Aantekeningen bij de veilinghamer van Jan de Leeuw (1890 -1973)

Aantekeningen bij de veilinghamer van Jan de Leeuw (1890 -1973)

Aanleiding tot dit artikel is de schenking van een veilinghamer aan de Historische Kring.. De heer Hans de Valk sr. kreeg deze afslag hamer van Em. Pastoor J.W. van Daatselaar bij een bezoekje aan hem in Joure, in het voorjaar 2004. De pastoor is een neef (tante zegger) van Tante Jaantje de Leeuw. Het aandenken aan Jan en Zwaantje gaf voor de heer de Valk aanleiding de historie van Jan de Leeuw te beschrijven, en wij plaatsen dan ook met plezier dit artikel.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 91 [2005-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Hans J. de Valk sr.

De Rijt 14

Jantje de Leeuw – hij was maar een klein en tenger mannetje – woonde met zijn zuster Zwaan of Zwaantje (Larense verbastering van ‘Suzanna’) in het grote, hoge huis (ca. 1900) op De Rijt 14. Het statige huis staat er nog steeds; verscholen achter de drie karakteristieke winkelhuisjes aan de Rijt met de ingemetselde gevelsteen Anno 1791 en wat vroeger de winkel was van ‘Kosters Manufacturen’. Aan de voorkant van het hoge huis woonde jarenlang Meester Bakker, onderwijzer aan de Aloysius school aan de Eemnesserweg. In het achtergedeelte woonde de familie De Leeuw. Toen Jan en Zwaantje alleen overbleven verhuurden ze ook enige kamers van dit gedeelte.

Dorpsomroeper

Jan was eigenlijk timmerman van beroep, maar door zijn broze gezondheid deed hij tal van andere werkzaamheden om de kost te verdienen. Zo was hij afslager op veilingen van huizen en percelen grond, op verkopingen van inboedels en schilderijen en hij leidde de jaarlijkse ‘bankenpacht’ in de kerk. Hij was bovendien dorpsomroeper en liep met een grote houten ratel door de straten en maakte zo de mededelingen van hogerhand bekend of deelde de dorpsgenoten luidkeels mede dat er bijvoorbeeld vrijbank vlees te koop was.

Stroopballetjes

Hij was ook ‘Jan de Balleman’, want hij ging langs de deuren en verkocht stroopballetjes die hij met Zwaan thuis op het aanrecht maakte. Door de week werd er in die armelijke tijd door de Laarders geen koekjes maar een ‘balletje’ bij de koffie genomen. Op zijn gang door het dorp inde hij dan tegelijkertijd de centen en stuivers voor de verzekering: begrafenis, brand, ziekte, etc. Thuis werden deze centen in rijen van tien en de stuivers vier bij vier op de tafel gelegd en nauwgezet geteld en de opbrengst op papier gebracht. 

Te koop

Als er weer eens een huis verkocht moest worden, kreeg Ome Jan de opdracht het bord te plaatsen. Men zag hem dan op zijn klompen met paal en bord over zijn schouder door het dorp stappen. Thuis, tijdens het koffiedrinken werd er dan uitgebreid gepraat en gedelibereerd over het ‘dingetje’ (het te koop staande huisje), over de voor- en nadelen, over de opbrengst, de kosten van de verbouwing etc. etc. Nog interessanter was natuurlijk wie er allemaal daar gewoond hadden; man en paard werden genoemd en besproken. En wat zich in dat huis allemaal had afgespeeld; geboorte, huwelijk, begrafenis, ziekten en andere perikelen.

Klaslokaal

Ome Jan en Tante Jaantje waren twee bekende Laarders. Hun broer Johannes de Leeuw had een boter-, kaas en eieren groothandel. De grote aannemersschuur op het erf van de Rijt 14 diende in de eerste jaren als opslag van de eieren: in grote stenen bakken werden de eieren ingelegd. In de oorlogstijd werd de schuur als lokaal voor de klas van Broeder Perpetuüs gebruikt. Deze timmerschuur was waarschijnlijk nog uit de tijd van de bouw van het huis door aannemer Speller, die er zelf in ging wonen, maar later failliet ging en het huis verkocht aan buurman De Leeuw, Jans vader, die op de Pijl woonde.

Gregoriaanse gezangen

Ome Jan en Johannes waren beiden fervente koorzangers. Op latere leeftijd was Ome Jan te allen tijde beschikbaar voor de gregoriaanse gezangen bij begrafenissen, het Lof en de Vesper. Ook op zondagen zongen zij dapper de baspartijen mee in het grote kerkkoor. In 1956 is broer Johannes ‘met het zangboek in de hand’ tijdens de hoogmis aan een hartstilstand overleden. Op zijn bidprentje lezen we verder: ‘deze zanger van de Heer werd toegelaten tot de koren van engelen en heiligen, om God eeuwig lof te zingen in de hemelse liturgie‘.

Feestgedruis

Met Sint Jan was er niet alleen groot feest in de kerk. Na de processie kwamen alle De Leeuwen samen op de Rijt 14 om de verjaardag van Ome Jan te vieren: hij was op St. Jan jarig! Ook de Broeders van Oudenbosch gaven acte de présence, want de oudste broer Pieter de Leeuw (Vader Tarcisius) was algemeen overste van deze orde. In Huize de Leeuw was dan groot feestgedruis en gonsden luid de stemmen tot laat in de avond, in de namiddag wel onderbroken door de gang naar het plechtige Lof met als afsluiting het aloude St. Jans lied dat geestdriftig en uit volle borst door de kerkgangers meegezongen werd. In februari 1973 is Jantje de Leeuw gestorven. Helaas in het ziekenhuis, hij had zo graag thuis willen sterven, maar dat was hem niet gegund.

Tot besluit een vraag

Wie weet waar de grote groene ratel (ca. 70 cm lang) gebleven is? In de jaren dat wij bij Ome Jan en Tante Jaantje inwoonden (okt. 1955 – juni 1964) lag de ratel altijd op de zolder boven de kamertjes van het achterhuis. Nadat Tante Jaantje naar Johannes Hove moest verhuizen, is de ratel spoorloos verdwenen. Hopelijk komt deze Larense ratel nog eens boven water.

Johan de Leeuw, zoon van Bep, met de ratel.

Nawoord van de redactie

De hierboven beschreven ratel is jarenlang in bezit geweest van familie van Jantje de Leeuw, de heer Bep de Leeuw. Bep is in maart 2004 overleden. De familie de Leeuw heeft besloten de ratel in bruikleen af te staan aan de Historische Kring. Dat is inmiddels gebeurd. Een foto van Johan de Leeuw, de zoon van Bep met de ratel maakt het verhaal dus compleet.