Landhuis Breidablik: Overleven in het hol van de leeuw
‘Wie wijs luistert hoeft niet op reis, het paradijs fluistert overal.’ Deze prachtige dichtregel van Leo Vroman gebruik ik weleens als mensen mij vragen waarom ik niet op vakantie ben geweest. De basis van het grote genieten zit namenlijk in jezelf en is niet persé afhankelijk van zonnige buitenlandse vakantieoorden. Hoewel ik dit keer na lange tijd weer eens naar Zuid-Frankrijk ben geweest, kreeg ik vlak voordat ik vertrok een uitnodiging van makelaar Jacques Walch om een landhuis te bekijken aan de rand van de heide; villa Breidablik aan de Verlengde Engweg 10.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 121 [2012-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Leo Janssen
In zijn e-mail had hij geschreven: “Deze te koop staande villa kent een bijzondere geschiedenis, omdat hier in de oorlog 26 onderduikers hebben gezeten. Er wordt gesproken over vluchtgangen die vanuit het huis uitkwamen in de tuin of op de hei.” In het attachment een artikel van verslaggever Jos Haagmans in de Gooi en Eemlander: De ooms en tantes van Jan van der Kulk, een bijzonder verhaal over Willem van Iependaal, schrijverspseudoniem voor Willem van der Kulk, wiens zoon Jan de Israelische Yad Vashem onderscheiding postuum in ontvangst had genomen voor zijn vader en moeder.
Het romantische landhuis ligt er begin zomer weliswaar verlaten en wat vervallen bij, de plek van deze laatste villa aan de rand van de hei is wonderschoon. In de tuin vol wilde bloemen langs het goed onderhouden gazon enkele beelden van de kunstenares, de psycholoog en sociaal wetenschapper Babs van Reede – Jonkman, samen met haar man de laatste bewoners van deze vlinderachtige villa, gebouwd in opdracht van Dr. Theo van der Waerden, socialistisch ingenieur en docent, Tweede Kamerlid (1918-1940) en theoreticus van de SDAP. Een ontwerp van architect Theo Rueter (1876 – 1963), bekend om zijn vele landhuizen die hij realiseerde in het Gooi. Veelal ambachtelijk gebouwd in harmonie met de omringende natuur.
Midden voor het in baksteen gemetselde huis een glazen veranda uitgevoerd met groen geschilderd metaal en gemarkeerd door twee half hoge terrasmuurtjes waarop de lavendel nog even bloeit. Het grote raam erboven onder de monumentale houten bovenbouw met een grote rieten kap biedt een schitterend panorama over de hei. De gevels zijn voorzien van lintvensters met glas-in-loodramen. Wat opvalt is, hoe de architect gebruik heeft gemaakt van het vele licht, dat overal naar binnen straalt. Het interieur op het donkerhouten gelambriseerde trappenhuis na, lijkt nu het huis niet meer wordt bewoond, weliswaar zonder ziel, maar toch is er intuïtief die spanning van een zoektocht naar een bijzonder verhaal van bijzondere mensen die ik nog niet ken.
Op de deuren van de schuur rechts hoefijzers van paarden die er ooit zijn gestald. Een voorteken voor het vinden van de vluchtgangen die vanuit de villa destijds uitkwamen in de tuin of op de hei?
Voor de onderduikers moet er een glijbaan zijn geweest van de eerste verdieping, via een luik in de lambrisering naar een kelder. En een kachel die kan omklappen ‘met pijp en al’ waardoor de toegang tot een andere ruimte vrijkwam. Vluchtgangen die met drie kelders een labyrint vormden onder de villa.
In de tuin vlak tegen het huis liggen twee stenen honden, gepatineerd door het vele groen dat hen al vele jaren heeft omringd. Zouden dit ‘de blaffers’ zijn die tijdens de Tweede Wereldoorlog altijd achter de deur lagen en een belangrijke rol speelden als er een razzia werd gehouden en de Duitsers door hun geluid enige tijd op afstand bleven waardoor de onderduikers meer tijd kregen om zich snel onder de grond te verstoppen?
Samen met de makelaar en een van zijn vrienden beginnen we de speurtocht. Het is als in een jongensboek. Nauwkeurig inspecteren we alles. Er worden planken verwijderd om letterlijk en figuurlijk te proberen er een vinger achter te krijgen. Achter een schot, achter een boekenplank.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog evacueerde de schrijver en zijn vrouw vanuit Heiloo naar Laren. In Heiloo werden Willem en Fietje er letterlijk uit weg- gebombardeerd. Toen ze terugkwamen van de fietstocht zat het vlees nog in de schoenen van de buren in hun twee-onder-een-kapwoning. Bovendien stond Willem op de zwarte lijst van de Duitsers, omdat hij in de Eerste Wereldoorlog als vrijwilliger in het Engelse leger in België tegen hen gevochten had. En als schrijver had hij geweigerd voor de Nederlandse Kultuurkamer te tekenen. Het Gooise verzet had de villa ‘Breidablik’ in Laren gevorderd, omdat die leegstond. Een ideale plek tegen de bos-en heiderand aan.
De kasten op de benedenverdieping leveren niets op. Dan maar gezocht naar het ingenieuze mechaniek, waardoor de open haard in één klap een vluchtgang ontsluit. Er zijn er twee; een onder het donkerbruine balkenplafond in de woonkamer en een in de hal. Houtblokken worden weggehaald, de vuurplaat nog eens bekeken, tegen de schouw geslagen en nagels worden gebroken om maar enigszins iets te vinden dat er beweging in brengt. Helaas. We gaan richting keuken.
Over het landhuis en het verblijf van Fietje en Willem van Iependaal zijn vele anekdotes bekend. Het meest fascinerend is het verhaal over Hans Kramer, de Feldwebel, de sergeant eerste klas uit het Oostenrijkse Sankt Pollen die, toen het huis al vol zat met onderduikers, een kamer in de villa betrok. Naast de schouw was een geheim belknopje waarmee de Oostenrijker boven in zijn kamer werd gewaarschuwd. Als de Duitsers echt vervelend waren, kwam hij in vol ornaat scheldend naar beneden en schreeuwde: “Idioten, jullie hebben hier niets te zoeken”. Hij bleek ‘een goeie’ te zijn. Na de oorlog kwam zelfs uit dat hij een Engelse spion was. Net zo fascinerend is het verhaal dat er in de tuin een veldkeuken was ingericht en in een vleugel van de villa een ‘Funkstell’, een vuurleidingscentrum voor 22 kanonnen die opgesteld waren bij Amersfoort. Beiden werden bemand door Poolse soldaten in Duitse dienst.
“Zij gaven de familie ook wel eten. Op een gegeven moment kwamen ze met een gamel aan, met 25 liter goulashsoep. Toen Fietje zei, dat het veel te veel was en dat je daarmee een heel peloton kon voeren, zeiden ze dat het ‘ook voor die anderen’ was. Sinsdien werden die Polen ook wel eens uitgenodigd.” Aan het woord is de weduwe van zoon Jan van Iependaal, Rita van der Kulk (57) die in het Friese Donkerbroek woont. De broers Jan en Joris leven niet meer. “Hoewel ik twintig jaar jonger ben dan mijn man, staat alles mij nog plastisch voor de geest”, zegt ze kordaat. “De mannen hadden het er altijd over. Jan heeft heel wat ‘ooms en tantes’ in de villa gekend”. Wanneer ik haar vertel dat de eerste zoektocht door het huis ons niets heeft opgeleverd, vertelt ze dat er toch ruimtes te vinden moeten zijn via de kasten in de keuken.
Ik bel opnieuw de makelaar. Jacques is met vakantie. Ook voor hem fluistert het paradijs in Zuid-Frankrijk dit jaar. Zijn medewerker kandidaat-makelaar Kathelijne Vos biedt direct aan diezelfde middag nog eens een keer te gaan kijken. Collega-makelaar Dennis de Boer vergezelt haar.
De tuin is dit keer ‘bevolkt’. Zoon Johan, geluidstechnicus in Amsterdam, is toevallig namens de erven aanwezig. Zijn stiefmoeder overleed een paar jaar geleden en zijn vader onlangs. Ik vertel hem het verhaal van Willem en Fietje van Iependaal. Ook hij heeft van de verschillende oorlogs-anekdotes via zijn ouders vernomen.
In de donkere keuken, met middenin een wit kookeiland van kunststof uit de jaren tachtig, trekken we de kasten open. Niets. Johan ziet onze teleurstelling, maar vertelt tegelijkertijd dat hij zelf sinds de dood van zijn vader ook ongelooflijk nieuwsgierig is. Hij loopt naar de kamer en springt op verschillende plekken op de vloer, en laat door het geluidsverschil horen dat er wel degelijk een holle ruimte moét zitten. Ook boven op zolder – een groot stofnest – heeft hij compartimenten en muurtjes gevonden die van de buitenkant niet zijn te zien. Met een stok tikt hij tegen een plafond boven het trappenhuis. Als je niet weet dat er een luik zit, is het een plafond. Hij drukt met een stok er tegenaan. Een luik gaat open. Hij loopt mee naar buiten en laat ons het bovenraamwerk aan de zijkant van de villa zien. Het licht valt naar binnen, maar van binnenuit kun je het raam en het binnenvallende licht niet ontdekken.
Rita vertelde aan de telefoon dat we ook nog eens moesten kijken bij de tennisbaan, maar die grond is inmiddels verkocht en er staat nu een hek omheen met beveiligingscamera’s van het ernaast gelegen nieuwe gigantische landhuis. Ik bel Rita opnieuw en vertel haar, dat onze zoektocht weinig tot niets heeft opgeleverd en dat de tennisbaan niet meer bestaat. “Kun je het leger niet inschakelen om met zo’n apparaat onder de grond van de tuin te kijken? Die onderduikers zaten echt in het hol van de Leeuw. Boven woonden de Duitsers en daaronder Willem en Fietje met hun gezin en ‘tantes en ooms’. Niet altijd in grote groepen, de grootste was 28, maar heel veel kleinere groepjes. Die liepen ‘s nachts op de hei.”
Villa Breidablik (wijdse blik), is nog niet verkocht, zegt de makelaar. Aan het eind van de zomer bloeit de heide aan de rand van het dorp prachtig paars. Bij een nieuwe bewoner wordt het binnenhuis waarschijnlijk verbouwd. Dat kan ook het moment zijn dat er veel wordt uitgebroken en mogelijk veel loskomt. Misschien mogen we nog een keer kijken. De geschiedenis verdient het. “Ik hou je op de hoogte”, zegt Kathelijne. “Het is te interessant om het te weten”. “Jazeker”, zegt Johan van Reede,
“helemaal James Bond!”.
Bronnen:
- Biografisch woordenboek van het Socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland
- Wikipedia
- De Gooi en Eemlander, September 2002, Jos Haagmans
- Nederlands Architectuur Instituut
- De Kolonie van de Internationale Broederschap te Blaricum, Maria Boersen
- De wereld in een dorp. Schilders, schrijvers en wereldverbeteraars in Laren en Blaricum 1880-1920, Lien Heijting
- ‘Terug naar Walden 1898-1907’. Themanummer TVE Walden te Bussum, 1998/3 p131-177, Marcus van der Heide
- Onze anarchisten en utopisten rond 1900, A.C.J. de Vrankrijker
- Laren in het Gooi. De schoonheid van het oude dorp en hetgeen gedaan werd om deze te behouden en te vernieuwen, Laren, 1925, H. Polak
- www.tgooi.nl
- www.tussenvechteneem.nl