‘Gevonden voorwerpen’ uit Laarder bodem
Wie waren eigenlijk de eerste inwoners van Laren? Of, om de vraag anders te stellen, weten we iets van de eerste mensen die het grondgebied bevolkten waarop nu de gemeente Laren ligt? Zijn er nog sporen in de bodem te vinden die daar iets over kunnen zeggen? We weten natuurlijk niets over mensen die helemaal niets nalieten, maar wel wat over mensen van wie nog voorwerpen gevonden zijn. En we kunnen ook iets zeggen over de ouderdom van die voorwerpen en dus over de vraag hoe lang het geleden is dat er al mensen woonden in het gebied dat nu Laren heet.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 143 [2018-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Wim Keizer
Museum Hofland
Het oudste voorwerp dat bij Laren, in de Kuil van Koppel op de Zuiderheide bij het PWN-terrein tussen Hilversum en Laren, gevonden is betreft een zogenaamde ‘afslag’, een scherf die van een steen geslagen is. Deze is ongeveer 150.000 jaar oud. In hetzelfde gebied zijn ook een hanger of amulet gevonden uit het neolithicum (nieuwe steentijd; periode van 7500 tot 4000 jaar geleden) en een draadfibula (een soort sluitspeld) uit de bronstijd (4000 tot 2800 jaar geleden). (Voor een aanduiding van de archeologische en geologische tijdschalen, zie afbeelding 1).
Wie meer wil weten over de bodemvondsten in Laren en andere plekken in het Gooi kan tot 15 december 2018 terecht in het Geologisch Museum Hofland. De tentoonstelling, met de naam ‘Gevonden Voorwerpen’, is opgezet in samenwerking met de afdeling Naerdincklant van de archeologievereniging AWN (begonnen als Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, vandaar AWN). Dat er nauwe samenhang is tussen geologie en archeologie werd 18 oktober 2017 tijdens een lezing in de Lindenhoeve bewezen door Sander Koopman, bestuurslid/hoofdredacteur bij AWN Naerdincklant en van huis uit geoloog. Maar een geoloog die ook zeer geïnteresseerd is in archeologie. Hij is projectleider van de tentoonstelling en het ondersteunende programma. Koopman liet zien op welke plekken in Laren archeologische vondsten zijn gedaan (zie ook afbeelding 2): de al genoemde Kuil van Koppel, de Laarder Wasmeren, de grafheuvels Zeven Bergjes op de Zuiderheide, het Sint Janskerkhof, de Laardereng, Vredelaan/Zevenenderdrift, Hoefloo 45 en (dichtbij, in Blaricum) de Boslaan en de Boissevainweg. Vervolgens gaf hij een overzicht van de belangrijkste vondsten.
Pijlpunten en meer
Bij de Laarder Wasmeren troffen archeologen spitsen en pijlpunten uit het mesolithicum aan (11.000 tot 7500 jaar oud). De Zeven Bergjes zijn grafheuvels uit het neolithicum en de bronstijd waar diverse voorwerpen gevonden zijn, zoals in 1924 een bijl, stenen hamers, klokbekers en een bronzen dolkje. In dit gebied zijn sinds 1840 al diverse onderzoeken uitgevoerd. Bij Hoefloo 45 is een vuurstenen bijl gevonden uit het neolithicum.
Van heel andere aard is wat er bij de Vredelaan en het Zevenenderdrift gevonden is: paalsporen van een boerderij die daar 5000 jaar geleden gestaan heeft. Bij het bouwen ervan gingen de dragende palen gewoon de grond in. Later zijn de gedeelten die in de grond zijn blijven zitten gaan rotten. De residueren daarvan konden bij onderzoek worden getraceerd en gefotografeerd. Ook hier werden diverse voorwerpen gevonden: bijlfragmenten, afslagen, een maalsteenloper met een maalsteen, een mesje en een fragment van een bronzen ring. Ook waren er trechterbekervondsten. Op de Laarder Eng, een akkerbouwcomplex daterend uit de vroege middeleeuwen, zijn uit die tijd een fibula, een fragment van een sleutel en aardewerkschreven van na 750 gevonden.
Oorsprong van Laren
Wat het Sint Janskerkhof betreft, moet dit als ‘de oorsprong van Laren’ worden beschouwd. Er was een vroegmiddeleeuwse nederzetting met de naam ‘Lare’ of ‘Laer’. In dit gebied zijn vroegmiddeleeuwse zwaarden gevonden. Ook is er een verkavelingspatroon dat duidt op de toenmalige aanwezigheid van boerderijen. Er is hier een kerk gesticht, waarschijnlijk in de 8ste eeuw. Op de zogenaamde ‘ronde kaart van Gooiland’ van 1540 is deze kerk (afgebroken in 1586) nog te zien, maar inmiddels was er in 1521 ook een kerk gebouwd op een andere plek (wat nu de Johanneskerk is) en was Laren naar het noorden opgeschoven, met naast de Johanneskerk de Brink als één van de oudste plekken. (Zie ook het artikel ‘De Sint-Jansverering in een Sint-Vitusparochie voor 1580’ van Jaap Groeneveld, in nummers 140 en 141).
Landschap en bodem
Voorafgaand aan zijn overzicht van de archeologische vondsten, gaf Sander Koopman inzicht in de landschaps- en bodemgesteldheid en kwam hij met een definitie: ‘Archeologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de menselijke cultuur op basis van in de bodem terechtgekomen neerslag van menselijke activiteiten.’ Archeologie is dan ook: vondsten plus context. Bij die context zijn wetenschappen als geologie, (kunst)geschiedenis en palynologie (of pollenanalyse: het onderzoek van zowel recente als fossiele pollen, sporen en andere microfossielen) hulpwetenschappen bij de reconstructie van het archeologische verhaal. Er is dus sprake van een multidisciplinaire aanpak.
Getuigen ijstijd
Laren ligt, net als enkele andere plaatsen op de Utrechtse Heuvelrug en het Gooi op de oostelijke helling van een in de voorlaatste ijstijd (het Saalien, 130.000 jaar geleden, aan het eind ervan) gevormde stuwwal, waarin door zich terugtrekkende gletsjers ook dalen waren ontstaan. Koopman liet op foto’s (gemaakt tijdens werkzaamheden) enkele getuigen in de Larense bodem zien van die ijstijd: gestuwde rivierzanden aan de Molenweg, keileem aan de Molenaar, klei uit een smeltwatermeer aan de Torenlaan en een smeltwaterdelta aan de Jordaan. Aan de hand van steeds oudere kaarten en schilderijen toonde hij hoe Laren gegroeid was en het landschap veranderd: hoe ouder, hoe meer open: minder hout en meer zandverstuivingen.
Rijk verleden
Sander Koopman besloot zijn inleiding met de opmerking dat Laren een rijk verleden heeft met vondsten uit vrijwel alle archeologische tijdvakken, waarvan de trechterbekervondsten aan Vredelaan/Zevenenderdrift ook landelijk belang hebben. De meeste vondsten zijn te aanschouwen in het Huis van Hilde, het archeologiecentrum van de provincie Noord-Holland in Castricum. Maar een deel daarvan, uit het Gooi, ook tijdelijk, tot 15 december 2018, in Geologisch Museum Hofland, Hilversumseweg 51, Laren. Geopend op dinsdag t/m zondag van 13.00 tot 16.30. Voor groepen buiten deze tijden ook op afspraak (035 538 25 20). Meer informatie op www.geologischmuseumhofland.nl.
Grote rol ‘amateurs’
Wie veel meer wil weten over de archeologie of er actief in wil worden kan terecht op de website van AWN Naerdincklant.
Geïnteresseerden kunnen lid van AWN worden, ‘amateurs’ spelen een grote rol in de regionale archeologie.
Sander Koopman heeft ook een boek geschreven. De titel is ‘Archeologie tussen Vecht en Eem’.