Oorlogsherinnering van mevr. J. Israël

Oorlogsherinnering van mevr. J. Israël

Het is vandaag 19 april 2004 en vandaag woon ik al 19 dagen in Laren. Door de brievenbus valt nr. 87 van het kwartaalbericht van de Historische Kring Laren. De vorige bewoonster van dit huis was wellicht donateur, want ik vond een heel stapeltje, daterend vanaf 1997.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 91 [2005-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Mevrouw J. Israël

Laren is voor mij allerminst onbekend terrein. Ik heb dus zitten bladeren op zoek naar herkenning. Ook dit nummer. Dat speciaal gewijd is aan de oorlogsjaren heeft mijn aandacht. Herinneringen komen bij mij op, die nog steeds niet uit mijn geheugen zijn gewist. Maar tot mijn verbazing vond ik er geen woord over. Waar zocht ik naar?

Het is begin mei 1940. Ons gezin van 6 personen waarvan ik de jongste ben, woont in Baarn. De onrust en spanning van een dreigende oorlog drukt ook op ons dorp. Mijn broer is, net als vele andere jonge jongens, opgeroepen om als militair ons land te verdedigen. En iedereen is ongerust. In neutraliteit wordt niet geloofd. Er wordt sterk rekening gehouden met gevechten langs de Eemlinie. Baarn kan onder vuur komen te liggen. De burgemeester en wethouder besluiten daarom dat de bevolking van Baarn moet worden geëvacueerd, onder andere naar Laren en wel zo snel mogelijk. Alleen het allernoodzakelijkste mag worden meegenomen. Vervoer wordt geregeld met alles wat wielen heeft en iedereen is verplicht iemand mee te nemen die geen vervoer heeft. Huisdieren mogen niet mee en de plaatselijke dierenarts krijgt opdracht om huis aan huis langs te gaan om alle dieren een spuitje te geven.

Ik kan me nog heel goed herinneren dat deze arts, een goede huisvriend van ons, huilend bij mijn vader kwam om te zeggen dat hij het gewoon niet meer kon om al die dieren af te maken. Maar opdracht is opdracht en binnen 24 uur moesten we allemaal uit Baarn vertrokken zijn.

De uittocht verliep chaotisch! Mijn zusje en ik worden opgepakt en in een auto gezet waar nog plaats is en daar gaan we. In Laren komen we allemaal samen op het Kermisterrein en daar zal voor onderdak worden gezorgd. Dat verloopt allemaal moeizaam. Begrijpelijk, want wie had er nu ervaring met evacuaties? En dan nog eens zoals gezegd binnen 24 uur.

Kermisterrein, kant Boerenhofstede (foto: archief HKL)

Die dag eindigde voor mijn zusje en mij wel erg triest. Het kermisterrein druppelde langzaam leeg, iedereen kwam onder dak, behalve wij tweetjes en we hadden de opdracht gekregen: “Blijf zitten waar je zit, anders raken jullie zoek“. Daar zaten we dan acht en tien jaar oud! Bang, koud en het was bijna donker. We hadden één houvast. Onze oma die in een van de huizen aan de overkant van de straat -ik denk de Barbiersweg- was terechtgekomen ontdekte ons en kwam ons steeds even troosten. Eindelijk om een uur of tien werden we opgehaald. Onze ouders waren getraceerd en wij mochten bij hen komen!

Het was in mijn herinnering een heel klein boerderijtje waar we bivakkeerden met zijn vieren. We moesten buiten naar de w.c. en dat was erg spannend. Jammer dat ik me niet kan herinneren waar dat is geweest. Lang zaten we hier niet. Ik werd ziek en een dokter stelde vast dat we hier niet zo konden blijven zitten. We vertrokken naar de Torenlaan, naar de familie Bruiningh. Mijn zusje ging naar de overkant naar een familie waar onze oudste zus al zat en zo kwamen we toch allemaal een beetje dicht bij elkaar. En ineens was deze hele chaotische toestand voorbij. Nederland capituleerde en een paar dagen later, wanneer Baarn weer tot veilig gebied is verklaard, gaan we terug naar huis.

Bij thuiskomst was alles nog intact en we werden verwelkomd door een poezenmoeder met jongen, die aan de spuitjes waren ontkomen!!

Gedurende de oorlog bleef Laren binnen ons vizier. Op 21 oktober 1943 trouwde mijn broer en zij gingen in Blaricum wonen, Langeweg 7, in een tot huisje verbouwde garage. Als in juli 1944 een zoon wordt geboren verhuizen zij naar Laren, naar het Raboes nummer 5. Mijn broer werkte tot dan nog steeds als werktuigbouwkundige bij Fokker, maar niet meer voor lang. Hij moest naar Duitsland. Aan die oproep gaf hij geen gehoor en hij dook onder bij zijn eigen vrouw aan het Raboes. Aan de overkant in het huis van de familie Lubbers, bivakkeerde de Ortskommandant en zo dicht “onder het vuur” zat je redelijk veilig. Voor nood was er wel een afspraak met de buren, de familie Loeber. Bij een huiszoeking zou mijn broer door het bovenraam bij hun in de tuin springen en dan verdwijnen. Dat werkte goed, tot het op een keer misging. Hij werd opgepakt en per auto afgevoerd. Toen het konvooi Baarn passeerde liet één van de bewakers mijn broer ontsnappen (Hij was zelf ook een jonge vader!) Zo kwam mijn broer bij ons in Baarn terecht om bij zijn eigen ouders onder te duiken!

Het zal veel mensen vergaan zijn zoals het mij verging. Je haalt herinneringen op en het ene verhaal haakt op het andere in. Aldus ontstond deze speciale herinnering. Er zijn er nog veel meer. Wie weet een andere keer!