Een goede buur …
Een korte ontstaansgeschiedenis van twee aan elkaar grenzende zorginstellingen.
Al meer dan dertig jaar zijn het Rosa Spierhuis en Theodotion elkaars buren. Zoals alle Nederlandse Bejaardenoorden werden ook Theodotion en het Rosa Spierhuis in de afgelopen jaren geconfronteerd met wijzigingen in de ouderenwetgeving en met veranderde opvattingen over het ouderenbeleid. Vanwege de vergrijzing stimuleert de overheid tegenwoordig sterk de thuiszorg.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 96 [2006-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Hierdoor ontstaan vooral voor het Rosa Spierhuis grote problemen bij het aannamebeleid omdat de vroegere criteria: leeftijd beneden de 80 jaar en gezond niet meer kunnen worden toegepast. Vandaar de vergaande toekomstplannen die het bestuur van het RSH (Rosa Spierhuis) thans ontwikkelt, plannen waarover de bewoners onlangs in grote lijnen werden geïnformeerd. Evenals het RSH werkt ook Theodotion momenteel met een zogeheten Lange Termijn Huisvestingsplan. Deze situatie was voor mij aanleiding om mij wat meer te verdiepen in de ontstaansgeschiedenis van de beide instellingen. Het in 1969 officieel geopende Rosa Spierhuis ontstond op initiatief van de harpiste Rosa Spier (1891-1967) – zie ook het artikel in Kwartaalbericht 95.
Haar vriendin, mevrouw Henriëtte Polak-Schwarz (1893-1974) heeft het idee van Rosa; het bieden van woon-en werkgelegenheid aan oudere kunstenaars en wetenschappers, verwezenlijkt. Hoewel de oorspronkelijke opzet door de gewijzigde wetgeving en opvattingen niet meer onverkort kan worden gehandhaafd, heeft het Rosa Spierhuis nog steeds diezelfde uitstraling en reputatie. Ook het in 1972 in gebruik genomen Theodotion (=Godsgeschenk) kwam uit particulier initiatief voort. Het werd opgericht door de Hilversumse dominee Ten Boom en was oorspronkelijk ook in zijn woonplaats gevestigd. In 1963 werd het werk van ten Boom en zijn vrouw voortgezet door de Johanniterorde in Nederland.
Anders dan het Rosa Spierhuis deed, richtte men zich op ieder die verpleging of andere hulp nodig had “zonder aanziens des persoons”, zoals ook hun middeleeuwse voorgangers, de Hospitaalridders, deden toen zij in 1099 in Jeruzalem de Riddelijke orde van het Hospitaal van St Jan oprichtten. Deze ridders droegen een zwart habijt met daarop het achtpuntige Johanniterkruis. Dit kruis, waarvan de acht punten de zaligsprekingen uit de Bergrede symboliseren, is op kunstige wijze verwerkt in de bestrating bij de ingang va het huidige Theodotion. Onder de druk van het gewijzigde ouderenbeleid is er tussen Theodotion en het Rosa Spierhuis op bepaalde punten samenwerking ontstaan. Naarmate de toekomstplannen van beide instellingen gerealiseerd worden, zal deze samenwerking wellicht nog groeien. De jaartelling van het Rosa Spierhuis begint een kleine eeuw geleden. Bij Theodotion ligt dit geheel anders: daar moeten we zo’n negen eeuwen terug, naar de periode van de kruistochten. Enkele hoofdpunten geven een beeld van de turbulente geschiedenis van zowel de Johanniterorde als van de andere christelijke ridderorde, de meer militair gerichte Tempeliers.
Toen Jeruzalem in 1099 op de Turken werd veroverd door de eerste kruisvaarders, aangevoerd door Godfried van Bouillon (u kent hem nog wel van de geschiedenisboekjes uit onze schooltijd), troffen ze daar een aan Johannes de Doper gewijd hospitaal aan. Daaruit ontstond de geestelijke “Orde van het hospitaal van Sint Jan” (de Hospitaalridders). Naast de strijd voor het Christendom was hun primaire taak het verzorgen van zieken, o.a. individuele pelgrims. Voor de meer militair gerichte kruisvaarders was de hoofdzaak de strijd tegen vijanden van het Christendom, vandaar de naam “Arme Ridders van Christus en van de tempel van Salomo” (de Tempeliers) die in diezelfde periode ontstond. Beide orden stonden onder direct gezag van de paus. Volgens de regels van de orde moest men afstand doen van zijn bezittingen. Velen droegen hun landgoederen en wat daarbij hoorde aan de orde over. Die werd daardoor niet alleen rijk, ze kreeg ook veel politieke macht en invloed in heel Europa. Niet ten onrechte werden ze de bankiers van Europa genoemd. In hun voortdurende strijd tegen de mohammedanen in het Heilige Land boekten ze zowel overwinningen als nederlagen. Nadat in 1291 de stad Akko (ten noorden van Haifa) was gevallen, moesten beide orden tenslotte hun taken opgeven en het land verlaten. De Tempeliers konden dus niet langer de belangen van het Christendom beschermen. Dat was een van de argumenten van de paus om in 1312 de Tempeliersorde op te heffen.
De paus bepaalde daarbij tevens dat de over heel Europa verspreidde bezittingen van de orde moesten worden overgedragen aan de Johanitters. In de voorafgaande jaren had een diepgaand conflict tussen de paus (Clemens V, de eerste Avignon-paus) en de Franse koning Filips de Schone o.m. geleid tot de arrestatie op last van Filips van honderden Franse Tempeliers op beschuldiging van ketterij. Dat gebeurde op vrijdag 13 oktober 1307. Tot op heden wordt “vrijdag de 13e” door bijgelovigen als ongeluksdag bestempeld. In1310 werden in Parijs 54 Tempeliers in het kader van de inquisitie op de brandstapel ter dood gebracht. In1314 ondergingen twee kopstukken van de tempeliersorde hetzelfde lot. De overdracht van bezittingen van de Tempeliers naar de Johanniters ging gepaard met gigantische financiële transacties tussen de Johanniters en de vele koningen en hertogen die zich in het verleden grote offers hadden getroost ter ondersteuning van de activiteiten van de Tempeliersorde. Nadat De Johanniters uit Palestina waren verdreven, bleken zij zich op den duur noch op het eiland Rhodos, noch op Cyprus te kunnen handhaven. Uiteindelijk vestigden zij zich op Malta waar ze in 1530 van keizer Karel V soevereine rechten kregen. Rond 1536 leidde de Reformatie tot een splitsing tussen de Katholieken (de Maltezer) en de Protestanten (de Johanniters). In 1798 eiste Napoleon het eiland op. De Maltezer orde vestigde zich in 1834 in Rome. In 1909 richtte Prins Hendrik de Johanniterorde in Nederland op. Van deze orde konden uitsluitend leden van de Protestantse adel deel uitmaken. Onder derze orde ressorteerden onder andere ook een aantal verzorgings/ verpleeghuizen, waaronder ook Theodotion. In 1974 richtte deze orde de “Stichting Werken” op, een stichting met dezelfde doelstellingen als de orde. Sindsdien helpen grote groepen vrijwilligers om haar doelstelling: hulpverlening aan de medemens, te verwezenlijken. In Theodotion zijn vele van deze vrijwilligers actief. Overigens: ook het Rosa Spierhuis heeft onlangs aan aantal vrijwilligers weten aan te trekken. P
Grote foto bij dit artikel: Johanniterkruis in mozaïek voor de inrit bij Theodotion.