Lieu de mémoire: De Gooische Stoomtram

Lieu de mémoire: De Gooische Stoomtram

Veel is er in het Gooi niet bewaard gebleven dat herinnert aan het verleden van de roemruchte Gooische Moordenaar. De Gooise Stoomtram reed van 1882 tot vlak na de Tweede Wereldoorlog van Amsterdam naar het Gooi. Er werden verbindingen onderhouden met alle plaatsen uit het Gooi waarbij aansluiting was op de Oosterspoorweg, de lijn tussen Amsterdam en Amersfoort. Het stationsgebouwtje in Hilversum aan het Oosterspoorplein, vlak tegenover de spoorbomen, is wellicht het mooiste tastbare restant van de voor de ontwikkeling van het Gooi uiterst belangrijke verbinding. Een echte “lieu de memoire” is dit gebouw waarin nu de openbaar vervoermaatschappij Connexion huist echter niet. Daarvoor moeten we naar Laren, waar een oud gedenkteken nieuw leven werd ingeblazen.

Hoofdfoto: De Gooische Stoomtram op de Burg. v. Nispenstraat. Foto: collectie Kreuzen

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 80 [2002-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Door Karel Loeff

De rails rechtop
Ook in Laren zijn de tastbare herinneringen aan de stoomtram erg schaars. De enige straatnamen die rechtsreeks aan de tram herinneren zijn de Stationsweg en de Remiseweg. Alleen de oudere Laarders kunnen het tracé nog duiden of hebben zelfs nog enkele spijkers in hun bezit waarmee de rails aan elkaar genageld waren. De rails zelf zijn spoorloos, alhoewel ….. Onlangs ontdekte ik een hooiberg in het centrum van het dorp, die vanaf de weg lastig is te zien. De masten van deze hooiberg bleken bij nadere beschouwing te zijn vervaardigd van… de oude spoorrails! De liggende rails staan nu rechtop: over functioneel hergebruik gesproken!

Andere tastbare herinneringen druppelen langzaam binnen bij het Historisch Centrum, zoals tramkaartjes, een oude lamp en het sleutelkastje, waar de stationschef zijn sleutels in bewaarde. Ook bezit de kring knipsels, kaarten en boeken over dit onderwerp.

Boerderij ‘de Pol’ (rechts) aan de Naarderstraat. Ansichtkaart rond 1905. (Coll. J. Petersen)

Boeken en gebouwen
Over de tram en het tracé zijn de laatste jaren de nodige boeken verschenen. Het is immers een onderwerp dat zich mag verheugen in een grote schare fans van spoorwegmaterieel. In het boek ‘Daar reed toen de Gooische’ wordt door G. Meyn het interessante fenomeen van de stoomtram uitvoerig belicht. Twee bestuursleden van de Historische Kring Laren, J.G.E. Petersen en G.L. De Boer brachten beiden afzonderlijk al eens een boek uit over dit onderwerp.

Slechts een enkel gebouw herinnert direct aan de stoomtram in Laren. Echter, als je het niet zou weten loop je er ook zo aan voorbij. In het aloude Stationshotel aan de Stationsweg is nu een Chinees restaurant gevestigd. Het oude station is na de oorlog gesloopt en nu pas wordt dit terrein opgevuld met een nieuw gebouw, dat echter niet in de verste verte lijkt op het oude gebouw. Andere directe getuigenissen zijn er niet, behalve dan misschien de rechte achterwand van de Nederlands-hervormde kerk aan de Naarderstraat. Slechts weinigen zullen beseffen dat de aanleg van het spoor heeft bijgedragen aan de sloop van het gotische koor van deze kerk. De oude Naarderstraat was immers een flink stuk smaller dan nu!

Het eerste gedenkteken
Vlak bij de plaats waar het Larense station van de Gooische Stoomtram Maatschappij was gelegen, bevond zich een klein gedenkteken ter herinnering aan het vijftig jarig bestaan van de Gooische Tramweg Maatschappij. Deze maatschappij was opgericht in 1881 en in 1931 werd daarom een gedenkteken opgericht. Dat gedenkteken werd, zoals dat toen gebruikelijk was bij alle grotere bedrijven, aangeboden door het personeel. Het gedenkteken bestond uit een hardstenen voet en een lichtzuil, die in de loop der jaren door vandalisme was verdwenen. Het voetstuk stond wat achteraf in het struikgewas tussen het parkeerterrein en was eigenlijk aan het oog onttrokken.

In 1981 kwam ter gelegenheid van het feit dat de tram honderd jaar daarvoor ging rijden, het idee op iets te doen aan de historie omtrent de tram. Tijdens de Larense Feestweek van 1983 werden in het Singer Museum allerlei wetenswaardigheden over de stoomtram getoond. Vanuit de Historische Kring Laren werd in hetzelfde jaar het Gooise Tramcomité opgericht. De leden van de Kring waren niet tevreden met de vervallen toestand van het monumentje en wilden een passender blijvend gedenkteken. Het Gooise Tramcomité zou zich gaan bezighouden met de invulling van deze wens.

Gooise tramcomité
In het comité namen zitting mevrouw E.J.C. Raasen-Kruimel en de heren N.H. Benninga, A.L.F.M. Testa, K. Kool, W.J.H. Lanphen en E. Wortel. Gekozen werd voor het houden van een prijsvraag voor een nieuw gedenkteken. Hiervoor werden verschillende Gooise kunstenaars benaderd. Het comité had de volgende uitgangspunten ten aanzien van het monument gesteld:
– Het moest passen in het groene brinkdorp Laren.
– Er was een bestaand voetstuk van een ouder gedenkteken aan de Stationsweg.
– Het gedenkteken zou moeten komen te staan op een plek langs de voormalige tramroute.
– Het moet een visueel herkenbaar gedenkteken zijn.
– Het moest vanwege het beperkte budget eenvoudig zijn van uitvoering.

De inzendtermijn werd verlengd en sloot op 15 oktober 1983. Er werd een jury samengesteld met leden vanuit verschillende disciplines en organisaties, waaronder de gemeente Laren. De juryleden waren mevr. J.Z. Bogaard-Baljet, wethouder; Theo Bitter, bloemist; J.P. Koenraads, kunstcriticus; W.H.J. Lanphen, oud-tramemployé en lid van het Tramcomité; C.N. Peek, directeur personeelszaken van Centraal Nederland (de voorloper van Connexxion); G. van der Pol, architect en oud-lid van de welstandscommissie; en E. van Zanten; beeldhouwer en leraar aan de Vrije Academie te Laren.

De inzenders en het ontwerp
Er kwamen op de uitnodiging deel te nemen aan de prijsvraag acht inzendingen binnen. De inzenders waren de heer Benninga, de heer J. Lips, H.I.S. van der Duin, J.C. Steenbeek, Steven van Royen, Gert en Leo Vos, Dries de Vries-van den Berg en Marc van Baars.

Van de inzendingen werd door de jury na rijp beraad het ontwerp van J.C. Steen beek gekozen. Zijn ontwerp bestond uit een beeldje van een tramconducteur die op zijn fluit blaast. Het beeldje zou een plaats moeten krijgen op de oude sokkel uit 1934. Duidelijk was dat het beeldje zou moeten worden uitgevoerd in brons. Daarvoor werd extra geld opgehaald, naast de door de gemeenteraad toegezegde bijdrage van 10.000 gulden. Uiteindelijk kwam het totaalbedrag voor het nieuwe monumentje, inclusief verplaatsing, op het dubbele bedrag uit en dat was vier keer zo veel dan de aanvankelijk begrote 5.000 gulden. Centraal Nederland was één van de sponsoren voor het tot stand komen van het bronzen ontwerp.

De onthulling
Meer dan een jaar na het eerst initiatief was het zover: op 24 augustus 1985 werd het nieuwe trammonument onthuld, op dezelfde plek als zijn lang vergeten voorganger.

De officiële handeling werd verricht door oud-tramconducteurs, terwijl de Sint Jansharmonie de passende muzikale begeleiding verzorgde. Tijdens de onthulling werden opmerkingen geplaatst door de burgemeester, L.Th. Hendriks en de directeur van Centraal Nederland, de heer S. Renzema. Hendriks vond het wel een goed idee om lichtspotjes op het beeldje te plaatsen. Hij was duidelijk in zijn nopjes met dit nieuwe gedenkteken. De directeur van Centraal Nederland benadrukte dat de sokkel niet het eigendom was van de gemeente Laren maar van zijn bedrijf. Daarom was hij, zo grapte hij, ook de bezitter van alles wat op de sokkel werd gezet. Maar, zo concludeerde hij, hij had geen problemen het beeld met de gemeente Laren te delen.

De beeldhouwer Steenbeek uit Coevorden memoreerde dat hij bij het maken van het beeld één bepaalde conducteur zich steeds herinnerde, die altijd met opgeheven hoofd op zijn fluit blies.

Kritiek
Al snel was er discussie over het beeldje. In een anonieme column in de Gooi- en Eemlander werd de gemeente Laren verweten geen visie te hebben wat betreft het kunstbeleid. Een ‘historisch aardigheidje’, zo kwalificeerde de anonieme recensent het beeldje. Ook de locatie van het trammonument werd bediscussieerd. Leden van de commissie maatschappelijke aangelegenheden van de gemeenteraad vonden het monumentje te veel op een achterafplek staan. Dat was tevens de mening van het Gooise Tramcomité, dat na de actie werd opgeheven. Kort na de onthulling werd het beeldje echter verplaatst, toen het voormalige busstation op de schop ging en werd ingericht tot parkeerplaats. Het beeldje staat sindsdien op het grasveldje aan de Burgemeester Van Nispenstraat, voorbij De Lindenhoeve aan de rechterkant.

Verguld
Het één meter twintig hoge beeldje staat op een voetstuk, waarop de route van de tram is afgebeeld. Vanuit Amsterdam (met het wapen met de drie kruisen) voert de route langs diverse plaatsen, gesymboliseerd door belangrijke gebouwen. Zo zijn onder meer het Muiderslot, het Hilversumse raadhuis en de Larense Sint Jansbasiliek te zien.

De tekst op het voetstuk van het oude monument werd door oud-trammedewerker Lanphen persoonlijk opnieuw verguld. Zo is het beeldje van de conducteur geworden tot een Lieu de Memoire ‘voor én door het personeel van de Gooische Tramwegmaatschappij’. De Historische Kring is er verguld mee, want op deze manier is er toch nog iets van de tram ‘op locatie’ bewaard voor het nageslacht.

Bron: Archief Historisch Centrum Laren, dossier trammonument