Laren toen…

Laren toen…

Vele honderden Laarders hadden zich op 4 mei 1950 rondom de Coeswaerde verzameld. De reden hiervoor was de dodenherdenking en de onthulling van het oorlogsmonument op de Brink.

Na onze oproep in Kwartaalbericht 116 ontvingen we deze bijdrage.

COESWAERDE

Direct na de bevrijding had men op de Brink een noodmonument opgericht ter herinnering aan de 68 dorpsgenoten die door oorlogsgeweld om het leven waren gekomen. De jongste twee slachtoffertjes waren Jan Peter (10 jaar) en Thomas (7 jaar) Pfeffer. Zij woonden aan de Engweg 16. Op 11 juli 1944 werden zij samen met hun moeder in Auschwitz vergast.

Het noodmonument bestond uit een hardstenen plaat van 2.60 bij 0.70 meter met daaromheen een haag van Douglas-sparren. De tekst op de plaat luidde ‘Aan onze gevallenen 1940-1945’. Deze plaat werd gemaakt door de firma Hebing aan de Molenweg. In 1949 kreeg Nel Klaassen de opdracht voor het uitvoeren van haar ontwerp voor een definitief monument. De kosten hiervan bedroegen 6.125 gulden en dit bedrag werd in zijn geheel opgebracht door de Larense bevolking.

Op 4 mei 1950 om 16.00 uur was het dan eindelijk zover. In het bijzijn van vele honderden dorpsgenoten onthulde burgemeester A.J.M. (Naud) van der Ven het unieke monument. Zoals U op de foto kunt zien was er rond het monument veel te weinig plaats voor de belangstellenden. De burgemeester besloot zijn rede met de legendarische woorden: ‘Ik moge U nog de verzekering geven, dat het het gemeentebestuur een eer zal zijn er voor zorg te dragen het monument en omgeving in verzorgde staat te bewaren’.

door Ernst H.J. Wortel

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 117 [2011-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.