Maria Engelina van Regteren-Altena

Maria Engelina van Regteren-Altena

Kunst uit het dorp van Mauve

Maria werd geboren op 28 december 1868 te Amsterdam. Haar ouders waren Johan Quirijn van Regteren Altena en Gerardina Maria Jonker. De familie van Regteren stamde uit een aristocratisch geslacht met een grote liefde voor de kunst.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 121 [2012-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Mary van der Schaal

Dé stillevenschilderes van haar tijd: (1868–1958) 

Haar kunstzinnige aanleg was Maria dus aangeboren. Ook haar broer Martinus (1866–1908) leerling van Jan Vet, was kunstschilder en haar zus Johanna (1875–1954) was ontwerpster van beroep en oprichtster van “De Kerkuil”, een combinatie van Haarlemse Kunstnijverheidsateliers. Sinds haar prille jeugd was schilderen voor Maria haar diepste verlangen.

Toen Maria 22 jaar was ging haar vurige wens in vervulling en gaven haar ouders toestemming om schilderlessen bij kunstschilder Geo Poggenbroek (1853–1903) te gaan nemen, die haar met de grootste zorg begeleidde bij de allereerste stappen in de schilderswereld. Een strenge lesgever was Poggenbroek in het geheel niet, maar juist daardoor waren zijn lessen leerrijk en plezierig. Al snel was zij ingewijd in het gebruik van het schildersmateriaal, het opzetten van een stilleven, de weergave van vorm, licht en schaduw en de geheimen van toon kleur en nuance. Zij kreeg drie of vier dagen in de week les van hem, maar omdat haar ouders in de zomermaanden buiten Apeldoorn (waar de familie woonde) doorbrachten, werden de lessen onderbroken maar na die onderbreking weer in september hervat. 

Van 1893 tot begin van de zomer in 1896, nadat zij eerst een toelatingsexamen heeft afgelegd, bezoekt Maria de Rijksacademie te Amsterdam waar zij les krijgt van Dake. Daar maakt zij kennis met Jo Strumff, Lizzy Assingh, Nelly Bodenheim, Ans van den Berg, Coba Ritsema, Jacoba Surie en Betsy Westendorp-Osieck, een hechte groep die later door de invloedrijke criticus Albert Plasschaert in 1912 werd aangeduid als “De Amsterdamse Joffers”. Toen zij in 1896 naar de schildersklas van Allebé zou overgaan moest zij plotseling om gezondheidsredenen de Academie verlaten.

Wanneer het weer beter met haar gezondheid gaat huurt zij een atelier in de omgeving van de Nieuwmarkt in Amsterdam waar de schilder-etser M.W. van der Valk met zijn lessen haar tekort aan tekentechniek enige tijd komt aanvullen. Zij gaat een studiereis maken naar Praag, Rome en Zuid Frankrijk. Na haar reis gaat zij weer bij haar ouders in Apeldoorn wonen. In de tuin wordt voor haar een atelier neergezet.

Zij blijft daar tot 1917 en gaat dan definitief terug naar Amsterdam. Zij wordt lid van Arti et Amicitae, St. Lucas en Pulchri Studio in den Haag. Omdat zij in deze tijd veel kunstenaars ontmoet die in Laren en omgeving wonen en werken, komt zij zelf dikwijls in Laren, schildert daar ook en na enige tijd krijgt zij de beschikking over een atelier in het Rozenlaantje, dikwijls blijft zij daar ook overnachten.

Al die jaren komt haar liefde voor stillevens steeds meer tot uitdrukking. De schuchterheid in haar doeken die in het begin van haar ‘werken’ duidelijk waarneembaar zijn en het zoeken naar kleuren voor de voorwerpen die zij neerzet, worden langzamerhand gedurfder, resoluter en zonder aarzeling gekozen. Ja, ze schildert wel eens portretten of landschappen, maar haar grote liefde gaat toch uit naar het ‘Stilleven’. De groei en verfijning van haar gevoel en de ontplooiing en de stijging van haar kunnen tot technische perfectie worden steeds overwogen door een aangeboren zelfbeheersing en bescheidenheid. Zij weet de moeilijkheid van stof- en vormuitdrukking glansrijk te overwinnen. Zij heeft meegewerkt aan vele tentoonstellingen o.a. in Boymans van Beuningen in Rotterdam, het Centraal Museum in Utrecht, in het Singer Museum in Laren en het Haags en Rijksmuseum. Ook heeft zij geëxposeerd in Wenen, Venetië, Barcelona en Edinburgh. Maria Engelina van Regteren Altena overleed op 6 juli 1958 te Amsterdam.

Bronnen: 

  • Mr. H.F.W. Jeltes
  • Kunstgalerie Arnold, Gassel, Ternijveen
  • Internet
  • Foto’s: Philip Dorant