Sleutelpost

Sleutelpost

In aansluiting op het artikel ‘postkantoor’ leek het de redactie leuk en zinnig om de heer Wil de Leeuw, die heel lang bij het postkantoor te Laren werkzaam was aan het woord te laten. Hij werd daar eerst als lokettist en later als chef het gezicht van het postkantoor. 

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 111 [2010-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Op een koude januaridag hebben wij een afspraak gemaakt en als we in de huiskamer zitten op de afgesproken datum en tijd, volgt er algauw een geanimeerd gesprek. Op onze vraag hoe lang hij in Laren heeft gewerkt, antwoordt hij, dat hij in 1964 bij de Posterijen is begonnen en eerst in Amsterdam heeft gewerkt. Na twee jaar kwam hij naar Laren waar hij met een onderbreking van 8 jaar in het postkantoor in Blaricum, tot aan zijn pensionering in 2004, heeft gewerkt. Hij vertelt, dat hij bij piketdienst de sleutel van de kluis had, en dat het nogal eens voor kwam, dat het alarm af ging. Hij werd dan uit zijn bed gebeld, omdat hij de enige was, die in Laren woonde, moest hij dan vaak midden in de nacht naar het postkantoor. Ook de politie kwam dan, want je wist maar nooit. Erger dan zijn bed uit te moeten komen is er niet gebeurd. Wel in Blaricum, waar hij toen werkte. Op een nacht bleek er te zijn ingebroken maar de inbrekers kregen de kluis niet open. Een andere keer en dat was in Laren moest hij komen opdraven, omdat een van de leidinggevende onzeker was of het geld wel goed was opgeborgen in de kluis. Die keer had niet hij de sleutel van het postkantoor, maar een besteller die dienst had. Hij woonde in Blaricum. In een straat die niet zo bekend was en een TomTom bestond destijds nog niet, zoeken naar de straat dus midden in de nacht. Na veel rondzwevingen door de stille buurten werd het adres toch gevonden. Na te hebben aangebeld, wat eerst geen resultaat opleverde en toen maar hard bonzen, kwam er enig leven in het huis en werd er een raam opengedaan. De beide heren legden uit waarvoor ze kwamen en na enig zuchten en steunen werd de sleutel naar beneden gegooid. Toen weer terug naar Laren. Natuurlijk was alles in orde. Maar het was inmiddels wel uren later toen hij weer zijn bed kon opzoeken. 

Op onze vraag of het er na de privatisering van het Staatsbedrijf anders aan toeging in de organisatie en het personeelsbeleid, zegt hij dat er wel verschillen waren, maar niet zo veel. Er werd niet meer geoefend door de BB in de kelders onder het postkantoor. De loketbeambte kreeg 0,05 cent per uur. Klopte de kas ’s avonds niet dan moest er uit eigen zak bijbetaald worden. De ondernemingsraad, waarin Wil ook zat was en bleef ook na de privatisering actief. Ook de ondernemingsraad vergaderde in de kelderruimte.

Al met al kijkt hij terug op een interessante en afwisselende baan. Hij geeft wel aan, dat vooruitgang niet altijd een verbetering betekent. Als voorbeeld noemt hij het tegenwoordig vaak onpersoonlijke sfeer aan de loketten. Het digitale tijdperk kent ook slachtoffers, daar wordt maar al te vaak aan voorbijgegaan. Met die woorden besluiten we dit gesprek en gaan we de kou weer in. 

foto Meulenkamp