Tegenover de Haas en Konijn…

Tegenover de Haas en Konijn…

Het oude postkantoor (1891-1937) aan de vroegere Hilversumseweg (later Stationsweg en daarna Burgemeester van Nispen van Sevenaerstraat) heeft nog diverse herinneringen voor vele mensen, die daar lang geleden kwamen. Allereerst is daar het verhaal, dat ik ken uit overlevering en dat ver voor mijn tijd regelmatig gebeurde.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 111 [2010-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

door Arnold van Kessel

Mijn opa Arnold van Kessel kwam in 1888 in Laren wonen op Brink 19 (toen nog kadastraal bekend als Dorp 226, later “Huizing 1033”) hoek Kerklaan naast het huis van de bekende etser en graficus Toon de Jong. Opa van Kessel woonde daar met zijn vrouw Marretje de Jong en zijn twee zoons Frits en Herman. Maar er waren nog veel meer bewoners, die echter in de tuin bivakkeerden. Daar waren allereerst een reeks duiven, maar ook ganzen en pauwen. Hoeveel het er waren is niet bekend. Ik heb dat ook niet meer kunnen achterhalen. Het bewijs van de vroegere aanwezigheid van pauwen was wel, dat ik in mijn jeugd vaak in de gang langs een hoge vaas liep vol met grote fel blauwgroen gekleurde pauwen­veren. Arnold van Kessel ging van tijd tot tijd richting het oude postkantoor. Hij liep dan echter niet alleen, maar was vaak in gezelschap van één van zijn ganzen. Auto’s waren er nog niet, want we spreken dan over ongeveer 1915. De wandelaars kuierden samen dwars over de Brink onder de hoge donkere iepenbomen door tot aan het Bonte Paard. Ongeveer bij het toenmalig bruggetje, dat gesloopt werd in 1918, bleef de gans staan. De toen al aanwezige “weg” voor het Bonte Paard stak de gans niet over. Hij bleef wachten tot zijn baas terug kwam. Arnold ging naar het postkantoor en keerde terug om samen met zijn waggelende witte gans weer langs de Coeswaerde huiswaarts te keren.

Bonnen
Zelf heb ik een onprettige ervaring aan dat gebouw. In de oorlog werden op dat kantoor bonnen verstrekt voor eten en kleding. Mijn moeder ging bonnen halen voor mijn schoenen. Nu was ik in die jaren al erg lang voor mijn leeftijd van 11 jaar en mijn schoenmaat was toen al erg groot. Toen moeder vroeg om die schoenenbonnen weigerde de dienstdoende ambtenaar, omdat hij dacht, dat moeder probeerde schoenenbonnen te krijgen voor mijn vader. Hij wilde niet geloven dat het voor mij bedoeld was. Kort en goed ik moest diezelfde ochtend nog “vrijwillig” met moeder mee naar het kantoor. Met een hoogrode kleur moest ik mijn voet door het loket steken, opdat men zich kon overtuigen van het feit, dat mijn moeder niet gejokt had. De bonnen werden verstrekt, maar het is duidelijk, dat ik als beginnend puber dit uitermate vervelend heb gevonden. Gelukkig heb ik er geen trauma van overgehouden. Ik leef tot op de dag van vandaag letterlijk “op grote voet”. 

De Haas en Konijn
Het oude postkantoor was overigens gemakkelijk te vinden voor mensen van buitenaf. Historisch is het verhaal van een mevrouw,die naar Laren kwam. Zij kwam uit de richting van Amsterdam. Toen zij de weg vroeg werd haar gezegd: “U gaat bij Het Bonte Paard rechtsaf en tegenover de Haas en Konijn vindt U het postkantoor”. De dame dacht, dat zij in het ootje genomen werd. Maar in die jaren waren daar toen al de bekende tabakszaak van de Haas en de voortreffelijke banketbakkerij van Konijn. Als kind had ik geen belangstelling voor de tabakszaak van de Haas. Dat was het terrein van mijn stevig sigaar- en pijprokende vader Frits. Ooit had hij in Tirol een kromme pijp gekocht en om de paar jaren werd die dan vernieuwd. Via briefwisseling werd dan aldaar een nieuwe pijp besteld. Deze kromme pijp is altijd in mijn geheugen gegrift gebleven. Het zal niemand verbazen, dat een van die pijpen in de familie ook bewaard is gebleven. Wij hadden als kinderen natuurlijk meer belangstelling voor de lekkere kleurrijke taartjes op feestdagen bij buurman Konijn. Ook die zoete gebakjes zijn in mijn geheugen gebleven. En ik vermoed, dat ik niet de enige ben. Dit zijn een paar herinneringen aan de schitterende Brink van weleer. Toch het kloppend hart van Laren, waar ooit de schapen van Lammert Herder water dronken uit de Coeswaerde en daar ook geschoren werden.