‘t Bonte Paard

‘t Bonte Paard

‘t Bonte Paard in Laren is tot ver over onze dorpsgrenzen bekend. Het eeuwenoude café met zand op de vloer, werd en wordt door oude Laarders ook wel ‘Jan Roest’ genoemd. De man die het café zijn grote bekendheid heeft gegeven. Vrijdagmiddag 10 oktober vindt in Laren’s oudste kroeg de presentatie plaats van het boek ‘t Bonte Paard, de herberg van Jan Roest, geschreven door zijn kleindochter Jacqueline Marjot die zelf in de zestiger en zeventiger jaren meehielp achter de tap. Ze vertelt in haar eerste boek over hoe haar Opa en zijn familie de herberg langer dan een eeuw beheerden. Het boek bevat niet alleen unieke historische gegevens, maar ook – naast de vele foto’s – talrijke eigenaardigheden van de stamgasten. “Toch zijn het geen vette verhalen geworden. Geen dikke lol. Het is mijn visie. Van binnenuit gezien.”

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 87 [2004-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Door Leo Janssen

Jacqueline Marjot beschrijft de geschiedenis van ‘t Bonte Paard van binnenuit
“Het idee voor het boek, kwam toen ik een artikel over ‘t Bonte Paard aan mijn moeder voorlas. Daar klopt niks van, zei ze. Ach mam, dan doe ik het wel een keer over, antwoordde ik, niet-wetend dat er dit boekje uit zou komen. Eigenlijk wilde ik er een velletje of vijf over schrijven voor de familie en het desnoods naast de tap neerleggen als een soort parochieblaadje.” Jan Roest’s geschiedenis van ‘t Bonte Paard begint in 1906. Jacqueline: “Met een taperecorder ben ik de verhalen van mijn moeder gaan opnemen. Eerst moeizaam, want ik wist amper hoe dat ding werkte”, zegt ze lachend en verlegen. “Mijn lieve moeder heeft die eerste verhalen wel 25x opnieuw verteld. Ze vond het prachtig om te doen, omdat ze graag die dingen wilde vertellen die de mensen inmiddels niet meer weten. Tot aan de Tweede Wereldoorlog is het haar verhaal geworden.

Daarna ben ik ouderwets met potlood en papier verhalen gaan opschrijven van buren, vrienden, familieleden en diverse archieven ingedoken. Het mooie aan de verhalen van mijn moeder, vind ik, dat het de sfeer uitademt, waarin ze is opgevoed. ‘Neem de mensen zoals ze zijn en niet zoals jij ze graag ziet’. Het was de spreuk van mijn oma. Het gezin Roest leefde weliswaar volgens hun eigen normen, maar had toch respect voor andermans opvattingen. Ik genoot zelf ook enorm van dat interviewen van mijn moeder. Vaak was het voor mij door de hektiek van mijn gezin een ontspanning om bij haar ‘op de koffie’ te gaan en te luisteren hoe zij als één na oudste van 8 kinderen opgroeide in het gezin Roest en als jong meisje werkte in ‘t café van haar vader. Bovendien was ik zelf steeds meer in de geschiedenis van mijn familie geïnteresseerd geraakt. Je herkent dingen in je kinderen en je wilt weten waar dat vandaan komt.” Jacqueline’s moeder is op 10 juli j.l op 95 jarige leeftijd overleden. ”lk heb het boekje dan ook opgedragen aan haar. Voor vele bezoekers van ‘t Bonte Paard is ze jarenlang een moederlijk figuur geweest. Ik heb haar tot op het laatste moment nog hele gedeeltes uit mijn manuscript voorgelezen. Ik denk dat ze hierboven enorm trots op me is. Trouwens mijn vader ook, denk ik. Die kon geweldig vertellen. Van hem heb ik dat verhalende. Als hij een reis had gemaakt, zaten wij als 7 dochters Marjot geboeid te luisteren. Hij was een gezelligheidsmens.”

“Van de herberg van Jan Roest tot de grootse huiskamer van laren”
Toch zag het er eerst niet naar uit, dat Jacqueline met het woord haar brood zou verdienen. “Na twee jaar kunstacademie had ik het wel gezien. Het was mijn zusje Marjan die me aanraadde te gaan schrijven en toen heb ik mijn diploma gehaald voor uitgeefster. Later heb ik allerlei baantjes gekregen als redacteur. Bij uitgeverij ‘t Spectrum, de Staatsdrukkerij, het gemeenteblad van Laren en verder heb ik nog interviews geschreven voor het boekje ‘Hilversum, zoals het was’ en gewerkt als nieuwslezer bij Radio Hilversum, waar ik ook een tweewekelijks radioprogramma had over alternatieve geneeswijzen. Of ik met het schrijven doorga, weet ik nog niet. Ik heb met dit boek iets af willen ronden. Een punt willen zetten achter de geschiedenis van mijn voorvaderen.” Met veel warmte denkt ze terug aan haar jeugd in ‘t Bonte Paard. “Hoewel ik als een echte ‘heikneuter’ – ik klim met mijn kinderen, als het moet, nóg in de bomen – bij uitspanning Het Bluk, waar mijn ouders tot ze in 1965 in ‘t Bonte Paard kwamen werkten, ben opgegroeid, herinner ik mij het wekelijks koffiedrinken na de Hoogmis – het was voor ons verboden in de kroeg te komen – bij mijn opa en oma. En ook het Kerstfeest was in ‘t Bonte Paard ieder jaar weer een enorm gezellige gebeurtenis. Koffie met ‘klaseman’ en voor de kleinkinderen was er per gezin een tafeltje met cadeaus. En ‘s avonds zaten we met zijn allen in U-vorm bij elkaar tijdens een kerstdiner. Ik denk dat dat ook de grote kracht was van mijn opa en ook van mijn ouders, die doorstraalde naar ‘t Bonte Paard.

Het was de binding, die ze met de mensen hadden. Ze kenden ook iedereen. Daarom kwam de bankdirecteur er én de grondwerker. In de jaren zestig en zeventig, toen ik er zelf werkte, brak de wereld er open. Alles kon en mocht. Heftige discussies en plezier aan de kletstafel. Ik denk dat dat ‘t Bonte Paard ook zo uniek maakt. Tot op de dag van vandaag. Iedereen kan met iedereen opschieten. Rangen en standen bijten elkaar hier niet. Ook het traditionele, het authentieke, het zand op de vloer en de milde prijzen hebben er aan bijgedragen. Mijn vader maakte het ook niets uit of een jonge student een hele ochtend of avond op één kopje koffie zat. Van hem hoefde zo’n joch geen dure dranken te bestellen. Gek eigenlijk, zo’n open sfeer, terwijl de kroeg nooit is gemoderniseerd. Het was en is er gemoedelijk. Echt de grootse huiskamer van Laren. Daarom is mijn boekje een ode aan ‘t Bonte Paard, waar mijn opa de hoofdrol in speelt. Hij heeft het café karakteristiek gemaakt. Ik heb het boek van binnenuit beschreven. Ik ben geen Carmiggelt, geen kroegtijger. Heb er zelf gewerkt. De kletstafel vond ik de mooiste plek.’s Ochtends met de werklui, ‘s middags de eerste plaagstootjes van een of andere bralbal. Als je achter de tap staat, krijg je een breder perspectief.

De kans om mensenkennis op te doen. Ik heb een heleboel verhalen weggelaten, omdat ik ze niet kon verifiëren en ook omdat ik niet van sterke verhalen hou. Ik wilde in ieder geval dat het historisch verantwoord was. Toen ik het klaar had, dacht ik, ‘t Bonte Paard is zo vaak geportretteerd in de loop der jaren, nu is het mfjn schilderij geworden. In woorden.

‘t Bonte Paard door Jacqueline Marjot
€ 12,95, Uitgeverij van Wijland, ISBN 90-77285-03-2