Villa de Rietvink

Villa de Rietvink

Laren is een bijzonder villadorp. Dat er zoveel villa’s staan heeft te maken met de groene omgeving én het forensisme. Nog steeds reizen veel inwoners voor hun werk ’s ochtends naar een stad om ’s avonds weer terug te keren in hun eigen landelijke omgeving. Vroeger ging dat vooral per tram en trein, nu veelal per auto. Villa De Rietvink is één van die villa’s, maar deze was er door al dat autoverkeer bijna niet meer geweest…

Karel Loeff

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 149 [2019-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Laren, Hilversumseweg 37

De ontsluiting van een aantal Gooise dorpen nam toe door de aanleg van de spoorlijn Amsterdam–Amersfoort in 1874. Door de komst van de Gooische Stoomtram, die vanaf 1882 vanaf Amsterdam en de Stations Naarden–Bussum en Hilversum reed, werd ook Laren ontsloten. Laren werd van een boerendorp een dorp voor de beter gesitueerden, die rust en ruimte zochten ten opzichte van de vervuilde stad waar men dicht op elkaar woonde. 

De oorspronkelijke doorgaande weg van Amsterdam naar Amersfoort was eeuwenlang een zandweg. Deze werd tot 1900 gebruikt voor niet gemotoriseerd verkeer, zoals wandelaars, ruiters en voor paard en wagen. De naam Naarderstraat herinnert aan het feit dat deze, als een van de eerste en meest belangrijke doorgaande wegen van oost naar west, werd bestraat. Vanaf die tijd was het via deze route sneller lopen en rijden dan via de zandwegen. 

Eeuwenlang was het transport van personen en goederen voorbehouden aan paard en wagen, maar dat veranderde snel na de uitvinding van de verbrandingsmotor. De ‘oude’ systemen bestonden aanvankelijk nog naast elkaar, maar toen met name de automobiel bereikbaar werd voor een grotere (midden) klasse, verdwenen paard en wagen voor het vervoer van goederen en personen. De tram diende als tussenstap in deze schakel voor het personen- en goederenvervoer, diens functie werd later overgenomen door het busvervoer.

De sterkte toename van de mobiliteit leidde er in de jaren ’30 van de twintigste eeuw toe dat de oude Rijksstraatweg moest worden verlegd. Villa De Rietvink, in 1926 door de Larense gemeentearchitect H.F. Smit ontworpen voor Leo Polak en Juliette Groen, kwam daarbij in het gedrang. In de jaren ’30 leidde dat ertoe dat de villa vlak naast de nieuwe snelweg kwam te liggen. Dat leek nog niet echt een probleem, want het autoverkeer was nog beperkt, en er waren geen ongelijkvloerse kruisingen. 

Over de achtergrond en het lot van het echtpaar Polak-Groen zou nader onderzoek moeten worden gedaan. Mijn vermoeden is, dat ze de oorlog niet hebben overleefd. In 1945 wordt de villa namelijk in gebruik genomen door huisarts dr. Van der Werff. In 1960 kwam Dhr. W.F. Gnirrep er wonen met Mevr. E. Wilders. Dat was echter van korte duur, want Rijkswaterstaat kocht de villa in 1963 aan om hem te gebruiken als bouwkeet. De Rijksweg moest worden uitgebreid en gemoderniseerd. 

De Laarder H.F. Smit volgde een opleiding aan de tekenschool in Amsterdam

De belangrijkste aanpassing in de jaren zestig aan de omgeving van De Rietvink was de aanleg van ongelijkvloerse kruisingen. De villa werd daardoor ingeklemd tussen een viaduct voor langzaam verkeer en de oprit naar de A1 richting Amsterdam. Ook werd door de oprit de gehele achtertuin opgeofferd. Rijkswaterstaat hield vanaf 1963 een aantal decennia kantoor in de villa, waarbij ondanks aanpassingen zowel het exterieur als het interieur goed bewaard bleven. De enige echt grote wijziging was een aanbouw aan de achterzijde, die werd onderkelderd ten behoeve van het archief. 

Toen door Rijkswaterstaat het inmiddels als districtskantoor benutte pand buiten gebruik werd gesteld, was het dankzij medewerkers van de Larense wegenbouwfirma Hoogenbirk dat men de villa nog een tijd lang als kantoor kon behouden.
Weggerelateerd gebruik was de enige optie waardoor de villa kon worden behouden, want de sloopplannen lagen inmiddels al klaar. Toch zou het zover niet komen, al werd het dossier met de sloopplannen een aantal keren serieus uit de kast gepakt. Ook de Rijkspolitie vond er een tijdelijk onderkomen, waarbij de bekende Porsches een iconisch beeld opleverden. 

In de jaren ’90 werd de villa definitief verlaten, maar daarop tijdelijk verhuurd aan notariskantoor Le Coultre. In 2011 werd het huurcontract beëindigd en door Rijkswaterstaat definitief een sloopvergunning aangevraagd. Een strook van het terrein moest opgeofferd worden voor verdubbeling van de toerit naar de A1 richting Amsterdam. De Rijksweg zelf was inmiddels al verbreed en voorzien van een nieuwe geluidsscherm. 

Inwoners van Laren kwamen met de actiegroep ‘Stop de A1 onder de grond’ en erfgoedvereniging Heemschut gezamenlijk in actie. De beschrijving en waardering van het gebouw toonden aan dat er voldoende cultuurhistorische waarden aanwezig waren om het in elk geval op gemeentelijk niveau te beschermen. Het toenmalige college van B&W, onder leiding van burgemeester Roest, besloot daarop de gemeentelijke monumentenstatus toe te kennen, mede omdat gesprekken met Rijkswaterstaat over behoud niets opleverden. Volgens Laren kon de toerit-verdubbeling ook worden uitgevoerd zonder het hoofdgebouw te slopen. Met toenmalig wethouder Evert de Jong toog de schrijver dezes naar het districtskantoor in Haarlem, om een pleidooi te houden voor behoud. Rijkswaterstaat bleek als een blok beton. Op de vraag waarom de villa gesloopt moest worden, kwam nadat vastgesteld was dat deze niet in de weg stond, een ander argument. De villa stond gevaarlijk, bijvoorbeeld bij dreigende ongelukken. Op het argument dat dan vele villa’s langs de A1 gesloopt zouden moeten worden, bleef het stil. Op het antwoord op de herhaalde vraag: “waarom wilt u zo nodig slopen?” kwam uiteindelijk de reactie: “we willen er niets”. Ratio en regels zijn soms moeilijk te koppelen…

Ondertussen dreigde het pand in 2011 alsnog te verdwijnen. In de nacht van 13 op 14 juli 2011 werd brand gesticht vanaf de buitenzijde. Dankzij oplettendheid van een toevallig passerende beveiligingsauto kon de brandweer snel ingrijpen en bleef de schade beperkt.

Opvallend genoeg ging Rijkswaterstaat na de aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument niet in beroep tegen de aanwijzing, maar liet het pand een aantal jaren antikraak staan zonder actie te ondernemen. Vervolgens werd het via een inschrijving te koop aangeboden door het Rijksvastgoedbedrijf. Er waren diverse biedingen, en het pand werd uiteindelijk verkocht aan de TeKa Groep uit Barneveld.

Dit bedrijf, dat gespecialiseerd is in verhuur en exploitatie van monumentale locaties voor onder andere evenementen, restaureerde het exterieur en interieur van het pand op uitzonderlijke wijze, waardoor het er mooier bij staat dan ooit tevoren. Naast opvallende, nieuwe kleuren is de indeling geheel behouden, evenals de kenmerkende afwerking, de schouw, plafonds en het trappenhuis. De Rietvink is nu te huur voor vergaderingen waarbij men mikt op het hogere marktsegment. Als Laarders dus een kijkje binnen willen nemen moeten ze of goede contacten hebben of wachten tot een open monumentendag… 

Bronnen: www.villaderietvink.nl; www.heemschut.nl; foto’s oude situatie: Karel Loeff; foto’s huidige situatie: Teka Groep; ansichtkaarten: Historische Kring Laren; kaartmateriaal: Google maps