De aula van de Gemeentelijke Begraafplaats

De aula van de Gemeentelijke Begraafplaats

Kunst uit het dorp van Mauve

Op de Gemeentelijke Begraafplaats, bij de meeste van u beter bekend als de Algemene Begraafplaats, staat een lief klein gebouwtje, de aula. De begraafplaats is gelegen achter het zo bekende oude St. Janskerkhof. Het adres van de aula is Hilversumseweg 51a.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 91 [2005-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Bep de Boer

Bij binnenkomst door het gietijzeren hek lopen we er bijna tegen aan. De aula werd gebouwd in 1949. De architect was de directeur van gemeente werken, de heer P.B.J. Schiloo. In de jaren 1989/ 1990 werd het gebouwtje nog wat uitgebreid onder architectuur van de heer H. Kras.

Aan de voorzijde is het kantoor van de opzichter/ grafdelver met daarnaast een ruimte voor zijn gereedschappen. Daarachter een keukentje en zitruimte voor de dragers. En na de overdekte passage komen we in de aula. (Zie ook de plattegrond). Bij het binnenkomen van de aula worden we begroet met kleurig licht dat door een zestal prachtige ramen valt, vooral wanneer de zon schijnt.

De aula aan de westzijde

Deze schitterende ramen werden ontworpen door beeldend kunstenares Mevrouw Femina (Femmy) Schilt-Geesink. Zij werd geboren te Utrecht in 1908. Ze woonde en werkte in Hilversum en Bloemendaal en kwam in 1956 in Laren wonen alwaar ze in 1988 overleed. Ze was een leerlinge van Prof. R.N. Roland Holst aan de Rijks Academie in Amsterdam.

Plattegrond van de aula (Gemeente Laren)

Mevr. Schilt-Geesink schilderde, aquarelleerde, tekende, emailleerde en was één van de grootste representanten van de 20e eeuw in de glazeniers kunst. De ramen in de aula, een symfonie in zes delen op het thema de dood, werden door haar in 1965 ontworpen op verzoek van Burgemeester en Wethouders van Laren. Haar man, de heer J.L. Schilt nam het technische gedeelte van de realisatie van de ramen voor zijn rekening.

De ramen dienen, volgens de kunstenares aldus “gelezen” te worden:

  • Raam 1: “Vallen en Staan”. Scheiding tussen het tijdelijke en Dat wat blijft. Vallend Blad.
  • Raam 2: “Kristal”; Tot Licht geworden geconcentreerde stof. Kerstmis – Zonnewende – Straalkracht van de Geest.
  • Raam 3; ” Inzicht”; Naar de Grens van Ruimte en Tijd. Perspectief naar het Eeuwige. Deze ramen staan aan de noordzijde = laagste zonnestand.
  • Raam 4; “Bloeien en Welken”. Ontstaan – Bestaan- Vergaan. Drie zadenvallen in de bodem als Laatsten en als Eersten van de Leven/Dood cyclus. Dernier en Premier Quartier.
  • Raam 5; “Zijn en Schijn”. Zon en Maan. Spiegeling. Onder: de M van Memento Mori (Gedenk te sterven) Boven: de V van Vivere (Leven) , Vrijheid en Vrede.
  • Raam 6; “Thuiskomst”. Uitzicht door Inzicht. De drie Zaden worden in het Eeuwige geplant.
Het voormalig atelier van het echtpaar Schilt-Geesink aan de Noolseweg te Laren

Deze zes ramen maken deel uit van een enorme lijst van kunstwerken die zij in haar 45 jaar als glazenierster ontwierp. Ook ontwierp zij in 1959 een mozaïek voor de Amro bank in Laren en in 1963 een mozaïek voor het Singer Museum. Als u op de begraafplaats bent en u zou de ramen willen zien, zoek dan even de beheerder op. Hij zal graag de deur van de aula even voor u openen zodat u der amen kunt bewonderen.

Het echtpaar Schilt-Geesink in hun atelier (1952)

Foto en afbeelding verantwoording: foto’s nr. 1 t/m 8 – Bep De Boer. Foto’s nr. 9 en 10 – collectie H. Schilt.