Van kwekerij naar Standelkruid

Van kwekerij naar Standelkruid

Het naast de Gooische School gelegen Standelkruid is een van de onbekendste straten van ons dorp. Vreemdgenoeg is het vernoemd naar een mediterrane aard­orchidee en voert het een interessante verhaallijn die ons meeneemt van een familie­geschiedenis over een kwekerij en via muzikale bewoners naar een feministische tuinarchitecte leidt. In dit eerste deel: van gevelsteen tot windvaan.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 135 [2016-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Gerda Meulenkamp & Hans Schaapherder

Het moet een grote kwekerij zijn geweest in die tijd rond 1900 toen mevrouw Jeanette van Zijdveld haar bedrijf begon in het gebied tussen het Groeneweegje (nu Standelkruid: zie kader), Noolseweg, ‘t Zijdveld (genoemd naar de tuinarchitecte zelf) en de Oud Blaricummerweg. Zij was tuinarchitecte en gespecialiseerd in het kweken van aardorchis, rozen en exotische bomen. Door het gebied slingerde zich een lange muur, door haar ontworpen om de warmte voor de planten vast te houden. De muren lopen nog steeds gedeeltelijk door de huidige percelen. In 1919 stopte mevrouw Van Zijdveld met haar kwekerij en werd de grond verkaveld en verpacht. Eén van de percelen aan het Standelkruid werd aan Pieter Roelof Timmerman verkocht die er in 1926 een kwekerij begon. Zijn in 1931 geboren dochter Ina brengt ons terug naar die tijd.

De gevelsteen
In een geanimeerd gesprek vertelt Ina Maarleveld-Timmerman hoe haar vader met hart en ziel in zijn kwekerij werkte. Pieter Roelof pachtte eerst het aan de Standelkruid gelegen stukje grond van mevrouw Jeanette van Zijdveld en later kocht hij de grond van haar. Hij kweekte naast gloxinia’s, primula’s en varens, vooral orchideeën. Door middel van een speciale cursus voor het kweken van orchideeën in Duitsland bekwaamde hij zichzelf als één van de eerste orchideeën-experts van Nederland. Het steeds groter wordende gezin van Pieter Roelof woonde eerst nog in Eemnes maar gaandeweg besloot hij om een woning naast zijn kwekerij te laten bouwen.

Aan architect J.H. Hofstee werd gevraagd een tekening te maken en een broer van Pieter, die aannemer was, ging het bouwen. Zo geschiedde dat in de zomer van 1928 de eerste steen werd gelegd door zijn oudste zoon: Nico Timmerman. Deze gevelsteen is nog steeds zichtbaar. Ina, nummer 9 van het gezin, scheelt 20 jaar met haar oudste broer Nico. Vertederd toont ze ons het zorgvuldig gekoesterde fotootje waar ze samen met haar grote broer op staat (die later de fourniturenzaak op het Wagenpad had).

Toen de bouw klaar was, werd het adres Standelkruid nummer 4 en woonde de familie er met plezier. Het bedrijf ging goed. Een broer van Pieter Roelof, Roelof Pieter genaamd, of ‘oom Roef’ hielp ook mee in het bedrijf. Dat zorgde later nogal voor hilariteit bij de kinderen Timmerman. Deze oom was nogal slecht­horend en gebruikte de in die tijd nog bekende toeter als hoorapparaat. Hij at dagelijks mee met het gezin en tijdens de maaltijd verdween er nog al eens wat eten – vooral doperwten – in de toeter van oom Roef. Deze was ook niet mals en schudde na de maaltijd gewoon de toeter weer leeg. In 1925 kwam er een kiosk voor de directe verkoop van planten en bloemen.

Alles draaide om de bloemen: de kinderen namen op schoolfeestjes primula’s mee als cadeautje voor het onderwijzend personeel. Ook op verjaardagen van vriendinnen schonken de kinderen bloemen die in dank door hun moeders werden aanvaard, maar eigenlijk vond Ina dit zelf niet zo leuk. Zo kreeg ze ook de linten van overgebleven bloemstukken in haar haar gestrikt. Vreselijk vond ze dat en zodra ze de hoek om was deed ze de strik weer af. De bestellingen werden op een fiets – met voor en achter een bak – weggebracht, later met de bakfiets. Nog weer later met een bestelauto. Ook de kinderen moesten meehelpen met het stekken, verpotten en kerststukjes maken alsmede met het bezorgen van de kleine bestellingen. De voor die tijd nog onbekende orchideeën bleken in Nederland aan te slaan en er werd zelfs een radioprogramma over het kweken van orchideeën gemaakt. De ‘expert’ Pieter Roelof wilde zelf niet op de radio en liet zijn teksten inspreken door Rob Herwig.

Door de bouw van villa’s op de naastgelegen percelen kwam er steeds minder zon en daglicht in de kassen waardoor vele planten, vooral de orchideeën, begonnen te verpieteren. Halverwege de dertiger jaren was Pieter Roelof daardoor genoodzaakt zijn kwekerij te verhuizen. Op de Heideveldweg 58 startte hij zijn nieuwe bedrijf onder de oude naam: ‘Kwekerij Standelkruid’. Later kwam er ook een kiosk in de buurt van hotel Hamdorff. Tegenwoordig kun je je nog moeilijk voorstellen dat het hele gezin van 12 personen in het kleine huis op de Heideveldweg woonde. Na het uitbreken van de oorlog gingen ook hier de zaken steeds slechter. De verkochte planten werden steeds vaker teruggebracht, soms met een smoes over een beschadiging. Na de bevrijding zette Pieter Roelof uit blijdschap een grote bloembak neer bij de voordeur. In 1946 werd Pieter Roelof ernstig ziek en besloot hij zijn bedrijf om te zetten naar een boomgaard om op die manier zijn gezin met inkomsten achter te laten. In de tuin kwam een kas en er werden fruitbomen geplant. Er kwamen kostgangers in huis om rond te kunnen komen.
Dochter Ina en haar gezin zijn in het ouderlijk huis blijven wonen, waarbij ze nog vele jaren voor haar moeder heeft gezorgd, die in 1978 stierf. Op de plaats van de kwekerij aan de Heideveldweg zijn later nieuwe woningen gebouwd. De huidige bewoners – waaronder redacteur Hans – vinden bij het planten van bloemen en struiken nog regelmatig glasrestanten van de vroegere kwekerij, als een groet uit het verleden.

Maria Suchél (Mieke Rombouts-Sukkel) en Ad Rombouts.

De Windvaan
Terug naar het kwekerijhuis aan de Standelkruid 4 waar we de gevelsteen bewonderen en in gesprek raken met de huidige bewoner Cees Posthuma. Hij toont ons de originele werktekeningen van ‘een Kweekers woning aan Standelkruid te Laren NH’, ontworpen door architect J.H. Hofstee, gedateerd op 19-07-1928. Aannemer Roelof Pieter Timmerman heeft het vervolgens gebouwd. De datum op de gevelsteen, rechts van de voordeur, is behoorlijk verweerd en onleesbaar, maar de naam van oudste zoon Nico Timmerman is goed leesbaar.
We worden door Cees Posthuma hartelijk ontvangen en hij vertelt ons nog vele wetenswaardigheden over dit huis dat bij een tweede verbouwing 1947 werd vergroot tot twee woningen onder-een-kap: Standelkruid 4 en 5. De aanbouw werd eveneens ontworpen door dezelfde architect. In het ene gedeelte woonde dan de eigenaar, het andere gedeelte werd verhuurd. De woning kreeg meerdere huurders en/of eigenaren in de loop der jaren. Hij maakt ons attent op de windvaan op de schoorsteen. Een compositie bestaande uit een zangeres en een viool die de vroegere bewoners symboliseren. De klassiek geschoolde zangeres was Mieke Rombouts-Sukkel, beter bekend als ‘Maria Suchél’ (19/09/1928–13/03/2011). Zij gaf ook les aan het conservatorium en was gehuwd met Ad Rombouts, de eerste violist van het omroeporkest.

De voormalige kiosk dient nu als schuurtje
Rondleiding door Cees Posthuma

De huidige eigenaar is bezig het nu leegstaande deel van het huis op te knappen. Hij neemt ons mee voor een rondleiding door het huis en buiten. De nog bestaande kiosk dient nu als schuurtje. Nog zie je de planken aan de zijkanten en de potten waarin de planten werden verpoot. In de tuin was er nog iets dat opviel: een mooi gemetselde oude muur. Een klein deel van het groter geheel dat zich vroeger helemaal door het gebied slingerde en waarvan nu hier en daar nog stukken in de tuinen van de nabijgelegen woningen staan. De zogeheten ‘Kweekmuur’ werd vroeger gebruikt voor warmteopvang voor de planten, bijvoorbeeld de orchideeën en druiven. Bij landhuizen zie je ook vaak nog zo’n muur. Bijna zeker is dat die muur door de eerste kweker, de tuinarchitecte Jeanette van Zijdveld, is ontworpen en neergezet. Over deze interessante en voor haar tijd behoorlijk feministische vrouw hopen we in een vervolgverhaal meer te vertellen.

Met dank aan mevrouw Ina Maarleveld -Timmerman en de heer Cees Posthuma.

De mooi gemetselde oude muur