Vrijwilliger in het zonnetje: Wil Horst-Wikkerman

Vrijwilliger in het zonnetje: Wil Horst-Wikkerman

Het is eind februari, enkele dagen na de zware voorjaarsstormen die over ons land geraasd hebben, als ik – op weg naar alweer een van onze trouwe vrijwilligers – besluit om via de altijd zo mooie en rustige Vredelaan Laren binnen te rijden. Daar wacht mij echter een onaangename verrassing. De altijd zo prachtig groene laan ziet er allerminst vredig uit. De storm heeft er opvallend zwaar huisgehouden. Veel omgevallen bomen over kapotte hekwerken en mannen met kettingzagen die bezig zijn de ergste rommel te ruimen als voorwerk van heel wat verder herstelwerk voor mens en natuur. Ik kan er gelukkig al wel door, zodat ik even later toch netjes op de afgesproken tijd op mijn bestemming aan de Postiljon arriveer.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 160 [2022-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Hein Calis

Na aanbellen doet er een voor mij bekende open, want Wil is een nicht van me en tevens vroeger buurmeisje. We spreken dus eerst samen uitgebreid over hoe het vroeger bij haar thuis was. Wil had een goede, maar zeker niet onbezorgde jeugd. Ze wordt in 1942 geboren als eerste kind van vader Ruth Wikkerman en moeder Sientje Calis. De oorlogstijd en ook de periode daarna is sowieso voor iedereen een zware tijd, maar net als begin jaren vijftig het leven weer min of meer zijn normale vorm begint te krijgen, wordt moeder Sientje ernstig ziek. Het gezin is op dat moment met de regelmaat van één kind per twee jaar uitgebreid tot zes kinderen. Een nieuwe moeilijke tijd breekt aan. Ook voor Wil, die als meisje van een jaar of 13/14 al behoorlijk goed weet heeft van wat er allemaal om haar heen gebeurt. En hoewel dicht in de buurt wonende familie het gezin zoveel mogelijk probeert te helpen, wordt Wil ook ingeschakeld om alles draaiende te houden. Zeker op de momenten dat haar moeder zo ziek is dat besloten wordt om vier van de zes kinderen tijdelijk bij familieleden onder te brengen. Wil blijft dan met haar jongste broertje thuis, waarbij zij een deel van de verzorging van hem voor haar rekening neemt. Ze vertelt dat ze hem dan ‘s morgens in de kleren hielp en van ontbijt voorzag, om hem daarna bij een ernaast wonende tante af te leveren, alvorens zelf naar school te gaan. “Tja”, zegt ze mijmerend, “dat was geen gemakkelijke tijd, máár grote winst ervan is dat ik nog steeds een echt goede band met mijn broers en zus heb, zeker met de jongste.” Na twee jaar ziekte overlijdt haar moeder in 1956. De familie blijft het gezin ondersteunen, maar de échte oplossing komt pas als vader Ruth in 1957 hertrouwt met Marietje, de twee jaar oudere zus van Sientje. Dan breken er op Cornelis Bakkerlaan 9 weer zonnige tijden aan. Zij voegt zich naadloos in het gezin en zorgt er met haar lieve karakter voor dat de normale gezinsverhoudingen weer snel hersteld worden. Wil spreekt vol lof over haar en noemt haar liefdevol “mijn tweede moeder”.

1944/45 Moeder Sientje met Wil en zusje Betty (fotograaf Jan van Zwet)

Ook voor Wil breekt er een mooie tijd aan. Ze krijgt op 17-jarige leeftijd verkering met Theo Horst. Als ze 21 is, trouwt ze met hem. Ze hebben geluk en kunnen voor veertig gulden in de maand een huisje huren aan de Nieuweweg net naast de elektra­winkel van Juul de Boer. Daar worden beide dochters Ingrid en Miranda geboren. Als de gemeente eind jaren zestig bouwkavels aan de Postiljon te koop heeft, besluiten Wil en Theo, samen met Wils broer en schoonzus, Henk en Jetty, een poging te doen om voor een van die kavels in aanmerking te komen. Het lukt. Samen met een architect werkt Theo de bouwtekeningen voor een dubbel woonhuis uit. De ruwbouw wordt neergezet door het bedrijf van Niek van de Brink, een oom van Wil en Henk. Voor de verdere afwerking steken overige familieleden en vrienden de handen uit de mouwen. In 1970 betrekken beide stellen hun mooi gelegen eigen huis om er nooit meer weg te gaan. “En”, voegt Wil er trots en blij aan toe, “aan die broer van mij en mijn schoonzus heb ik nog altijd fantastische buren. Dat mag je er best inzetten hoor.” Die goede band én de goede contacten die zij met haar andere broers en zussen, kinderen en de in de loop der jaren opgebouwde uitgebreide vrienden- en kennissenkring heeft, heeft Wil enorm geholpen in de moeilijke tijd die volgde op het plotseling overlijden van Theo, aan de gevolgen van een fataal verkeersongeluk tijdens een fietstochtje, nu zo’n vijf jaar geleden.

1952 Moeder Sientje gelukkig met haar vijftal en nummer zes op komst.

Bewust betrokken bij Laren
Als we het daar over hebben, komen we na een tijdje automatisch terecht bij Wils band met Laren en met al de mensen in haar omgeving. “Nee”, zegt ze, “ik zou hier voor geen geld weg willen, ik ben door en door verknocht aan Laren.” Ze weet ook veel over het dorp, de geschiedenis en de mensen. Ze heeft zelf en samen met Theo altijd actief geparticipeerd in de Larense samenleving. Zo zat Theo in de tijd dat zijn dochters naar de Mariaschool gingen in het schoolbestuur en was hij als voorzitter daarvan betrokken bij de fusie met de Tarcisiusschool tot de latere ‘Goede Herder school’. Wil zat in die tijd in de oudervereniging. Ook bij tennisclub ‘’t Laer’ doet zij veel meer dan alleen een balletje slaan. Ze is al jaren lid, is er vele jaren voorzitter van de jeugdcommissie geweest en is voor dat werk en ander vrijwilligerswerk voor de club benoemd tot lid van verdienste. Voor de St Jan Goede Herder-parochie bezorgt ze kerstattenties bij oudere parochianen en voor Versa Welzijn gaat zij eens in de 14 dagen op bezoek bij iemand die niet veel bezoek krijgt. Veel van de oudere Laarders zullen haar wellicht ook kennen uit de tijd dat zij gedurende een periode van twintig jaar bij Hofstee in de schoenenzaak geholpen heeft. Omgekeerd kent zij daar ook weer veel mensen van. Net als vanuit haar praktijk als pedicure. Alweer een mensgerichte activiteit die ze tot op de dag van vandaag, zij het op beperkte schaal, nog steeds met veel plezier uitvoert.
Als we zo samen praten over alles wat ze ondernomen heeft en nog steeds onderneemt, blijkt ook haar betrokkenheid met Laren als dorp. Zo volgt ze de politieke ontwikkelingen op de voet en heeft daarover een heldere en gefundeerde mening van waaruit ze weloverwogen keuzes maakt en vertelt ze – ineens een tandje fanatieker – over haar lidmaatschap van ‘Basbel’ (de Brede Algemene Seniorenvereniging voor Blaricum, Eemnes en Laren), een van de ANBO afgescheiden seniorenvereniging. Wil is heel bewust een van de inmiddels tweehonderd leden van ‘Basbel’. “Dat is een club die tenminste écht en rechtstreeks iets doet voor de ouderen in de BEL-gemeenten”, legt ze me uit. “En het is nog gezellig ook”, voegt ze er met een glimlach aan toe. Ze brengt er inmiddels, samen met Henk en Jetty, iedere drie maanden een stapeltje nieuwsbrieven voor rond in heel Laren.

1957 Met het hele gezin feestelijk op de foto bij het huwelijk van vader Ruth en moeder Marietje.

En de Historische kring dan?
Die bewuste betrokkenheid vinden we ook terug in haar lidmaatschap van de Historische Kring. Ook hier wil ze niet alleen sponsor en consument zijn, maar ook actief deelneemster. Zo heeft ze – eerst samen met Theo, maar ook nu alleen, nog steeds – een pittige bezorgwijk van het Kwartaalbericht. Ze bezorgt zo’n dikke dertig (of moet ik tegenwoordig zeggen: zo’n dertig dikke;-) Kwartaalberichten in een hoogje-op-hoogje-af-wijk vanaf de Brink via-via naar de Hector Treublaan omhoog en dan langs het Laarderhoogt weer naar beneden. Daarbij is ze eens per maand gastvrouw in de Lindenhoeve. Een rol die haar op het lijf geschreven is. Want als je al het hiervoor beschrevene in ogenschouw neemt in combinatie met haar instelling om vriendelijk en gastvrij te zijn én daarbij in staat om gezellig en enthousiast te vertellen over wat zij allemaal van ons mooie dorp weet, dan weten wij dat we de juiste vrouw op de juiste plek hebben en dat we daar enorm blij mee mogen zijn. Dat verdient een zonnetje! Dat we in dit nummer dan ook speciaal voor jou laten schijnen, Wil. Dat we nog maar lang van je inzet en enthousiasme mogen genieten.