhandelaar. We hadden een gezellige buurt. Op de Zijtak woonden de families Majoor, Calis (de petroleumhandelaar) en De Groot. In een van die huizen woonde vroeger, toen ik nog klein was, de familie Klaver. Een gezin met twee meisjes, waarvan een van mijn leeftijd. Ik speelde wel eens met haar woonde naast de winkel. Ook de zus van Majoor woonde er. Ze heette Corrie en was getrouwd met Tobi van de Brink. Hij is ook nog schaapherder geweest. Naast de familie Majoor op nr. 11 woonde verhuizer Kees Majoor met zijn vrouw Bertha. Ze hadden geen kinderen, maar de hele buurt was er kind aan huis. Kees bracht de gidsen en verkenners vaak naar het zomerkamp. Dan ging alles achterin de vrachtwagen en onderweg werd er dan luidkeels gezongen. Het was dan een groot feest. Op de hoek van de Boekweitskorrel en de Zijtak, woonde de familie Mol. Het huisje heette ook de Molshoop. Tegenwoordig wonen er andere mensen in en is het bordje met de Molshoop op het huis verdwenen.

De zijgevel van het huis, dat vroeger de Molshoop heette

Aan de andere kant van de familie Majoor, richting St Janstraat woonde de familie Van Dijk (van de houtzagerij) in een grote witte villa, die in de jaren 80 is afgebroken. Tijdens de oorlog mochten mijnt wee broers daar regelmatig eten. Ze hadden beiden difteritis gehad en waren erg verzwakt. Vandaar. Daartegenover woonde de familie Giesken in de oude boerderij, waar later rietdekker De Boer woonde en aan de andere kant, hoek St. Janstraat Hilhorst, de aardappelhandelaar. We hadden een gezellige buurt. Op de Zijtak woonden de families Majoor, Calis (de petroleumhandelaar) en De Groot. In een van die huizen woonde vroeger, toen ik nog klein was, de familie Klaver. Een gezin met twee meisjes, waarvan een van mijn leeftijd. Ik speelde wel eens met haar.

Zijtak: links de boerderij van Majoor, rechts woonde de familie De Groot

Nog steeds zie ik de ziekenauto de lichamen van alle vier gezinsleden naar buiten dragen op die donkere dag. Zij waren gestorven aan koolmonoxide. Naast de familie De Groot stond de boerderij van Majoor. Kees, de zoon heeft jaren voor de gemeente gewerkt. Een van de zussen was wijkverpleegster. Ik meende dat zij Truus heette. Ria, daar was ik mee bevriend, evenals met de dochter van De Groot. Wij speelden daar vaak en het mooiste vonden wij om ons te verkleden (zie foto). Naast de boerderij stond het huis, van waaruit tijdens de oorlog de joodse familie Meyer werd weggevoerd. Dit heb ik niet zelf gezien, maar mijn broer wel.

Verkleedpartij voor een optocht begin 50er jaren bij de hooiberg van de boerderij van Majoor. Links: Corrie Goes, Margriet de Groot, Ria Majoor, Jaap Majoor (Lantentijmen), Annie Majoor, Gerda de Wit, onderaan Japie Majoor. Daarboven weet ik alleen Truus Majoor. Weet iemand wie de mannen zijn?

We speelden na de oorlog heel veel buiten. Spelletjes als knikkeren, landverovertje, blikken bussen. Zomers maakten we van crêpepapier lange slingers, deden er een knijper met een touwtje aan en lieten dat draaien en dan hoog in de lucht vliegen. In het najaar organiseerden we een tentoonstelling van paddenstoelen, vroegen daar een cent voor en gingen dan bij bakkertje De Haar op de Ambachtstraat een muis of drop halen voor een cent. Ook maakten wij van een twijg van de ligusterheg een boog en deden daarin de herfst de spinnenwebben op en maakten daarop een mozaïek van bloemblaadjes. Op de hoek Zijtak – H. Valkenburglaantje woonde de familie Feenstra. De jongste zoon Adriaan, wilde al heel jong priester worden. Hij had een soort kind er- altaar met bijbehoren. Hij speelde de priester en wij waren dan het kerkvolk. Maar dat duurde nooit zo lang. Dan werden we het zat en vroegen we aan mevrouw Feenstra of zij de toverlantaarn wilde draaien. Dat vonden we pas echt prachtig! Adriaan is inderdaad priester geworden. Hij is echter jong gestorven. Naast ons was de boerderij van Gerard Smit. Nog hoor ik soms de echo van hun gepraat en gelach, als er gehooid werd op een warme juni avond. Andere boeren hielpen mee en wij keken vaak uit het raam. Soms waren ze aan het stoeien en grappen maken en wij vonden dat prachtig. Tikkertje om de hooiberg. Wie won kreeg een kus. Vrolijk gezang begeleidde vaak het zware werk. Soms mochten we mee op de kar met paard naar de Blaricummer of Eemnesser meent om koeien te melken of het gras te keren.

De boerderij naast ons huis van de familie Gerard Smit

Ik kan nog veel meer vertellen over mijn oude buurt, maar ik hoor ook graag over uw oude buurt. Want door onze verhalen komt het oude Laren weer een beetje tot leven. Al zijn herinneringen altijd persoonlijk gekleurd, omdat een kind nu eenmaal anders naar de wereld om zich heen kijkt.

Overzicht

H. Valkenburglaantje: Uit het Larense Stratenboek:

Hendrik Valkenburg 1826 – 1896, heeft in de jaren 1883 – 1896 veel in Laren geschilderd. Een zuster van hem die daar in de St Jansteeg woonde, diende in 1927 een verzoek in om, als herinnering aan haar broer, deze steeg de naam H. Valkenburglaantje te geven. Hoewel van de schilder verder niet meer bekend was dan dat hij schilderde en dat waren er tientallen die in Laren vertoefden, heeft men aan het verzoek voldaan. Maar de Laarders waren het er niet mee eens dat hun eigen St Jan moest wijken voor een “doodgewone schilder”. Het is wel opmerkelijk dat de vele stegen die Laren rijk was en wel degelijk bij het dorp passen, laten vervangen door andere namen. Waarschijnlijk hebben hier de kunstschilders en welgestelde Larinesen (een Larinees is een niet-Laarder), een vinger in de beroemde pap gehad. De St. Jansteeg werd historie.

Foto’s: collectie G. Meulenkamp