Met Willy Sluiter puzzelen naar een zeppelin en loopgraven

Met Willy Sluiter puzzelen naar een zeppelin en loopgraven

Dat een balletje soms raar kan rollen ondervonden wij na het interview met Martin Zwanikken afgelopen zomer (nr 121). Hij attendeerde ons op een kennis die een verhaal zou hebben over ‘loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog’. Dat Nederland neutraal was in die oorlog van 1914 tot 1918 is algemeen bekend maar dat er desondanks toch verzet en militaire activiteiten gaande waren weten weinigen; laat staan wat er in die periode in Laren gebeurde. Nieuwsgierig maakten we dus een afspraak met Reinout de Waal die ons vervolgens een verbazingwekkend verhaal voorschotelde.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 123 [2013-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Overgrootvader Jard te paard, 1884

Gerda Meulenkamp en Hans Schaapherder

Advocaat mr R. (Reinout) de Waal en zijn broer ir B.J. (Binnert) de Waal MBA, zijn al enkele jaren aan het spitten in hun voorgeschiedenis rondom de komst van hun overgrootouders naar Laren, inmiddels meer dan 100 jaar geleden. Aan de hand van oude familiefoto’s, schilderijen, krantenartikelen, overlevering en onderzoek in vele archieven hebben zij ‘puzzelstukjes’ samengesteld en die worden als verifieerbare feiten aan ons gepresenteerd. Het wordt een prachtige puzzel waarbij ze hopen dat u – onze lezers –  de ontbrekende stukjes kunt invullen.

Centraal puzzelstuk is de komst van Majoor der Artillerie Gerard Benjamin du Celliée Muller (1858-1928) – roepnaam Jard – en zijn vrouw Cornelia Johanna van den Berg (1860-1943) naar Laren, waar zij zich vestigden aan de Naarderstraat, huize ‘Halverhoogt’, precies tegenover ‘Paviljoen Larenberg’. Tegenwoordig zijn er 2 huizen met die naam en dat komt omdat zij later het grotere huis met prachtig aangelegde tuin, verder van de straat gelegen, hebben laten bouwen. Uit een advertentie voor een dienstbode blijkt dat men ‘s winters in Den Haag woonde en ‘s zomers te Laren. De  majoor was tot aan zijn pensioen in 1909 gelegerd in Naarden Vesting en wist vele Larense kunstenaars in hun ‘zomerhuis’ uit te nodigen. Eén van die kunstenaars is de veelzijdige schilder, tekenaar en grafisch ontwerper Willy Sluiter (1873-1949). In ‘hogere kringen’ was hij een gezocht portretschilder zoals de schilderijen van de majoor en zijn vrouw uit juni 1909 bewijzen. Ook van enig kind ir Julius Everhardus du Celliée Muller – roepnaam Juus – (1884-1968), de opa van Reinout en Binnert, is door Willy Sluiter in 1911 een portret vervaardigd, hetgeen zelfs op foto (zie voorgaande pagina) is vastgelegd. 

Willy Sluiter werkt aan het schilderij van ir Julius Everhardus (Juus) du Celliée Muller, 1910
Cornelia Johanna (Lou) du Celliée Muller – van den Berg, ca. 1909
Gerard Benjamin (Jard) du Celliée Muller, juni 1909
ir Julius Everhardus (Juus) du Celliée Muller, 1910

Willy Sluiter kwam dus vaak op ‘Halverhoogt’. En daar begint het mooiste puzzelstukje. Op een deurpaneel in het huis schilderde Willy namelijk een fascinerend oorlogstafereel. Het paneel bestaat uit twee delen, waarvan alleen het onderste deel gerestaureerd is. Reinout toont ons het inmiddels van de deur verwijderde paneel waarop een hand, pistool en vluchtend persoon – gesuggereerd door een been en sabel – zichtbaar zijn. Opvallend is de tekst “t einde van ‘t kamp Laren” en gesigneerd “Willy S”. 

Het bovenste paneel roept echter de meeste vragen op. De rechter bovenhoek wordt gedomineerd door een enorme zeppelin. Op de plek waar normaliter een gondel zichtbaar zou moeten zijn heeft Sluiter een explosie weergegeven. De zeppelin lijkt neer te storten! Op de begane grond ten opzichte van de zeppelin zijn ook explosies zichtbaar en zijn gesneuvelde en vluchtende soldaten te herkennen. Tegen een fel verlichte achtergrond is een licht hellende heuvel waarop tenten zijn geschilderd. Tenten als in een kamp, zoals op sommige foto’s van ‘Kamp Laren’ bekend. Maar achter die tenten is een zeer opmerkelijk detail zichtbaar: onmiskenbaar het Larense paviljoen, compleet met Nederlandse vlag wapperend op top. De moeder van Reinout en Binnert noemde het Paviljoen overigens “de toren van Dalbrio”. Zeer waarschijnlijk is dat een verbastering van de Franse naam J.A. Dalloyaux, die tussen 1900 en 1931 meerdere keren eigenaar was. 

Nederland was neutraal en er zou dus geen oorlog gevoerd zijn. Nader onderzoek leerde echter dat zowel de Duitsers als Engelsen zeppelins gebruikten om over en weer te bombarderen en dat deze zeppelins diverse routes over neutraal Nederland vlogen. Eén van die routes ging pal over het Gooi. Er zijn honderden missies geweest waarbij vanuit Duitse zeppelins tienduizenden kilo’s bommen op Engeland en andere vijandelijke gebieden zijn afgeworpen. In hun onderzoek hebben de gebroeders de Waal meerdere verslagen over zeppelins in Nederland kunnen terugvinden, waaronder in Noordwijk, een door de kustwacht neergeschoten zeppelin op Ameland, een zeppelin boven de Loosdrechtse plassen en zelfs een neergestorte (Engelse) zeppelin in Eemnes in 1917 (op 11 verschillende foto’s in het ‘Spaarnestad Photo’-archief is te zien hoe de zeppelin zich in een huis heeft geboord en men bezig is de restanten op te ruimen). Een zeppelin boven Nederland was dus helemaal niet zo vreemd. Tot aan 1937 (de ramp met de Hindenburg) zijn er wel 129 van die luchtschepen gebouwd. Welke van deze zeppelins is door Willy Sluiter op het deurpaneel weergegeven? Uw hulp is van harte welkom.

Laten we nog even terug gaan naar Majoor du Celliée Muller. Beide achterkleinzonen nemen aan, op basis van verhalen daarover, dat hij ook commandant was van Kamp Laren – gesitueerd bij Paviljoen Laren, direct aan de overzijde van zijn huis ‘Halverhoogt’ aan de Naarderstraat. Jard was ervaren in het versturen van Morseberichten. In het oude huis was een opkamer onder de trap waar een ijzeren bed fungeerde als antenne. De oorspronkelijke antenne buiten had de majoor moeten verwijderen en van burgemeester Jonkheer Hubert Louis Marie van Nispen tot Sevenaer (1909-1943 en 1945-1946) had hij al eens een berisping over het versturen van Morseberichten gekregen. Nederland was immers neutraal. Toch mag aangenomen worden dat de commandant regelmatig met London in verbinding stond om zijn Engelse vrienden te waarschuwen dat er zeppelins overkwamen op weg om London te bombarderen.

Zeppelin boven de Loosdrechtse plassen

Aanval of ongeluk?
Willy Sluiter geeft het paneel de titel “‘t einde van ‘t kamp Laren”. Komt het einde van ’t kamp na een bombardement of ongeluk met de zeppelin? Het eind van de Eerste Wereldoorlog was op 11 november 1918 en kan dus niet als “’t einde van ’t kamp Laren” worden aangemerkt. Op Wikipedia lezen we dat de Nederlandse regering – gesteund door koningin Wilhelmina – er alles aan deed om strikte neutraliteit na te streven. Werd het kamp na een aanval vroegtijdig ontbonden? En in welk jaar was dat dan? Waarschijnlijker gaat het om een ongeluk. De afbeelding van de Zeppelin laat een explosie ter hoogte van de gondel zien. Met name voor militairen suggereert zo’n explosie, en de explosies op de grond, geen aanval – wie valt wie aan – maar een ongeval. Bij beschadiging kunnen de in de gondel opgeslagen explosieven niet anders dan de wet van de zwaartekracht volgen. Wellicht heeft de bemanning de bommen preventief overboord gegooid omdat er iets mis was in hun luchtschip; hedendaagse piloten lozen ook hun kerosine als er een probleem is.

Reinout de Waal en Gerda Meulenkamp staan precies op de plek waar het Paviljoen ooit heeft gestaan, conform het uitzicht van de onderste foto

Reinout laat ons de bekende foto zien met het uitzicht vanaf het Paviljoen. Over de fraai aangelegde tuin kijk je rechtstreeks op het ‘Halverhoogt’ aan de Naarderstraat. Beter nog, hij neemt ons mee naar het doodlopende stukje van de Paviljoensweg waar het aannemelijk is dat dit de weg door het park rondom het paviljoen was. In een besneeuwd landschap staan we precies op het punt waar Willy Sluiter de zeppelin boven kamp Laren situeerde en vanaf dat punt hebben we een prachtig uitzicht over de beide huizen ‘Halverhoogt’. Er zijn vele puzzelstukjes aan deze plek te koppelen en als we even later voor het hek aan de Naarderstraat staan herkennen we deze ook van de foto uit 1916 waar de familie uit een Spyker stapt; parallel aan de rails van de tram, de fameuze ‘Gooische moordenaar’. De gereedschapskist die op de treeplank van dit type Spyker stond is nog steeds in familiebezit. Er zijn vele familiekiekjes bij het oude huis en rondom het in de twintiger jaren nieuw gebouwde ‘Halverhoogt’. De moeder van Reinout en Binnert – Loukie – kwam hier vaak op bezoek bij de grootouders. Zo ook hun oom Coos die jaren later in Nederlandsch Indië als vlieger nog een opmerkelijke rol speelde. Met een Dornier vliegboot van de Marine Luchtvaartdienst werd hij door de Japanners neergeschoten boven de Javazee. Als laatste vliegtuig was hij – in bezit van geheime Nederlandse documenten – opgestegen van Batavia (het huidige Jakarta) met als opdracht uit te wijken naar Australië. De Japanners stonden toen al op de kade (1942). De meeste bemanningsleden overleefden de crash en latere ontberingen niet maar piloot Coos wist zich bovenop de vleugel van het half gezonken toestel te redden. Door inlandse vissers werd de drenkeling opgepikt en – bedekt met vers gevangen vis – werd hij onderin de vissersboot voor de Japanners verborgen gehouden. Oom Coos heeft zijn hele verdere leven geen vis meer gegeten! Trots laat Reinout ons een sleutel van het vliegtuig zien, die hij van zijn oom heeft gekregen.

Eva (stapt uit auto), kraamverpleegster met op haar arm Loukie, (chauffeur) en Juus, augustus 1916. De auto is een Spyker (vermoedelijk) uit 1915.
V.l.n.r.: Lou, (hoofd van onbekende vrouw), Loukie, Eva met op haar arm
Jard jr. en Juus, juli/augustus 1918.

Halverhoogt
Het vermoeden bestaat dat De Bazel de architect van het nieuwe ‘Halverhoogt’ is geweest maar daar zijn (nog) geen aanwijzingen over gevonden. Het werd begin jaren twintig gebouwd. De tuin is in december 1920 ontworpen en aangelegd door Dirk Frederik Tersteeg (1876-1942) volgens de principes van de Architectonische Stijl. Ook nu nog is te zien dat hier unieke bomen zijn geplant. In Cascade, het bulletin voor tuinhistorie, is een artikel gewijd aan buitenplaats ‘de Konijn’ te Lunteren waar ook melding wordt gemaakt van Tersteeg’s ‘Halverhoogt’ tuinontwerp. Zij omschrijven de Architectonische Stijl als een stroming waarbij ‘een eenheid tussen huis en gebouwde tuinelementen werd nagestreefd die in de materialisering en de rechtlijnige aanleg tot uitdrukking kwam’.

Het tuinhek van het eerste huis bestaat anno 2013 nog steeds.

Volgende stop is het Rozenlaantje, dat vanuit een aftakking toegang biedt tot de vermoedelijk oorspronkelijke hoofdingang van de villa. Hier staat (in wat toen tot de tuin van Halverhoogt behoorde) een houten huis dat waarschijnlijk heeft gediend als atelier. Er zijn geen aanwijzingen bekend van welke kunstenaars daar gewerkt zouden hebben, maar genoemd worden Ferdinand Hart Nibbrig (1866-1915), Jacques Cornelis Snoeck (1881-1921) of daarvoor nog Martinus van Regteren Altena (1866 – 1908). De familie du Celliée Muller was bevriend met William en Anna Singer en er zijn nog een aantal schilderijen van Sluiter, Snoeck, Baufe en Pieters in familiebezit.

V.l.n.r.: Eva, Jard en Juus op 21-05-1915 in de tuin/‘boomgaard’ bij het eerste Halverhoogt in Laren. Het voetenbankje, links onder, bestaat nog steeds.
Laren 16 mei 1921: Lou, Eva, Juus, Jard jr., Opa en Loukie.
Laren 22 mei 1923: Jard Jr., Eva, Loukie en Coos (Jacobus – de piloot; inmiddels 92) in de bolderwagen.

Loopgraven
Reinout woont zelf op de Leemzeulder en vraagt zich af of de verschillende uitgravingen in de driehoek rondom het kamp en het paviljoen loopgraven kunnen zijn geweest. Vooral op de hoek Leemzeulder/Raboes en in het bos achter Juliana Oord zijn enkele tegennatuurlijke constructies te vinden. Als deze geulen en wallen een industriële achtergrond hadden dan zouden deze recht lopen en zich parallel herhalen zoals bij turfafgravingen. Militairen leggen loopgraven juist slingerend aan om het eventuele aantal slachtoffers per segment (bocht/slinger) te beperken en het is daarbij gebruikelijk de aarde die uit de uitgravingen komt te gebruiken voor een borstwering ter bescherming van de rechtopstaande soldaten. En die borstwering kan dienen als emplacement voor een mitrailleur, bij voorkeur te plaatsen tegenover wegen die naar een kampement voeren. Ten tweede wordt haaks op het front vuur uitbrengen als een verspilling van munitie beschouwd. Het is efficiënter om de loopgraven in een zig-zag patroon aan te leggen waardoor een zogenaamd ‘enfilerend’ of zijwaarts (in de flank) vuur mogelijk is. Een vesting, zoals Naarden, is de ideaalvorm waarbij geen dode hoeken bestaan en enfilerend vuur langs elk front mogelijk is. Vergeet hierbij ook niet dat de aarde van deze uitgravingen sinds de Eerste Wereldoorlog al bijna 100 jaar heeft liggen eroderen. Het lijkt alleszins voorstelbaar dat de ‘neutrale’ soldaten van Kamp Laren deze loopgraven een eeuw geleden hebben uitgegraven. Kunt u ons meer vertellen?

Waren deze tegennatuurlijke constructies loopgraven?

Broer Binnert – oud reserve Luitenant-kolonel der Infanterie – onderschrijft deze theorie en stuurt ons vanuit Gelderland vele verslagen over de omvang van de mobilisatie en gaat dieper in op de denkwijzen van strategie die in deze verwarrende tijd kunnen hebben gespeeld. Dat Nederland neutraal was is niet terug te vinden in cijfers rondom de mobilisatie; op een bevolkingsdichtheid van 6 miljoen mensen waren ruim 200.000 manschappen opgeroepen in werkelijke dienst – een opvallend hoog percentage. Hij ziet dit als teken dat neutraal Nederland ‘oefende’ in een praktijksituatie. En die situatie was ook nog eens verwarrend, alle eerder opgedane strategische ervaringen werden aan het begin van de vorige eeuw onbruikbaar door de komst van nieuwe materialen en gevaren: mitrailleurs en aanvallen vanuit de lucht. Als je een militair aan het woord laat merk je al gauw dat iedere handeling goed is overdacht en geanalyseerd. Een kampement te velde, zoals het Kamp bij Laren, vraagt een uitgebreid plan. In zo’n plan dienen ook voorbereide opstellingen te zijn opgenomen voor de zogenaamde nabij-beveiliging, het kunnen beveiligen van het kampement tegen aanvallen. Die voorbereide opstellingen zullen altijd op het hogere terrein boven het kamp liggen, want tegen de helling opvechten lukt nooit. Welnu, de ‘loopgraven’ liggen daadwerkelijk op het hoogste deel van het terrein en de ‘borst­weringen’ juist tegenover de naderingswegen die naar het terrein voeren, te weten het Raboes en de weg langs de hei. 

Willy Sluiter geeft ons anno 2013 voldoende stof tot overdenken. Niet alleen beide broers, maar ook wij als redactie zijn er van overtuigd dat dit verhaal aangevuld en verder verteld dient te worden; de geschiedenis verdient het de laatste details helder te krijgen. Volgend jaar is het immers pas 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. De redactie ziet uw reactie(s) – maakt niet uit hoe klein het detail – gaarne tegemoet. Bij voorbaat dank !

Dank aan Reinout en Binnert de Waal voor hun uitgebreid geverifieerde en gedocumenteerde verhaal en het gebruik van familiefoto’s en archieven.

Bronnen: Boek over Willy Sluiter van het Dordrechts Museum, Cascade bulletin, Het Vaderland, Historie Paviljoen Larenberg, Nieuwsblad van Friesland, postcardsfrom.nl, Spaarnestadphoto & Wikipedia.