Snuffelen naar ‘Hollebol(le)’

Snuffelen naar ‘Hollebol(le)’

Graag snuffel ik in het Oudrechtelijk archief en Oudnotarieel archief van Naarden. Het kost wel wat tijd, maar daar staat tegenover dat je veel achtergrondinformatie en aanvullingen vindt over je familie en hun leefomstandigheden. Ook duikt er soms opeens een andere achternaam op. Ik ging er eigenlijk altijd vanuit dat, als een jong kind overleden was, dit wel door ziekte zou zijn gekomen. Dat zal meestal ook wel het geval zijn geweest, maar het volgende laat zien dat het ook wel eens een andere oorzaak had.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 133 [2015-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Nel Krijnen-van Gog

“Gisteren, zijnde 09-01-1722, is in een sloot nabij het huis van Lambert Jacobs Hollebolle, binnen de dorpe Laren, dood gevonden het zoontje van de voorn(oemde) Lambert Jacobsz Hollebolle, genaamd Jacob, oud omtrent 3 jaren. Het voornoemde kind is geviciteerd door Jacobus van de Veer en Hendrik Duijsburg Mz. Chirugijns te Naarden. Zij verklaarden na nauwkeurig onderzoek aan het voornoemde kind, dat er geen minste questinge of wonde waren; integendeel. Dat ’t zelve verdronk en aldus van ’t leve berooft is geworden.” (1)

Zelfs vroeger keken de heren doctoren dus wat de doodsoorzaak was van een kind. De sloot waarin hij verdronken is, zal waarschijnlijk de Biezemsloot zijn geweest, die loopt van de Koeswaerde tot aan de Gooiersgracht.
Nu viel mij de naam Hollebolle op, een naam die ik nog nooit eerder was tegengekomen. Zoeken in de doopboeken van Laren naar deze naam Hollebolle was tevergeefs. Wel bij de inpost op ‘begraven’: op 11-01-1722 kwam hij eenmaal voor, het (verdronken) kind van Lambert Jac. Hollebolle. Nu was het wel gebruikelijk dat er geen achternaam werd gebruikt maar het patroniem. Daarop gezocht, vond ik een Lambert Jacobzen. Hij trouwde te Laren op 15-11-1710 met Grietje Jans. Zij kregen 11 kinderen, allen RK gedoopt te Laren. Hun vijfde kind heette Jacob en is drie jaar geworden.

De kinderen waren resp.:

  1. Neeltje, ged. 30-12-1711
  2. Cornelis, ged. 28-11-1713
  3. Willebrordus, ged. 06-11-1715
  4. Cornelis, ged. 30-05-1717
  5. Jacob, ged. 12-10-1718,
    begraven in Laren op 11-01-1722
    als kind van Lambert Jac. Hollebolle
  6. Cornelis, ged. 28-10-1719
  7. Cornelius, ged. 06-05-1721
  8. Jacob, ged. 14-07-1723
  9. Jan, ged. 24-08-1724
  10. Joannes, ged. 08-12-1725
  11. Jacob, ged. 09-06-1731
    Van alle kinderen was Lammertje (Lamertien) Jacobs doopgetuige, behalve van Jan (9) en Johannes (10), bij wie Gerretien Jans doopgetuige was.

Lening
Van deze elf kinderen haalden er slechts enkelen de volwassen leeftijd. Toch moet Lambert niet armlastig zijn geweest, want op 3 sept. 1722 sloot Lambert Jacobsz Hollebolle een lening af van 800 gulden bij Antony Nikerk, vice precident schepen der stad Naarden.(2) Daaraan verbindende: “Een huis en erve met drie schepel land binnen de dorpe Laren, belent Loeg Jansz de Wit ten westen en Jan Jacobsz Stuur ten zuiden. Twee Schepel land genaamt Broer en Camp, gelegen binnen het dorp bij ’t Klooster, belent Jacob Jansz Berger ten noorden en Dirk Huijsman ten zuiden. Nog 7 ½ spint land binnen Laren, belent Jacob Jansz Berger ten westen en de gemeene weg ten oosten. Nog 5 spint land binnen Laren, bij de Roomse kerk belent Meijns Hendriksz ten zuiden en Jan ­Huijbertsz ten westen en Jan Tijmensz ten noorden. Een schepel land gelegen in ’t Nieuwe land, belent Jan Huijbertsz ten westen en Teuntje Willems ten oosten.”

Bitter
Zijn derde kind Willem Lammertse (Willebrordus ged. 06-11-1715) trouwde in Laren op 03/04-11-1741 met Pietertie Hendriks. Zij lieten door notaris Hendrik Thierens op 24 april 1743 een testament opmaken en verklaarden geen 4000 gl. ‘gegoed’ te wezen. In deze akte noemt hij zich Willem Lambertsz Hollebol en tekent deze akte ook zo (3). Hun eerste kind Margreta wordt kort hierna geboren en RK gedoopt te Laren op 27-04-1743. Haar doopgetuige is Cornelia Lammers. Op 29-03-1745 wordt weer een Margreta gedoopt met als doopgetuige Neeltje Lammerse. Op 26-02-1747 wordt Lambertus gedoopt. De vader noemt zich Willem Bitter, de doopgetuige is Cornelia Bitter. Op 01-06-1749 wordt Lammetje Willems gedoopt, de vader is Willem Lammers Bitter, de doopgetuige is Elbertje Bitter in plaats van Neeltje Bitter. Maertjen wordt gedoopt op 06-07-1750, doopgetuige is Aertje Hendriks. Lambert wordt gedoopt op 13-11-1753.

Grondnaam
Zo zien we dat Lambert Jacobsz in officiële akten de achternaam Hollebolle gebruikt. Ook zijn zoon Willem (Willebrordus) gebruikte de naam Hollebolle, maar rond 1747 laat Willem enkele van zijn kinderen dopen met de achternaam Bitter, een naam die nog steeds voorkomt in Laren. Maar de naam Hollebolle als achternaam kwam ik tot nu toe niet tegen. Wel als een grondnaam. In 1738 was De Hollebol “een camp land beplant met eikenhout, bespit als onbespit (4), gelegen achter een stuk land genaamd de Kelderkamp, te zamen groot 18a 20 schepel (5), gelegen in de Duijnen (tussen Naarden en Huizen bij Valkenveen).”
De vraag waarom Lambert Jacobsz de achternaam Hollebolle gebruikte, zal die ooit beantwoord worden? Misschien was hij ooit eigenaar van de Hollebolle, een stuk land dat hol en bol moet zijn geweest…?

Rekening
Hoe dan ook, mijn nieuwsgierigheid naar de naam Hollebol(le) was gewekt en daarom ben ik verder gaan zoeken. In het ORA (Oud rechtelijk Archief) van Laren-Blaricum van 1730 vond ik toch weer wat. Een document waaruit blijkt dat er een eis lag van de Heer Philippus Clement, medicine Doctor, tegen Lambert Jacobs Hollebol (gedaagde). Het ging over een rekening van ƒ 46.6 die de eiser in rekening had gebracht wegens gedane visites en geleverde medicijnen in het jaar 1728. Lambert Jacobs Hollebol zal het met deze rekening niet eens geweest zijn. Nadat de Scheepenen beide partijen gehoord hadden, werd besloten dat Lambert Jacobs Hollebol een rekening van ƒ 40 gulden moest betalen (6).

Voogden
In 1732 werd Lambert Jacobs Hollebol samen met Tijmen Majoor aangesteld als voogden over de minderjarige kinderen van wijle Annetje Jansen en Jan Aalten Donker (7). Maar in 1735 is de naam van Lambert Jacobs geen Hollebol meer, maar Bitter. Hij wordt samen met Meijns Dekker voogd over de minderjarige kinderen van wijle Elbert Bitter en Gerritje Jans. Na het overlijden van Lambert Jacobs in 1740 werden er door de scheepenen van Laren en Blaricum opnieuw voogden aangesteld over zijn nog steeds minderjarige kinderen. Dat gebeurde (pas) op 25 sept. 1741. De voogden werden Jan Bitter en Tijmen Majoor (8).
Uit dit alles blijkt, dat Lambert Jacobs de naam Hollebol nog gebruikte tussen 1722 en 1732. Tot zijn overlijden in 1740 gebruikte hij de naam Lambert Jacobs Bitter.

Willem Lambertsz Hollebol
Willem Lambertsz, het derde kind van Lambert Jacobs Hollebol, gebruikte ook een enkele keer de achternaam Hollebol. In 1743 bijvoorbeeld, toen hij samen met zijn vrouw Pietertje Hendriks een testament op liet maken, tekende hij met de naam Hollebol. Zij verklaarden toen voor nog geen ƒ 4000 gegoed te zijn. Pietertje Hendriks overleed in 1765. Willem overleed op 31 mei 1792 in Laren als Willem Lamberts Bitter. De naam Hollebol werd niet meer genoemd. Op 25 augustus 1793, 50 jaar na het opmaken van het testament, vond de scheiding van de bezittingen plaats. Ze waren nu gegoed voor meer dan ƒ 20.000. Jacob Hendrik Thierens was de notaris.

Erfenis
De erfenis werd als volgt verdeeld: zijn zoon Lambert Willemsz Bitter, wonende in Laren, kreeg een derde deel. Zijn dochter, Lambetje Willems Bitter, huisvrouw van Harmen Reijn, wonende in Hilversum, kreeg ook een derde deel. Het laatste derde deel ging naar de twee minderjarige kinderen Pietje Jacobs Zoon en Jacob Jacobs Zoon. Zij waren de kinderen van zijn eerder overleden dochter Grietje Willems Bitter, die getrouwd was met Jacob Jacobs Zoon.
De totale boedel werd getaxeerd: de huizen en landerijen, het kapitaal van de scheepenkennisse, de onderhandse obligatiën en de contante penningen. Nadat de schulden en lasten waren betaald, bleef er een bedrag over van ƒ 20280, 9 stuivers en 12 penningen. De erfgenamen aanvaarden de erfenis die in drie parten werd gedeeld, elk met een waarde van ƒ 6760, 3 stuivers en 4 penningen.

De akte meldt: “Aldus gepasseerd op de hofstede Berghuijsen onder de jurisdictie van Naarden” (9). De akte beschrijft precies hoe de drie parten er uit zagen. Wie deze beschrijvingen wil lezen, kan terecht op onze website: www.historischekringlaren.blogspot.com/2014/07/hollebolle.html.

Nel Krijnen-van Gog is erelid van de Historische Kring Bussum en tevens verbonden aan de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV).

  1. Oud rechtelijk archief Naarden, Inv.3083, fiche 318, akten 9. (Stad en streekarchief Naarden)
  2. Oud rechtelijk Archief Laren, Inv.3254 blz. 203-204 (Streek Archief Hilversum)
  3. Notarieel Archief Naarden Inv. 3735, akten 33, fiche 329. (Stad en streekarchief Naarden)
  4. Oud rechtelijk Archief Naarden, Transport en Hypotheken, Inv.3073, blz.164, fiche 267. (Stad en streekarchief Naarden)
  5. Oud Rechtelijk Archief Naarden, Inv. 3075, blz. 289, fiche 278. (Stad en streekarchief Naarden)
  6. ORA Laren Inv. 3240 blz. 269 (Streek Archief Hilversum)
  7. ORA Laren Inv. 3240 blz. 287 (Streek Archief Hilversum)
  8. ORA Laren Inv.3241 blz. 42 (Streek Archief Hilversum)
  9. Not. Archief Naarden Inv. 3793 akte 109. Fiche 894 (Stad en Streekarchief Naarden)