School met de Bijbel 1917-1939 

School met de Bijbel 1917-1939 

Bijna een eeuw heeft Laren een School met de Bijbel binnen zijn grenzen gehad. Deze school, opgericht in 1917, stond in de laatste periode van zijn bestaan bekend als De Scheper. In 2015 moest de school aan de Kerklaan wegens een structureel leerlingentekort de deuren sluiten. Daarmee werd de protestants-christelijke school van Laren-Blaricum daadwerkelijk geschiedenis. Tijd om aan die historie aandacht te schenken in het Kwartaalbericht. 

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 157 [2021-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen dit kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Tekst: Cees Meijer

Het was een klein groepje gereformeerde mannen dat ten huize van ds. A. Knoll van de Gereformeerde Kerk Laren-Blaricum het initiatief nam tot de stichting van een christelijke school in Laren. De initiatiefnemers richtten een vereniging op, en vormden het eerste bestuur. Dat was om precies te zijn op 14 augustus 1917. Niet voor niets vond de oprichting plaats in 1917 omdat juist in dat jaar de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs (o.m. katholieke en protestants-christelijke scholen) in politiek Den Haag werd beklonken. Tegelijkertijd werd overeenstemming bereikt over de invoering van het algemeen kiesrecht. We halen onze informatie over de eerste jaren van de School met de Bijbel voor Laren en Blaricum, de formele naam van de school, uit een aantal schoolschriften, die bewaard worden in het archief van de Historische Kring. In zo´n schoolschrift deed de secretaris van de schoolvereniging jaarlijks verslag van ‘de toestand van de schoolgemeenschap’. Hij las vervolgens zijn verslag voor tijdens de jaarvergadering van de vereniging. 

Buurtkinderen voor de school in de jaren 50

Het eerste schooltje
De eerste voorzitter van het schoolbestuur was de gastheer op de huisbijeenkomst van die 14e augustus, ds. A. Knoll. De opening van het eerste schoolgebouw van ‘De Gereformeerde School’ zou de dominee niet meer meemaken. Kort voor de opening in 1919 zou hij overlijden. Het bestuur bestond daarna uit de heren L. Blom, R. van Wilgenburg, A. Haring, H.J. Heule en R.C. van Vulpen; zij behoorden tot de oprichters en eerste leden van de schoolvereniging. Voorzitter werd H.J. Heule; hij zou dat blijven tot 1928. Heule liep al enige tijd rond met de gedachte “er móet hier in Laren, te midden van de Roomse en voor een ander deel heidense bevolking een positief protestants-christelijke school komen”. Er was weliswaar in ons dorp al vanaf de jaren 1890 een protestantse bewaar- en naaischool aan de Torenlaan, maar die was niet bestemd voor leerplichtige kinderen, alleen voor kleuters. Het schooltje huisde later in de gemeentewoning ‘Werk en Rust’ op de hoek van de Kerklaan/De Rijt (het latere woonhuis van Toon de Jong).

Diezelfde zomer van 1917 werd een kerkcollecte gehouden met een opbrengst van ruim f 50,-. In 1918 werd de collecte herhaald en was er een ‘grondkapitaal’ van f 100,20. Het bestuur wilde niet wachten tot de nieuwe onderwijswet tot stand kwam waarmee de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs in werking trad. Die nieuwe Lager Onderwijswet kwam in 1920 tot stand onder minister De Visser, de eerste onderwijsminister sinds de Napoleontische tijd en afkomstig uit protestants-christelijke kring. Veel nieuwe christelijke scholen werden daarna naar deze minister vernoemd. Maar in Laren kozen de gereformeerde oprichters liever voor de veelzeggende naam ‘School met de Bijbel’.

Verslag van de opening zoals deze gestaan heeft in de Hilversumse Kerkbode van 20 april 1919.

Dus nog voordat er zekerheid was over de te verwachten overheidssubsidie uit Den Haag besloot in 1918 het bestuur van de ‘Vereniging christelijk onderwijs Laren-Blaricum’ tot de bouw van een school over te gaan. Weliswaar met de nodige twijfels, want het waren moeilijke tijden, de Eerste Wereldoorlog was op dat moment immers nog gaande. Daarbij kwam nog dat de eigen kring van gereformeerden klein was. Men telde er slechts 22 kinderen in de schoolgaande leeftijd. Het bestuur koos daarom voor een tijdelijk schoolgebouw, maar ook dat kostte natuurlijk geld. De belangeloze schenking van een stuk grond aan de Pijlsteeg (zoals toen de Kerklaan nog werd genoemd) door bestuurslid A. Haring plus enkele grote giften hielpen de oprichters definitief over de brug. Het schoolgebouw bestond uit drie kleine lokalen, werd gebouwd door aannemer firma Gebr. Van den Brink uit Laren en staat nog steeds op de hoek Kerklaan/Schoolpad. Na een grondige verbouwing wordt dit pand al enkele decennia bewoond door Rini van der Lee, bekend als een zogeheten bandparodist, de muzikale imitatiekunst waarmee André van Duin in de jaren zestig bekendheid verwierf. Nadat het nieuwe, grotere schoolgebouw in 1923 tot stand kwam, kon het bestuur in 1924 tot zijn blijdschap, zo meldt het jaarverslag, het schoolgebouwtje verkopen aan de Geref. Kerk van Laren voor de somma van 6500 gulden. Het gebouw stond vanaf toen bekend als ‘Ons Begin’. Tot 1949 werd de kleuterschool ‘Margaretha’ hier gehuisvest, omdat het niet meer terecht kon in de gemeentewoning aan het begin van de Kerklaan. (1)

De heer J. Wijngaarden was het eerste schoolhoofd.

Onbekende gever
Door kerkcollectes, giften, subsidies, een door de vereniging georganiseerde bazar (opbrengst f 1045,-) stond er eind 1919 een bedrag van ruim f 10.500,- op de rekening, volgens de penningmeester. Daarvan konden de bouwkosten van dat eerste schooltje ad f 9760,26 worden voldaan; dat bedrag staat voor ongeveer 72.000 euro nu*. De bouwkosten lagen dus duidelijk lager dan tegenwoordig. Voor het ontwerp tekende de gemeentearchitect H.F. Smit. De exploitatie van de school bleef in de eerste jaren de penningmeester echter de nodige hoofdbrekens bezorgen. Zo woonde hij de openingsavond van de nieuwe school op 16 april 1919 met gemengde gevoelens bij. De volgende dag moest er een rekening van ongeveer f 1400,- worden betaald voor schoolmeubilair, terwijl er maar f 900,- in kas was. Maar aan het einde van de avond kwam de heer Insinger van Larenberg (aan de Naarderstraat) naar de kasbeheerder toe en gaf hem een bedrag van f 500,- namens een onbekende gever. De diepgelovige penningmeester slaakte in zijn verslag een zucht van verlichting onder de uitroep: “Heere, wie op U betrouwt, doet dat nooit tevergeefs.” 

Onderwijzers
De openingsavond had plaats in de goedgevulde Gereformeerde kerk. Dit was ook een nieuw gebouw en lag op dezelfde plek als waar nu de Ontmoetingskerk staat. De kerk werd in gebruik genomen op 17 juli 1918. De heer J. Wijngaarden sprak als het hoofd der school de wens uit op een goede samenwerking met de ouders van de leerlingen. Hij verzocht hen nadrukkelijk bij mogelijke bezwaren zich tot hem te wenden en zich niet in het bijzijn van de kinderen in ongunstige zin over de onderwijzers uit te laten. Ervaring met kritische ouders waren blijkbaar ook honderd jaar geleden niet onbekend.

De school startte met ongeveer 52 leerlingen, meer dan aanvankelijk was verwacht. Het eerste schoolhoofd was de heer J. Wijngaarden uit Spijk (Groningen). Het bestuur had de man op 5 november 1918 benoemd. Dit was gebeurd nog voordat het schoolgebouw in gebruik kon worden genomen, wat wel aangeeft hoezeer het bestuur vertrouwen had in de eigen onderneming. Hij zou tot 1 januari 1923 leiding geven aan het eerste onderwijsteam van de School met den Bijbel. Naast het schoolhoofd traden J. ten Have uit Vroomshoop en mej. V. van Kampen uit Hilversum als eerste onderwijzers in dienst. Inmiddels had het kabinet-Ruys de Beerenbrouck de ontwerp – L.O. wet, waarin de betaling en gelijkstelling van de salarissen in het openbaar en bijzonder onderwijs werd geregeld, door het parlement geloodst. Tot grote opluchting van het bestuur. 

De protestante naai- en bewaarschool in 1895. Rechts de moeder van Toon de Jong die blijkbaar de klas onder haar hoede had. Het jongetje met kruiwagen is Wouter Hamdorff de latere architect, die o.a. de watertoren en Kerklaan 9 en 9a heeft ontworpen. Op de achtergrond het huis van Pepe Gregoire, dus aan de overkant van Werk en Rust.

Een grotere school
In 1921 steeg het aantal leerlingen van 73 naar 94 leerlingen; in 1923 waren er al 104 leerlingen. Gevolg: ruimtenood. Daardoor moest één klas tijdelijk in het gebouw van Gereformeerde kerk , worden ondergebracht. Gelukkig kon men overtollig meubilair lenen van de Openbare School. Door voortvarend optreden had het bestuur met medewerking van makelaar Ten Kroode een stuk grond van 2700 m2 kunnen verwerven op de Kerklaan, op de plek waar nu nog het schoolgebouw van de inmiddels opgeheven De Scheper staat. 

Het schoolterrein kostte f 7666,- (in koopkracht anno 2018: ca. 50.000 euro*). B en W verleende alle medewerking en keurde het bouwplan goed. Op 27 september 1922 kwam de ministeriële goedkeuring voor de bouw af. De bouw vorderde voorspoedig en op 20 augustus 1923 – net voor aanvang van het nieuwe schooljaar – kon de nieuwe School met de Bijbel worden geopend. Kosten: f 51.500,- .

Per 1 oktober 1921 was de heer W.F. Daniels afkomstig uit Delft in dienst getreden. Deze leraar zou  tot aan zijn pensioen in 1957 aan de school verbonden blijven; vele nog levende oud-leerlingen moeten hem nog hebben meegemaakt als hun onderwijzer.

Gymnastiekonderwijs
Het eerste cursusjaar op de nieuwe school aan Kerklaan 29 verliep in het algemeen rustig volgens het jaarverslag van de secretaris. Wel was er een verdrietige gebeurtenis, het overlijden van een leerling, Egbert van Wijk als gevolg van een ongeluk. De school sloot op de dag van zijn begrafenis de deuren, ook om de kinderen uit de hoogste leerjaren de gelegenheid te geven de uitvaart van hun klasgenoot bij te wonen. 

Opmerkelijk feit was dat door de schoolopziener (de inspecteur) kritiek was geuit op het gymnastiekonderwijs, en dat terwijl de school de beschikking had over een mooi gymlokaal. De noodzakelijke gymtoestellen ontbraken echter! Noch de gemeente noch het Rijk waren bereid deze attributen te vergoeden. Voorzieningen voor sport en gym vielen toen dus buiten de onderwijssubsidie. Wel had de gemeente het speelterrein voor een deel laten verharden, zodat het geschikt werd voor sport- en spelactiviteiten. Het schoolbestuur overwoog verhoging van de schoolgelden om zelf enkele gymtoestellen te kunnen aanschaffen. Maar enkele jaren was hierin nog weinig veranderd: de aanschaf van gymtoestellen was te begrotelijk, en de gemeente kon ook geen uitkomst bieden, want zij moest bezuinigen. Ook toen al dus een bekend fenomeen.

Kerk en school ‘Ons Begin’.

Leerlingenaantal 
Wat in 1924-1925 zorgen baarde was het leerlingenaantal. Het onderwijsteam zou het per 1 januari 1926 met één leerkracht minder moeten doen, als er op de zogeheten teldatum van 1925 minder dan 117 leerlingen waren. Op dat moment werd de school geleid door de heer Ietswaart (hij gaf zelf ook les aan een klas), de opvolger van hoofdmeester Wijngaarden. Ietswaart werd bijgestaan door de meesters Daniels en Ten Veen en onderwijzeres juffrouw Simons. Tot ontslag van één van hen kwam het gelukkig niet, want op de teldatum in 1925 had de school 116 leerlingen en in de zomermaanden zelfs 123 leerlingen, het hoogste aantal tot dan toe. Het aantal ‘christelijke’ gezinnen dat zich in de loop van de jaren twintig in Laren en Blaricum vestigde nam gestaag toe. In 1931 waren er 135 leerlingen, en dat maakte een uitbreiding van het schoolgebouw noodzakelijk. Er kwam een verdieping op de school. Een jaar later was de verbouwing al gereed. Maar toch bleef de School met de Bijbel betrekkelijk klein: in 1933 waren er 147 leerlingen. In de loop van het schooljaar kon het aantal leerlingen ook nog aardig schommelen wegens zogeheten seizoensplaatsing: ouders die tijdelijk in Laren of omgeving woonden en om welke reden dan ook na een seizoen weer naar elders vertrokken. Ook werd de school bezocht door kinderen uit Eemnes. Van de schoolbevolking was in dat schooljaar 86% woonachtig in Laren, 9 % in Blaricum, 5% in Eemnes en enkele leerlingen kwamen zelfs vanuit Huizen dagelijks naar de Kerklaan. In 1933 verlieten 52 leerlingen de school waarvan 25 naar andere gemeenten vertrokken, één leerling zelfs naar het buitenland. Daarnaast waren er de ‘gewone’ schoolverlaters. Om een indruk te geven waarheen die leerlingen na de lagere school gingen in 1933: 7 leerlingen (jongens en meisjes naar de ULO (vgl. MAVO, VMBO-t), 2 jongens naar de ambachtsschool, 3 jongens naar het Christelijk Lyceum in Hilversum, 2 meisjes naar de huishoudschool, 4 jongens gingen een ambacht leren bij een baas en tot slot kwamen 8 meisjes thuis aan het werk, van wie enkelen daarnaast een naaicursus gingen volgen.

Herdenking en feesten
In dat schooljaar 1932-1933 werd op 25 april ook de 500ste geboortedag van Willem van Oranje ofwel Willem de Zwijger (Dillenburg in Duitsland, 1533) herdacht. Dat gebeurde samen met de Gooische School. Er werd een herdenkingsrede gehouden, afgewisseld door het zingen van enkele ingestudeerde vaderlandse liedjes, waarna de kinderen limonade kregen en ten slotte allemaal een herdenkingsplaat ontvingen, die door het landelijk comité gratis beschikbaar was gesteld. “Sinds die dag prijkt in de gang van onze school een portret van onze eerste grote Oranjevorst, een reproductie van een schilderij van hem in het Mauritshuis in Den Haag”, meldde de hoofonderwijzer in het jaarverslag. 

Daarnaast organiseerde de school jaarlijks naast de Koninginnedagviering op 31 augustus in september zijn eigen Oranjefeest. Koninginnedag was in die tijd steevast de laatste dag van de zomervakantie, het schooljaar in het lager onderwijs begon in die tijd op 1 september of de eerstvolgende dag erna. Op 4 oktober werd dan nog Dierendag gevierd. In het verslag van 1936 (de school telde toen 159 leerlingen uit 97 gezinnen) maakte de secretaris melding van de traditionele Volkenbondsdag. Deze werd toen gehouden op 18 mei en vond ook op veel andere scholen plaats. Op die dag werd de betekenis van de Volkenbond (voorloper van de huidige Verenigde Naties) en “de gedachte van Vrede door onderlinge samenspreking der volken op een voor kinderen bevattelijke wijze uiteengezet”. We weten nu dat die jaarlijkse herdenking ondanks alle goede bedoelingen een nieuwe wereldoorlog niet heeft voorkomen.

In 1939 kwam er een nieuwe hoofdonderwijzer, de heer Van den Houten. Met hem aan het roer ging de School met den Bijbel de moeilijke oorlogsjaren in. Daarover en meer in een volgende aflevering. 

1) Over deze school, de latere Margarethakleuterschool, is een uitgebreid artikel verschenen in Kwartaalbericht, nr. 86.

* Omrekentabel gulden-euro op www.issg.nl. 

Bronnen: Jaarverslagen School m/d Bijbel in cahiers 1919, 1920, 1921, 1922-1926, 1927, 1933 en 1936; verslag schoolopening in Laren ,uit: Hilversumse Kerkbode; publicatie HKE, jaargang 41, p. 220-228. 

OPROEP
Omdat we nog meer willen schrijven over de geschiedenis van de School met de Bijbel/De Scheper, hebben we liefst ook de beschikking over verhalen van oud-leerlingen. Wie van de lezers van het Kwartaalbericht kent mensen die op de School met de Bijbel hun lagere schooljaren hebben doorgebracht? Of bent u dat zelf misschien? Laat het ons weten: info@historischekringlaren.nl.