Een Australische groet
Geachte mevr. G Meulenkamp de Wit,
Bij toeval kreeg ik te zien enkele copies van Uw kwartaal bericht van de “Historische Laren Kring” en vond het interressant en goed lezen. Veel van de fotos en namen die voorkomen hebben herinneringen natuurlijk voor mij. Wat een prachtig stuk werk heeft Uw groep gedaan!
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 121 [2012-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Het was Uw naam hetgeen allereerst mijn aandacht nam, daar ik een Piet Meulenkamp kende gedurende de late 40’s, early 50’s die later trouwde met Nelie van de Brink, zij had een broer (veearts) en een oudere zuster. Ik geloof dat Piet later in Delft studeerde voor ingenieur. Indien U hen kent, zou ik het op prijs stellen indien U hen mijn groeten kunt geven.
Mijn naam is Arnold Thuys, geboren in Laren op de Boekweitskorrel in 1932 en daarna wonend op Eemnesserweg 16 van 1939 tot 1957. Ik verliet Nederland in 1957 voor Australia. Ik bevestig een foto van het huis genomen gedurende Dec. 1984 toen ik daar was en ontmoette de toen eigenaar: Mr. van den Schaal. Goudsmid.
Volgend op een artikel in NR 109 (2009-3) pag. 18 betreffende het huis tegenover ons, bewoond door de fam. Pothast, kwam mij de herinneringen bij dat gedurende de oorlog wij enkele malen in hun schuilkelder in de voortuin, met hen, een gedeelte van de nacht doorbrachten. Een nacht in particular staat uit, toen een bom viel in de Beymansweg en als resultaat een vrij grote glazen “erker” boven onze trap naar boven, instorte en wij als kinderen heelhuids de stukken glas die rechtop in het hout van de trap stonden konden vermijden. En dat in het donker. Just lucky waarschijnlijk.
Het huis op No 16 had zeer solide balken constructie onder de dakpannen en aan de verre rechterkant van het zichtbare dak op de foto, maakte mij vader een schuilplaats om te verdwijnen gedurende razzias. Hij ook soms klom over het hek in onze achtertuin en schuilde in het verwarmings ketelhuis van de zusters van het St Jan’s Ziekenhuis naast ons.
Het artikel op pag. 32 in NR 109 over de Torenlaan, deed mij denken aan Thuijs familie anecdotes over de eigenaar/operator van een garage genaamd “Majoor” en een belangrijke figuur daarin, genaamd “Vossie”. Ik geloof dat deze garage in de buurt daarvan was. Ik bevestig een foto van mijn vader (Willem.C.G. Thuijs) in zijn Amilcar (waarschijnlijk genomen in de early to mid twenties) met deze boerderij/garage op de achtergrond. Deze man Vossie, nam een belangrijke plaats in de vaak herhaalde stories over eindeloos “sleutelen” aan wagens en motorfietsen. Een broer van mijn vader (Hubertus = Huib) had een voorliefde voor motor fietsen.
De (kleine) foto van de rij winkels aan de Torenlaan tegenover waar later “De Kei” is geplaatst is genomen in 1933. Het is mijn moeder en ik neem aan dat ik in de kinderwagen lig. Ik denk dat het zichtbare dak van het huis op de achtergrond was het huis van Meester Bakker (of mischien Meester Nieland? Onderwijzers aan de Aloysus School) gedurende de oorlogs jaren.
Op pagina 17 in NR 103 (2008-1) onder de verzachtende benaming “Larense Bijnamen” staat een vraag naar meer voorbeelden. Ik kan mij herinneren een “Tinus de Toeter”. Hij was een niet altijd zorgvuldig geklede oudere man met een trompet. Hij woonde in de buurt van de kruidenierszaak van Wim Verver aan het Zevenend (was dat het begin van de Melkweg?) Ik geloof dat hij vaak in de maling genomen werd door zekere kinderen die hem na-schreeuwden op straat met oncomplimentaire uitdrukkingen. Dan was er ook nog een “Jans Keutel”. Zij had een heel klein winkeltje (ongeveer de maat van een flinke WC) waarin men een lolly of een dropje voor “een cent van het blad” kon kopen. Er was daar een substance genaamd “Zwart op wit” of misschien “wit op zwart” zowel als zg “Zoethout”. My grand mother soms gaf ons een paar centen na de kerk op Zondag morgen zodat we daar in “weelde konden rondrollen”. Joke! Deze oudere vrouw was niet al te vlug ter been, zodat nadat de luide bel aan zijn veer door de deur in werking was gezet, het geruime tijd kon duren voordat Jans verscheen. Haar meer gewetenloze klanten maakten misbruik van haar tijdelijke afwezigheid.
Ik geloof dat haar straat heette Pijlsteeg, naast Zaal de klompenmaker en tegenover de RK Meisjes school. Een zuster van mijn vader was daar onderwijzeres.
Hoop dat deze (kleine) bijdrage bruikbaar is voor Uw historische doeleinden. Met vriendelijke groeten en wensen voor de Kring’s verder success, Arnold Thuys