Bart Anthonie van der Leck (1876-1958)

Bart Anthonie van der Leck (1876-1958)

Kunst uit het dorp van Mauve

Bart komt uit een gezin van acht kinderen. Zijn vader was huisschilder en glazenier en moest hard werken om zijn gezin te onderhouden. Binnen het eenvoudige arbeidersmilieu werd weinig waarde gehecht aan de intellectuele ontwikkeling van de kinderen. Bart voelde zich aangetrokken door de kunst maar wist nog niet precies welke richting hij op wilde. 

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 118 [2011-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Mary van der Schaal

Kunstschilder, Lithograaf en Boekbandontwerper

Als veertienjarige werkte hij al enige tijd in verschillende glasbeschilderings-ateliers in Utrecht. Hij komt in contact met professor Allebé (lithograaf en schilder) en probeert een beurs te krijgen voor de Rijksschool voor de Kunstnijverheid, dat lukt hem en hij gaat de schilderklassen en de praktische ochtendlessen aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Utrecht volgen. Op 5 juli 1901 doet hij toelatingsexamen voor de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam en volg daarbij ook nog de avond tekenklas van Professor Allebé. In 1904 behaalt hij zijn diploma met de aantekening: zeer grote kunstvaardigheid in ontwerpen van figurale en ornamentele composities, in het bijzonder voor glasschilderwerk. Later komt hij in contact met architect Piet Klaarhamer (die een Kunstindustriële studie achter de rug had bij het Utrechts museum van Kunstnijverheid en later docent materialenkennis en vormtekenen aan de ambachtschool in Utrecht werd). Klaarhamer heeft veel invloed gehad op Bart van der Leck met wie hij een atelier deelde. Met Bart verzorgde hij in 1905 de gelithografeerde art-nouveau-uitgave “Het Hooglied van Salomo”. Klaarhamer kalligrafeerde de tekst direct op steen en Van der Leck ontwierp de illustraties. In 1910 begon hij echter een eigen stijl te ontwikkelen waarbij hij zijn onderwerpen meer begon te abstraheren, wat leidde tot eenvoudige geometrische vormen in primaire kleuren. 

Laren en ‘De stijl’
Bart van der Leck heeft vanaf de beginjaren van de 20ste eeuw vele vakanties in Laren doorgebracht en om aan de kost te komen gaf hij schilderles aan rijke dames. Hij hield van de eenvoudige Larense bevolking, gemoedelijk en gastvrij en altijd bereid om te poseren hoewel men daarvoor graag een kleine vergoeding wilde hebben. Hij was wel lid van de Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum, maar in het café van Hamdorff kwam hij weinig. Het was toch daar dat hij in 1916 Mondriaan ontmoette. Piet Mondriaan had met Theo van Doesburg samen het Tijdschrift “De Stijl” opgericht, een Nederlandse Kunstbeweging waarvan de leden streefden naar een radicale hervorming van de kunst die gelijke tred hield met de technische wetenschappelijke en sociale veranderingen in de wereld. Bart was een bewogen idealist die geloofde in een nieuwe kunst. Hij werd later gevraagd om voor “De Stijl” te schrijven maar door een artistiek meningsverschil met van Doesburg en Mondriaan, verliet Bart, nadat hij zo’n 4 artikelen had geschreven, de groep mensen die aan het tijdschrift meewerkten. Van der Leck keerde terug naar zijn vroegere figuratieve stijl waarbij hij zijn onderwerpen in geometrische vormen weergaf. De kunstpedagoog H.P. Bremmer waardeerde zijn werk zeer en sponsorde hem van 1912- 1945. Bremmer verkocht veel werk van Bart door aan zijn leerlinge Helene Kröller-Müller waardoor het museum Kröller-Müller nu een grote collectie van de werken van Van der Leck in het bezit heeft. In de jaren twintig ontwierp Bart patronen voor stoffen en in de jaren dertig/veertig hield hij zich bezig met binnenhuisarchitectuur en keramiek. Hij maakte ontwerpen voor vazen, borden, affiches, tapijten en tegels. Zijn veelzijdigheid was onuitputtelijk. Hij ontwikkelde een geheel eigen kleurschema. Het zijn de primaire kleuren rood/geel/blauw en helder geel, soms de secondaire kleur groen (een kleur die volgens regels van het tijdschrift “De Stijl”, vermeden diende te worden). Ook ontwikkelde hij een nieuwe collectie bij elkaar passende kleuren die gebruikt werden in de meubelindustrie en voor gordijnstoffen waarbij de kleuren onbeperkt met elkaar gecombineerd konden worden.

Toen zijn dochter en schoonzoon (Schöne – van der Leck) in Blaricum een huis lieten bouwen, ontworpen door architect Piet Elling, heeft Bart zich over het interieur ontfermd. Deze villa bekend als “Villa Schöne” is een Rijksmonument geworden en een van de beste architectonische schilderwerken van Van der Leck. Bart is vele malen in zijn leven verhuisd. Hij heeft gewoond in Utrecht, Laren (Bijenstand nr. 1) Blaricum, Amsterdam, Amersfoort en Soesterberg. Gezeten achter zijn ezel is Bart van der Leck op 88 jarige leeftijd overleden in Blaricum op 13 november 1958.

Bronnen: Toos van Kooten en A. de Valk