Rosa Spier huis is verhuisd na 50  jaar op de Esseboom

Rosa Spier huis is verhuisd na 50  jaar op de Esseboom

Afgelopen oktober vierde het Rosa Spier Huis (RSH) zijn vijftigjarig jubileum. Ruim een maand later, eind november, verhuisde het bijzondere wooncentrum voor oudere kunstenaars naar het nieuwe onderkomen op de Hector Treublaan, achter de Stichtse Hof. Vandaar dat dit artikel grotendeels in de verleden tijd is geschreven. Natuurlijk niet vreemd in een historisch tijdschrift.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 151 [2020-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Cees Meijer

Het was op 11 oktober 1969 dat dr. Marga Klompé, de toenmalige minister voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (nu: WVS) het Rosa Spier Huis opende. Daarmee werd een idee van de bekende harpiste Rosa Spier (o.m. Concertgebouworkest, Radio Filharmonisch Orkest) werkelijkheid: de stichting van “een veilige haven voor oudere kunstenaars”. Zij had gemerkt dat toen zij ouder werd de persoonlijke verzorging energie kostte die ze liever in de uitvoering van haar beroep stak. De totstandkoming van het tehuis was het resultaat van een hechte samenwerking met haar vriendin Henriëtte Polak-Schwarz, die een deel van de benodigde financiën inbracht. Henriëtte Polak-Schwarz werd de eerste bestuursvoorzitter van het wooncentrum. Daarnaast waren het Rijk, het Prins Bernhard Fonds en – niet onbelangrijk – het Anna Stibbe Fonds belangrijke financiers. Anna Stibbe was een in 1920 overleden pianiste die een fonds naliet voor het oprichten van een tehuis voor oudere pianisten; een doel dat feitelijk pas gerealiseerd werd met de komst van het Rosa Spier Huis (RSH). Eén van de paviljoens van het ‘Huis’ was naar Anna Stibbe vernoemd. Rosa Spier zelf overleed in 1967 en heeft dus de realisatie van haar droom niet meer mogen meemaken 1)

Uniek wooncentrum
Aan de Esseboom was een uniek wooncentrum voor de oudere mens verrezen: een woon-werkgemeenschap voor oudere kunstenaars. Voor zover bekend is alleen in Italië een vergelijkbaar project van de grond gekomen, maar dan in een veel minder comfortabele uitvoering (Verdi Stichting); de bejaarde kunstenaars kunnen er niet actief hun vak uitoefenen. Het inmiddels ‘oude’ Rosa Spier Huis bestond uit een complex met een zestal paviljoens in onderling levendige, ritmisch aandoende verhoudingen, en was opgetrokken uit baksteen, hout en glas, en werd omringd door een mooie tuinaanleg. In de paviljoens waren de woonvertrekken, voor paren en alleenstaanden, ondergebracht. Totaal voor ongeveer 75 ouderen. Een eenpersoonsvertrek besloeg 52 m2 inclusief atelier, een echtpaar had een wat ruimere woning. Uniek was het RSH door de aanwezigheid van studio’s, ateliers, studeerkamers, expositieruimten en een auditorium/theaterzaal. In het hoofdgebouw bevond zich ook een kleine ziekenboeg. Voordeel was ook dat het kunstenaarshuis dichtbij de dorpskern en het openbaar vervoer lag, want zelf boodschappen doen, ontbijt en het avondeten verzorgen werd in principe van elke bewoner verwacht. De warme maaltijd werd rond halfeen in elke woning geserveerd. Alleen als het fysiek echt niet meer kon, sprong de verzorging bij. 

Bekende bewoners
Het ‘Rosa Spier’ werd overigens niet alleen bewoond door kunstenaars (beeldhouwers, schilders, musici, acteurs), maar er was ook plaats voor schrijvers en wetenschappers. Het was primair een gemeenschap van gelijkgestemde zielen die behalve woonruimte volop de gelegenheid kregen uitdrukking te geven aan hun creativiteit. Oud-directeur Willem van Spronsen zei ooit: “Als kunstenaar ga je niet met pensioen, je hebt een drang die in je zit.” 

Om de paar maanden kwam het RSH in het nieuws. Vrijwel altijd begon het bericht dan met: “In het Rosa Spier Huis in Laren is overleden….” En dan volgde de naam van een ‘BN’er’. Om maar eens een greep te doen uit een lange rij: graficus Maurits Esscher, violist Paul Godwin, kinderboekenschrijfster An Rutgers van der Loeff, schrijver-arts Cola Debrot, cineast Bert Haanstra, Marten Toonder, de acteurs Johnny Kraaykamp, Guus Hermus, Kees Brusse en Ton Lensink. De laatste schreef zijn eigen overlijdensadvertentie: “Een bloemetje fleurt het feest wel op. Geen kransen alsjeblieft. Dat staat zo dooiig.” 

Nieuwbouw
Hoewel het Rosa Spierhuis aan de Esseboom ook drie verdiepingen telde, oogde het compacter dan het nieuwe wooncentrum aan de Treublaan. Nieuwbouw was al lange tijd noodzakelijk. Het gebouw voldeed in de loop der jaren steeds minder aan de nieuwe zorgopvattingen en de nieuwe wettelijke eisen van ouderenhuisvesting. De kamers waren te klein voor mensen met een lichamelijke beperking, er was maar één lift, de temperatuur kon in de vertrekken akelig hoog oplopen. “De deuropeningen zijn te smal voor een rolstoel. De mensen halen elke keer hun knokkels open. In de lift past geen brancard”, somt directeur Betty Wassenaar enkele van de makkes van het gebouw op. Bovendien is er al jaren een lange wachtlijst (meer dan 200 gegadigden). In 1992 werd er een eerste grondige renovatie uitgevoerd, maar die bleek zeker op de lange termijn onvoldoende. 

In 2005 kwam het bestuur met een renovatie- en uitbreidingsplan op eigen terrein, met woonruimte voor 120 bewoners. Het plan werd door de omwonenden als ‘te kolossaal’ beoordeeld en ook tennisvereniging en buurman ’t Laer wilde niet meewerken aan een verhuizing. De bedoeling was namelijk dat het nieuwe RSH op de tennisbanen van ’t Laer zou verrijzen en de tennisvereniging zou dan op kosten van de Rosa Spier Stichting een nieuwe thuishaven krijgen op het terrein van SC Laren’99 aan het Schuilkerkpad. Hoewel het plan al goedkeuring had gekregen van de overheid, blies uiteindelijk het bestuur van de Rosa Spier Stichting zelf de plannen af. 

Daarna werd koers gezet naar nieuwbouw op een terrein achter de Stichtse Hof. Ook in deze buurt werd de komst van het nieuwe ”Rosa Spier” niet verwelkomd, onder meer wegens de ‘massaliteit’ van diverse blokken van 15 meter hoog en de gevreesde verkeers- en parkeeroverlast. Maar ook stuitte het bestuur op protesten van eigen bewoners. Dezen wilden het veel kleinschaliger complex aan de Esseboom niet verlaten (“Gij zult geen oude bomen verplanten!”). Er werden zelfs Kamervragen over de nieuwbouwplannen gesteld en landelijke kranten als de Volkskrant, de NRC en Vrij Nederland besteedden er aandacht aan. 

Tuin van Mien Ruys
Met de verhuizing en sloop van het wooncentrum verdwijnt ook de door de bekende tuinarchitecte Mien Ruys aangelegde tuin. Een actie tot behoud en de aanvraag van een monumentenstatus voor gebouw en de tuin door bewoners kon ook rekenen op steun van de Bond Heemschut en de Nederlandse Tuinenstichting. Echter ook de bemoeienissen van Karel Loeff, onze oud-voorzitter, kon niet voorkomen dat de tuin niet de gewenste status van gemeentemonument kreeg. 

Het Rosa Spier Huis was (en blijft gelukkig wel!) een cultureel centrum. Naast de exposities van werk van de eigen bewoners en die van gastkunstenaars was er een jaarlijkse evenementenagenda. De concert- en theaterzaal bood plaats aan concerten, zeer regelmatig ook door jong talent, try-outs van theaterproducties, toneelvoorstellingen en veel lezingen; de meeste konden ook door publiek van buiten worden bijgewoond. In het nieuwe centrum aan de Treub­laan zal op dit punt niet veel veranderen. 

Het oude ‘Rosa Spier’ wordt gesloopt, de grond is verkocht aan projectontwikkelaar Slokker en de gemeente Laren heeft er een woonbestemming aan gegeven, voor acht villa’s. En aan de Treublaan gaat de 50-jarige in een heel nieuw complex verder. Een nieuwe periode breekt aan, hoe zal het het Rosa Spier Huis in de toekomst vergaan? Maar daarover misschien veel later, als de toekomst geschiedenis is geworden. 

1) In Kwartaalbericht nr. 95/ 2006-1 is een uitvoerig portret van Rosa Spier gepubliceerd. 

Bronnen: Mens en Melodie, jrg XXIV, nr. 12, 1969; AVVL Magazine nr. 1, 2001; Baksteen 1970, nr.5; Vrij Nederland 27 juni 2009; Volkskrant 2-6- 2012; De Telegraaf z.d.; Gooi- en Eemlander, diverse edities.