Dierbare herinneringen aan Laren
Mariët Kuijper, geboren in 1939, zat in de zomer van 1944 tot de bevrijding, ondergedoken in een gewezen boerderij in Laren. Die boerderij stond aan de Oude Naarderweg nr. 6 en werd bewoond door twee gezinnen. Aan de zijde van de Wally Moesweg was dat de familie De Graaf en aan de andere kant was dat de familie Mooij.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 87 [2004-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Hoofdfoto: van links naar rechts; Arend Mooij, Bep Mooij en hun kinderen Arend en Peter.
Door Bep De Boer
Arend Mooij was gasfitter bij de gasfabriek in Hilversum. Hij woonde in dat gedeelte met zijn vrouw en hun, toen nog drie kinderen. De familie Mooij was goed bevriend met de familie Kuijper. De moeder van Mariët Kuijper overleed in het kraambed bij haar geboorte in 1939. Haar vader, lsrael Kuijper, was Joods en werd in 1943 opgepakt door de bezetters en naar een kamp in Havelte, in Drente, terecht gekomen. Toen de heer Kuijper op transport gesteld zou worden naar een kamp in Duitsland, werd de trein, waar hij op het punt stond om in te stappen, beschoten door geallieerde vliegtuigen.
Door de consternatie, die ontstond wist hij, dank zij de hulp van Drentse ondergrondse medewerkers, te vluchten, samen met andere Joodse mannen.
Van Arend Mooij had hij een vluchtroute gekregen om naar Utrecht te gaan waar zijn dochter Mariët verbleef. Met haar Joodse achtergrond moest ook Mariët onderduiken.
Maar de heer Mooij wilde vader en dochter het liefst bij hem thuis opnemen. Zodoende charterde hij een busje van een wasserij uit Laren. Die wasserij, “De Aronskelk”, moest ook voor de bezetters de was doen en mocht daarom door het hele gebied tussen Laren-Hilversum en Utrecht de was ophalen en rondbrengen en had daar ook papieren voor.
Arend Mooij gaf de chauffeur 60 gulden om zogenaamd evacue’s op te halen. Dat was heel slim bedacht door de heer Mooij. De reis van Utrecht naar Laren verliep vlekkeloos, maar toen ze op de Oude Naarderweg in Laren arriveerden kwam de overbuurvrouw, mevrouw Knebel, naar buiten. En toen ze uitstapten zei ze tegen Arend Mooij: ”Jij neemt Joden in huis!”, waarop de heer Mooij antwoordde: ”Dat gaat jou geen barst aan”.
Mevrouw Knebel
Mevrouw Knebel was een Rijksduitse. Ze was heel fel tegen het regime van Hitler. Ze was ook goed bevriend met de familie Mooij en haar kinderen speelden met de kinderen Mooij.
In 1944 werd het 4e kind van de familie Mooij geboren en buurvrouw Knebel was in de buurt tijdens de bevalling.
En wanneer er Duitse soldaten in de Oude Naarderweg kwamen dan nodigde zij hen uit en kwamen ze bij mevrouw Knebel op visite.Expres schonk ze dan een flinke borrel en wanneer de aangeschoten soldaten dan vertrokken had ze hen al ingeprent dat de Oude Naarderweg “Juden rein”was! En dat was hun redding, dankzij mevrouw Knebel.
Het verzet
Arend Mooij deed hand en span diensten voor het verzet en deed veel goed werk. Zo werden er b.v. ondergrondse blaadjes gedrukt op een adres aan de Paviljoensweg en die moesten dan weer rondgebracht worden.
Op een keer kwam een jonge vrouw bij Arend Mooij binnen rennen. Ze was op de vlucht voor de Duitsers. Arend Mooij bedacht zich geen moment. Hij pakte zijn fiets, zette de vrouw achterop en reed zo tegen de achtervolgers in. Ze gingen netjes opzij en hadden er geen erg in dat de gevluchte vrouw achter op de fiets zat.
Doordat de heer Mooij bij de gasfabriek werkte had hij ook veel contact met de fitter van het winkeltje, dependance van de gasfabriek aan de P.C. v.d. Brinkweg. Dat was de gasfitter Piet van de Water, die ook in het verzet zat.
De bevrijding
Toen kwam de bevrijding. Eén van de kinderen Mooij kwam de slaapkamer van Mariët binnen hollen en vertelde dat de oorlog was afgelopen. We konden het niet geloven. Toen ze met z’n allen Laren in wandelden, kwamen ze op een punt bij de Hilversumseweg waar de Duitsers werden ontwapend. Daar lagen hele stapels wapens, munitie en helmen.
Wij, als kinderen, joelden tegen de Duitsers, maar dat mocht beslist niet van vader Kuijper. We mochten geen leedvermaak hebben, zei hij. Zo was vader les.
Op de Brink kwamen heel veel mensen bij elkaar. Dat was heel gezellig. Iedereen was blij want we waren eindelijk vrij. Na de oorlog kwam dus uit, dat de familie Mooij Joodse onderduikers had gehad. Hun overbuurvrouw, mevrouw Knebel, kwam in moeilijkheden. Ondanks dat ze de soldaten had dronken gevoerd en de buren op die manier had beschermd, werd ze toch naar de gevangenis in Scheveningen gebracht. De heer Knebel werd langer gevangen gehouden. Hun kinderen werden tijdelijk bij de familie Mooij ondergebracht.
Daarop is lsrael Kuijper naar Scheveningen gegaan om voor mevrouw Knebel te pleiten en dat gaf haar gelukkig vermindering van straf.
Israël Kuijper
Bij zijn bezoeken aan de gevangenis kwam Kuijper door toedoen van mevrouw Knebel in gesprek met veel landgenoten, die fout waren geweest. In gesprekken met hen kwam naar voren dat ze er ontzettend veel spijt van hadden. De heer Kuijper werd gevraagd of hij het hun kon vergeven. Natuurlijk, hij kon het ze wel vergeven, maar vergeten? Nooit!
Samen met de gevangenen heeft les Kuijper toen gebeden om vergiffenis.
Na de oorlog
Mariëts vader hertrouwde na de oorlog met een nicht van de gebroeders Dooijewaard. Haar moeder was een zus van de gebroeders (Christien). Ze woonden later bij zus Christien in Amersfoort.
Zodoende ontmoette Mariët vaak tante Jacoba, oom Willem en oom Jaap Dooijewaard. Ook ontmoette ze heel vaak mevrouw Singer. Ze leerde haar kennen als een mooie, eenvoudige en lieve vrouw die iedereen verwende!
Als ze in Amersfoort op bezoek kwam, dan moest Mariët met een presenteerblaadje met koffie of thee naar buiten voor de chauffeur (Jan Majoor) die in de auto zat te wachten met de gezelschapsdame van mevrouw Singer.
In 1959 trouwde Mariët met de heer L.R. Wentholt. Helaas is hij in 1990 overleden. De familie Mooij is na de oorlog verhuisd naar Appingedam.
Weerzien in laren
In 2002 durfde Mariët een keer naar Laren te komen. Ze wilde nog een keer in de Oude Naarderweg rondkijken. Het huis van de familie Mooij was er niet meer, daar waren nieuwe huizen voor in de plaats gekomen. Daar recht tegenover op nr. 11 was het huis waar mevrouw Knebel woonde, het huis waar ze als kind later zo heerlijk had gespeeld.
Ze stond er voor en dacht bij zichzelf, wat zou ik er graag nog eens rondkijken. Ze kon het niet laten en belde aan. De huidige bewoonster, mevrouw Haijtema deed open. Mariët vertelde wie ze was en waarom ze had aangebeld. Mevrouw Haijtema liet haar binnen en daar werd het één en ander verteld. Mevrouw Haijtema vertelde ook dat het huis voor de Singers werd gebouwd en dat ze er maar heel kort hebben gewoond. Wonderlijk genoeg had Mariët mevrouw Singer ook goed gekend. Nu heeft Mariët’s oudste kleindochter Saron vioolles in Laren. En ook zij loopt nu elke week in Laren. Op die manier is het kringetje weer rond, dank zij de familie Mooij en mevrouw Knebel.
Met dank aan mevr. M. Wentholt.