Katholieke en ongelovige bijen
Als er gesproken wordt over dé bijenvereniging in Laren (en Blaricum), dan zijn er maar weinigen die zich realiseren dat er sprake is van twee totaal verschillende imkerverenigingen die actief zijn in het zelfde gebied. Sinds 66 jaar zijn er namelijk twee verenigingen in Laren en Blaricum gevestigd. In november viert de Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland – Laren Blaricum (hierna VBBN) haar 90-jarig jubileum, terwijl de Imkersbond van de Aarts-diocesane Boeren en Tuindersbond Laren-Blaricum (hierna ABTB) enkele jaren geleden haar 60-jarig jubileum vierde. Beide verenigingen hebben een zelfde verzorgingsgebied, zoals uit hun beider naam blijkt. Zijn het vrienden, concurrenten, aartsvijanden? Met andere woorden: hoe zag en ziet de relatie tussen de beide vereniging eruit.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 130 [2014-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Bart Vos
De VBBN Laren/Blaricum heeft in haar bijna negentig jarig bestaan slechts 8 voorzitters versleten. Het uitrekenen van een gemiddeld aantal voorzittersjaren is weinig zinvol aangezien de eerste 37 jaar de voorzittershamer gehanteerd werd door oprichter Piet van de Brink en de afgelopen achttien jaar door Johan Calis. Ook andere bestuursfuncties werden vaak jarenlang door dezelfde penningmeester en secretaris bekleed. Uit die continuïteit zou gemakkelijk de conclusie getrokken kunnen worden dat er weinig gebeurd is, en dat is ook meestentijds het geval geweest op een belangrijke periode na.
In de jaren na de tweede wereldoorlog liep het aantal bijenhouders in Nederland terug, en in 1948 telde de VBBN Laren Blaricum 65 leden. De vereniging werd geleid door Van de Brink samen met A. van Wijk. Deze Van Wijk was belastingambtenaar en daarmee zal het gecombineerde penningmeesterschap en secretariaat ongetwijfeld in zeer betrouwbare en vertrouwde handen geweest zijn. Maar binnen de vereniging en ook daarbuiten rommelde het. Een aantal imkers in het dorp voelde zich niet gezien door het bestuur en had moeite met de manier waarop de vereniging geleid werd.
“Een deel van de leden voelde zich achtergesteld door het toenmalig bestuur waarvan de heer Piet van de Brink de voorzitter was. Van de Brink behoorde tot de notabelen van het dorp met weinig aandacht voor de leden uit de lagere regionen, de kleine zelfstandigen en de arbeidersklasse; er was een groot en onoverbrugbaar standsverschil. Nu was dat niet zo vreemd, want het was eenmaal zo, en met tact kon dat opgelost worden. Maar veel van deze notabelen misten het en keken op de mindere dorpsgenoten neer.
Dat vermogen van tactisch handelen ontbrak ook bij de voorzitter en zijn directe vrienden ten ene male en zo kon het gebeuren dat die kleine luiden, de arbeiders en kleine zelfstandigen begonnen te morren en ten langen leste begon men zich af te vragen of men geen eigen club kon oprichten, want op de vergaderingen werd hun stem niet gehoord of hield men de mond”. Aldus Tinus Calis, een van de Larense imkers die zich niet thuis voelde bij de VBBN.
Calis was een van de imkers in de groep rond imker Jan Schenk. Schenk was tot enkele jaren voor de oorlog smid geweest maar door de crisis gedwongen om een handel in lompen en metalen te beginnen, een bezigheid waar (in zijn ogen) op neer gekeken werd door de “notabelen”. Hij verzamelde een aantal mede-imkers om een nieuwe vereniging in het leven te roepen. Calis: “Schenk was een kleurrijk mens die ik nog steeds met eerbied en dankbaarheid gedenk. Hij was mijn oom en ook nog mijn bijenvader; hij moest mij het vak leren.”
Men besloot tot oprichting van de Imkersbond van de ABTB, afdeling Laren, Blaricum, Eemnes en Baarn. Op 12 november vond op Zevenend 25 de oprichtingsvergadering plaats. Eerste voorzitter was de heer Hakvoort uit Baarn en eerste secretaris was eerder genoemde Tinus Calis. Dat was niet zomaar, want de aanjager tot oprichting van deze bond was Schenk die tegen hem zei: “Jij hebt meer letters gevreten als ik, dus moet jij maar secretaris wezen”. Een benoeming van bovenaf en niemand die hem tegensprak. De nieuwe vereniging telde ongeveer 15 leden, voornamelijk uit Laren en Blaricum, maar ook enkele imkers uit Eemnes en Baarn. Overigens stapten zeer weinig leden van de VBBN over naar de ABTB. Er was in die zin geen sprake van ruzie.
Als echte Katholieke vereniging kregen ze een geestelijk adviseur in de persoon van kapelaan Soethof, die ook de geestelijk adviseur van de plaatselijke Boerenbond was.
De plaatselijke ABTB was een actieve vereniging. Een van de initiatieven van de vereniging was het organiseren van een heuse bijenmarkt. Naar de mening van de imkers was er naast de belangrijkste bijenmarkt van Nederland in Veenendaal ruimte voor een Gooische aanvulling. Op 24 juli 1954 werd de eerste editie van de Gooische bijenmarkt georganiseerd op de schaatsbaan van Rust Wat. De aanvoer van volken bleef beperkt tot 21 stuks en ook het aantal kopers was zeer bescheiden. Volgens de verslaggevers van de BEL was de geringe belangstelling vooral te wijten aan het slechte weer. De kop van de Bel luidde dan ook ‘Geringe aanvoer en trage handel op eerste bijenmarkt’. In 1955 lijkt het initiatief succesvol want het aantal belangstellenden en kopers neemt toe en de BEL schrijft: ‘De bijenmarkt groeit- grotere aanvoer en meer belangstelling’. Maar in de jaren daarop volgend blijkt dat er toch niet voldoende markt bestaat voor de handel in het Gooi, en spelen ook de omstandigheden een belangrijke rol. De BEL schrijft: “Het lijkt er wel naar alsof de Blaricumse bijenmarkt en de regen een verbond hebben gesloten: als de bijenmarkt wordt gehouden is het slecht weer…” In 1958 vindt de laatste editie plaats.
De katholieke ABTB en de algemene VBBN bestaan jarenlang vreedzaam naast elkaar maar hebben weinig contact. De grotere VBBN organiseert een tweetal keren in samenwerking met de ABTB een cursus voor beginnende imkers in de jaren zeventig en soms bezoeken elkaars leden een verenigingsavond van de andere vereniging maar meer samenwerking is er niet. Ook al voeren beide verenigingen de aanduiding Laren-Blaricum, het grootste aantal leden van de VBBN woont in Laren en deze verenging wordt dan ook meestentijds aangeduid als “Laren”, terwijl de ABTB-leden voornamelijk in Blaricum wonen en de ABTB “Blaricum” genoemd wordt.
Wel valt er een bijzondere samenwerking van beide verenigingen te noemen in 1982 en 1983 als er een gezamenlijk tijdschrift verschijnt. Onder de titel Bij-praten verschijnt er een kwartaalblad onder een gezamenlijke redactie van VBBN- en ABTB-redacteuren. Inspirator en initiatiefnemer is Toon van Gestel, imker en eigenaar van drukkerij Drukteam in Laren. Voor een bescheiden aantal lezers wordt een bijzonder fraai tijdschrift gepubliceerd en ondanks het grote aantal adverteerders deed de uitgever een behoorlijke duit in het zakje.
In de jaren negentig en aan het begin van deze eeuw loopt het aantal leden terug en was de ABTB heel erg klein geworden. Landelijke imkersverenigingen fuseren maar de beide plaatselijke blijven naast elkaar bestaan. De afgelopen jaren profiteren gelukkig beide verenigingen van de toegenomen belangstelling en tellen zij allebei weer ongeveer 40 leden. Dat in de twee dorpen nog steeds twee verenigingen met het zelfde doel kunnen bestaan is een teken dat het goed gaat met de imkerij en vooral met de bijen.
Op 22 november hoopt de VBBN haar jubileum te vieren onder de alleszeggende noemer: “Het gaat heel erg goed met onze bijen (maar we zijn afhankelijk van wat de omgeving ons te bieden heeft)”. In het Brinkhuis zal een aantal sprekers het thema behandelen en iedereen met een zoemend hart is van harte welkom. Meer informatie m.b.t. het programma is te vinden op de site www.vbbnlarenblaricum.nl
Bronnen: voor dit artikel is geput uit het archief van Gert-Jan Loman, het BEL-archief en uit gesprekken met Jan van de Brink en Tinus Calis.