Marionetten in Laren
In het kunstenaarsdorp Laren woonden niet alleen schilders en beeldhouwers, maar ook enige tijd een marionettenspeler.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 81 [2002-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Rik Brugman
We hebben het over Bert Brugman, die van 1932 tot 1935 in Laren woonde, o.a. op de Engweg nr. 2, het huis waar later Kees Schrikker woonde. Schrikker was een goede bekende van Bert Brugman: Hij ontwierp decors, kostuums en beeldhouwde van hout zelfs een aantal hoofden voor de marionetten in de tijd dat Schrikker nog een leerling was aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam.
Bert Brugman was in 1923 in Amsterdam begonnen met zijn marionetten, waar hij in een daartoe geschikte ruimte van het notariskantoor van zijn vader aan de Keizersgracht een theaterzaaltje inrichtte. Hier gaf hij met zijn marionetten, die met draden bewogen werden, voorstellingen voor zo’n vijftigtal mensen: kleine opera’s zoals Bastien en Bastienne van W.A. Mozart. De decors, kostuums en poppen waren ontworpen door de bekende Rie Cramer. Er werd met een klein groepje live gemusiceerd en gezongen. Een van deze zangeressen zou zijn vrouw worden, waardoor zij elders een gezin stichtten en in Laren kwamen wonen.
Omdat Bert Brugman via een comité van aanbeveling en recensies in kranten een steeds grotere groep belangstellenden kreeg, maakte hij met een reizend theater overal in Nederland furore. Hij had dan ook in de Larense periode een eigen bestelwagen, die door een student van de Amsterdamse Academie voor Beeldende Kunsten vrolijk gedecoreerd was. De in het Gooi zeer bekende Eelco ten Harmsen van der Beek (o.a. tekenaar van Flipje, het fruitbaasje van Tiel) ontwierp een reclamecampagne voor Bert Brugman, waarvoor hij vele tekeningen maakte.
In 1933 had Bert Brugman zelfs een eigen theater-tent met een oppervlakte van 30 bij 12 meter, waarmee hij in de zomer enige maanden in Scheveningen stond. Bijgaande foto is genomen op het kermisterrein in Laren, waar de theatertent, voorafgaande aan Scheveningen, enige weken stond.
In het winterseizoen 1933-1934 verzorgde Bert Brugman in een tournee een groot aantal voorstellingen voor de AVRO. Omdat televisie nog niet bestond en er ook nog geen luisterbijdrage betaald moest worden, was elke omroep bezig om leden te werven. Bij de AVRO werden die “luistervinken” genoemd. De marionetten maakten reclame voor bekende radiopersoonlijkheden. Voor de geluidsweergave werd gebruik gemaakt van speciaal voor dit doel opgenomen grammofoonplaten met de stemmen van de originele sprekers en zangers. Op de foto is Bert Brugman te zien met enige coryfeeën uit die tijd: Han Hollander, Jacob Hamel (van het kinderkoor) en Max Tak. In latere jaren kwamen daar ook Snip en Snap bij. De meeste van deze marionetten maken tegenwoordig deel uit van de collectie van het omroepmuseum.
In de vooroorlogse jaren werkte Bert Brugman met draadmarionetten. Na de oorlog ging hij verder met een gepatenteerd bewegingssysteem van handpoppen. In samenwerking met His Masters Voice werden vele opera’s, waarvan de grammofoonplaten verkrijgbaar waren, met de marionetten opgevoerd. Veel mensen kenden via de radio delen van de operamuziek. Nu kon men in het hele land met Bert Brugmans marionetten in een minitheatervorm een reële uitvoering beleven. Bekende theaterontwerpers, zoals Wim Vesseur, ontwierpen voor dit theater schitterende decors en kostuums.
Bij de start van de televisie in 1951 werd Bert Brugman door de VARA gevraagd om bij diens allereerste TV uitzending met marionetten een cabaretprogramma te verzorgen, onder regie van Willy van Hemert. En natuurlijk is Bert Brugman bekend van de maandelijkse kinderuitzendingen voor de KRO over een periode van ongeveer tien jaar, zoals Dappere Dodo, Tom Poes e.a. Op eigen teksten van Bert Brugman en met eigen mensen op thuis opgenomen geluidsbanden.
Naaste de vele honderden voorstellingen per jaar, verzorgd door de zonen van Bert Brugman, werden ook in het buitenland tournees gemaakt, zoals in Indonesië, de Nederlandse Antillen, België, Zwitserland en Israël.
In 1964 liet Bert Brugman de uitvoeringen geheel aan zijn zoons over. Na afloop van zijn speciale afscheidsvoorstelling in het Singermuseum in Laren kwam de burgemeester van Blaricum, de heer Tydeman naar voren om Bert Brugman mede te delen, dat het Hare Majesteit had behaagd hem te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Zijn zoon Joost – die ook reeds meer dan 45 jaar organist is in de R.K. Vituskerk te Blaricum – heeft samen met zijn gezin de traditie voortgezet tot zijn 70ste verjaardag. Tegenwoordig wordt door een van zijn dochters in een moderne vorm, wederom met live muziek de draad weer opgenomen. Het Amsterdamse Fonds voor de Kunst verstrekte het afgelopen jaar hiervoor zelfs een subsidie. Bert Brugman en zijn vrouw Frieda bereikten beiden de leeftijd van 96 jaar, zij liggen begraven op het RK Kerkhof bij de Vituskerk in Blaricum.