Een Zalig Kerstfeest
Mie stond in haar keukentje van het armzalige stulpje aan de rand van het dorp triest naar buiten te turen. Het was een sombere dag voor Kerstmis. Alles deed geheimzinnig aan. Mie was zeer mistroostig. Zou het in haar huisje dit jaar wel een ‘zalig kerstfeest’ worden?
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 118 [2011-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Naschrift redactie: Ernst heeft later toegegeven een groot deel van dit verhaal “uit zijn duim” te hebben gezogen. Lees dit aub als een Larens sprookje! Zie ook het bericht van Theo de Boer.
Ernst H.J. Wortel
Haar geld was zo angstwekkend geslonken, dat de leveranciers steeds stugger werden in het afgeven van de noodzakelijk levensbehoeften. Het kopen op ‘de lat’ was er haast niet meer bij. Van de wekelijkse gulden van mijnheer pastoor was bijna niets meer over. Het was een barre tijd om als alleenstaande vrouw een groot gezin groot te brengen. De voorraad kolen in het hok was tot een doorzichtig laagje uitgedund en er was een groot gebrek aan brandhout. Over het gehele dorp lag een dik sneeuwtapijt. Voor de vele schilders, die zich in het dorp gevestigd hadden was dit een ware verrukking, maar de eenvoudige hardwerkende dagloners hadden geen oog voor dit prachtige tafereel. Mie was in gedachten bij haar dochter Teuntje, die als een van de oudste van de kinderen erg goed was terechtgekomen.
Teuntje diende als meisje bij een schatrijke familie in het dorp. Op een dag kreeg zij kennis aan een jonge schilder uit Amerika, die tijdens zijn verblijf in het mooie dorp direct smoorverliefd werd op dit beeldschone eenvoudige meisje. Al spoedig daarna traden beiden in het huwelijk. Voor Mie en haar gezin was dit een onvergetelijke dag. Gekleed in de klederdracht van het dorp, gecompleteerd met een smetteloze witte kap, gaf Teuntje het jawoord aan de jonge schilder. Na hun huwelijk vertrok het jonge paar naar het verre Amerika. Voor Teuntje was dit een bijzondere ervaring. In die tijd was het nog niet gebruikelijk dat er verre reizen gemaakt werden. Een bezoek aan het naburige dorp werd toen gezien als een hele gebeurtenis. Mie dacht na. Zou dit kerstfeest voor haar een echt feest worden of kon zij beter in winterslaap gaan tot na Nieuwjaar? Zouden er in het dorp nog mensen zijn, die in deze kersttijd aan haar en haar gezin zouden denken. Een ding wist zij zeker. Op de eerste kerstdag zou de burgemeester bij haar langs komen om haar en haar gezin een zalig kerstfeest te wensen. De burgemeester had er een gewoonte van gemaakt om op deze dag een bezoek te brengen aan de allerarmsten van het dorp. Voor allen had de burgemeester een opbeurend woord, maar wat belangrijker was, hij lenigde ook de financiële nood van deze arme gezinnen. Voor deze mensen was zijn komst vaak een redding in de nood. Hij werd dan ook door allen op handen gedragen.
Plotseling werd de mijmerende Mie opgeschrikt door een hevig kloppen op de deur. Mie stapte onwillekeurig iets terug van het raam. Ze konden haar buiten niet eens zien. Zou het iemand zijn met een onbetaalde rekening? Zou ze open doen of net doen alsof ze niet thuis was. Er werd weer geklopt en Mie ging naar de deur en deed open. Een klein kereltje stapte parmantig haar huisje binnen. Toen het kereltje haar begroette met ‘opoe’ stond zij als aan de grond genageld. Dit kon niet waar zijn; Geurtje, haar eerste kleinkind, stond voor haar. Toen Teuntje en haar man daarna ook binnenkwamen werd het haar teveel en barstte zij in snikken uit. Grote tranen van vreugde stroomden over haar wangen. Haar Teuntje was op bezoek gekomen. Alle andere kinderen stormden de kamer binnen om Teuntje en haar man, maar vooral de kleine Geurt te begroeten. Toen Mie hoorde dat het jonge paar een paar maanden zou blijven kon ze haar geluk niet op. Het was druk in de nachtmis in het kleine kerkje aan de Brink. Voor deze gelegenheid mochten alle kinderen van Mie mee naar deze feestelijke viering van de geboorte van het kindje Jezus. Al spoedig verbreidde zich de terugkomst van Teuntje door het gehele dorp. Het werd een groot feest. Op de eerste kerstdag was het een drukte van belang in het huisje van Mie. De burgemeester, de pastoor en vele anderen kwamen langs om getuige te zijn van zoveel geluk. Teuntje vertelde honderd uit over het verre Amerika. Dat daar huizen waren die wel vier keer zo hoog waren als de kerk in het dorp, daar begreep niemand iets van. Ook vertelde Teuntje, dat zij veel bekijks had in Amerika, als zij in de klederdracht van haar geboortedorp gekleed ging. De maanden verstreken en het jonge paar moest weer terug naar huis. Het afscheid viel allen zwaar, ook voor Mie. Zij bleef achter, maar troostte zich met de gedachte dat zij zo’n kerstfeest nog nooit had beleefd. Voor haar was de thuiskomst van Teuntje en haar gezin het mooiste cadeau dat zij ooit heeft gekregen. Ook na de dood van haar moeder is Teuntje nog vaak terug geweest in haar geboortedorp. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Om met onze Toon de Jong te spreken: “Na jaren van afwezigheid, steeds maar weer op Laren an”.