Rechtszaak in 1935: voorspel WO II
Anno 2015 ervaren we bijna dagelijks dat de vrijheid van meningsuiting nog lang geen vanzelfsprekend recht is. Vrijheid van meningsuiting 1) is de vrijheid van burgers om hun overtuigingen kenbaar te maken, zonder voorafgaande controle door de staat, maar belediging en smaad zijn onder bepaalde omstandigheden strafbaar. Dat staat al sinds 1798 in de Nederlandse Grondwet. Precies 80 jaar geleden leidde gebruik van het woord “lafaard” in de Larense politiek tot een rechtszaak wegens belediging. Als we het verslag van die rechtszaak in De Bel volgen, blijkt dat deze achteraf behoorde bij ‘het voorspel’ tot de Tweede Wereldoorlog. In 1933 kwam Hitler in Duitsland aan de macht, maar Nederland wilde ‘neutraal’ blijven, net als in de Eerste Wereldoorlog. We gaan dieper in op de rechtszaak en enkele hoofdrolspelers, onder wie de latere Duitse bondskanselier Willy Brandt.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 132 [2015-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Dorpskroniek 1935-2015
Vanaf juni 1981 stelden Antoon F. Bruggeling en Bep (G.L.) De Boer regelmatig een ‘dorpskroniek’ samen in de Laarder Courant De Bel. In die kroniek werd opnieuw aandacht besteed aan gebeurtenissen die vijftig jaar geleden in het middelpunt van de belangstelling stonden. Inmiddels zijn die zorgvuldig bewaarde artikelen ook al weer geschiedenis en kijken we nu 80 jaar terug.
1 ‘Lafaard’
In februari 1935 moest het Larense socialistische raadslid Piet van Praag voor de rechtbank verschijnen omdat hij tijdens een geschorste raadsvergadering burgemeester Van Nispen van Sevenaer had beledigd. In De Bel van 8 februari 1935 stond het volgende, uitvoerig verslag.
Woensdagmorgen had voor de Kamer der Amsterdamsche Rechtbank de behandeling plaats van de beleedigingszaak, naar aanleiding van een klacht, ingediend op 2 maart 1934, door den burgemeester van Laren tegen het raadslid den heer P. van Praag. Op verzoek van den Officier wordt aan de dagvaarding toegevoegd: “opzettelijk beleedigend”, wat het eerste gedeelte der tenlastelegging betreft. Daarna wordt gehoord burgemeester H.L.M. van Nispen van Sevenaer, die desgevraagd toestemt, dat het raadslid an Praag tegen hem is uitgevaren op grond van de uitzetting der Duitschers, waartoe getuige als hoofd der politie had medegewerkt. Spr. heeft zelf medegewerkt tot het maken van de notulen omdat de stenograaf niet wist of hij alles moest opschrijven, ook na de schorsing.
Voorts deelt de burgemeester mede, dat na de schorsing de heer P. van Praag gescholden heeft van “Jezuïet”, “Fascist”, en “Lafaard”. De Pres. vraagt of de burgemeester met name het woord “Lafaard” wel goed heeft gehoord. De burg.: “Ja, dat heeft ook de binnenkomende agent gehoord.” De verdedigster vraagt, of de burgemeester de uitwijzing der Duitschers op eigen initiatief of in opdracht heeft gedaan. De President acht deze vraag niet toelaatbaar. Op een vraag van de verdedigster geeft de burgemeester toe over de Duitschers gesproken te kunnen hebben als “gevaarlijke seigneurs”.
De heer Van Praag: “Nauwelijks had ik het woord Duitschers uitgesproken of het was hameren. Spr. heeft inlichtingen gevraagd over de uitwijzing der revolutionairen (voor de raadszitting), doch die zijn hem geweigerd. Voorts betoogt spr. dat zijn verontwaardiging gegrond was op het feit, dat de politie in de pers liet publiceren dat de Duitschers geen bezwaar hadden om naar Duitschland te worden uitgeleid. Op een desbetreffende vraag antwoordt de burgemeester, dat mr. Benno Stokvis aan hem heeft gevraagd de Duitschers niet over de Duitsche grens te zetten. De offic.: “Dus de Duitschers hebben hier niet zelf om gevraagd”. Getuige mej. Meinarends verklaart op de vraag van het raadhuis de discussie te hebben gehoord. Zij heeft vlak voordat Van Praag gevolgd door den agent Hordijk op de gang kwam het woord “lafaard” door Van Praag hooren gebruiken. Van Praag: “Als deze getuige zoo’n goed geheugen heeft, laat ze dan wat meer vertellen, wat ze gehoord heeft”. De Pres. vindt dat juist. Mej. Meinarends zegt gehoord te hebben dat de voorzitter de vergadering schorste en dat de heer Van Praag “lafaard, bah” heeft gezegd. De agent J. Hordijk verklaart dat de heer mr. Bosscher hem gezegd heeft dat Van Praag er uit moest. “Toen ik binnen kwam, hoorde ik hem zeggen: “lafaard”. Raadslid Dijkman zegt dat hij Van Praag heeft horen zeggen tot den burgemeester: “Ik ben vies van U als van een schurftige hond”. Hij heeft ook het woord “lafaard” gebruikt.
Daarna werd als getuige de raadsstenograaf, de ambtenaar de heer Majoor, gehoord. Hij kan zich niet herinneren dat an Praag “lafaard” heeft gezegd. Op de vraag hoe het woord “lafaard” dan in de notulen is gekomen, zegt Majoor, dat de secretaris de notulen heeft samengesteld volgens zijn stenogram en aantekeningen van den heer Bosscher. De verdedigster: “Bij de politie heeft u verklaard, dat het woord lafaard op verzoek van de burgemeester in de notulen is geplaatst”. De burgemeester geeft dit toe. Ook andere raadsleden hadden het gehoord.
Na de schorsing erkent P. van Praag het ten laste gelegde, behalve dat hij het woord “lafaard” zou hebben gebruikt. Van Praag zegt, dat hij niet opzettelijk heeft beledigd. an Praag: “Het ging om revolutionairen die vogelvrij waren, te verdedigen”. Spr. acht zich verplicht in den raad datgene te zeggen wat hij meent. Als Van Praag zijn standpunt uiteen wil zetten ontneemt de President hem het woord en krijgt de officier het woord tot het houden van zijn requisitoir. Tegen hem wordt één maand gevangenisstraf geëischt.
(Aanleiding van deze rechtszaak was het volgende: In het kamphuis ‘De Toorts’ aan de Groene Gerritsweg zou een driedaagse conferentie plaats vinden van de revolutionair socialistische jeugdorganisaties. Er kwamen ook enkele buitenlandse jongeren op af, o.a uit Duitsland. Burgemeester Van Nispen van Sevenaer greep in en stuurde vier Duitse jongeren het land uit. Eén van hen was Willy Brandt, de latere bondskanselier van Duitsland. De heer Van Praag, raadslid voor de SDAP/OSP – Sociaal Democratische Arbeiders Partij/ Onafhankelijke Socialistische Partij – nam dit niet en viel de burgemeester hier over aan, hetgeen niet erg zachtzinnig ging.)
Bronnen: De Bel 1934 – 1984 – 1985.
De redactie vroeg commentaar aan Mr. G.J.A.M. Bogaers, advocaat te Laren. Zijn reactie:
“Ook Laren ontkomt niet aan donkere bladen in de geschiedenis. Ik kwam naar aanleiding van uw verzoek om commentaar diverse bronnen tegen, waarin wordt bevestigd dat voor het uitbreken van WO II diverse westerse staten bang waren voor een slechte relatie met nazi-Duitsland vanaf 1933. Andere neutrale staten, zoals Zwitserland, vertoonden dezelfde angst. Zie het internet onder Ossietzky, en onder Heinz Neumann, die beiden bij afzonderlijke besluiten door Zwitserland werden uitgeleverd aan nazistaat Duitsland.”
Uit het Historisch Nieuwsblad haalde de heer Bogaers het volgende citaat:
“Op aanwijzing van burgemeester jonkheer Van Nispen tot Sevenaer werden de vier SAP-ers in Laren gevangen gezet en later aan de grens aan de Duitse politie overgeleverd. Zij kwamen in het beruchte Columbia-huis in Berlijn terecht, het foltercentrum van de Gestapo. Eén van hen zou later in Sachsenhausen de dood vinden. Onder hen was niet Willy Brandt. Hoewel hij met een Duitse pas Nederland was binnen gekomen, was hij zo verstandig de Nederlandse politie slechts zijn Noorse verblijfsvergunning te tonen, die er uit zag als een pas. Omdat hij druk Noors praatte met enkele kameraden, zag de politie hem niet voor een Duitser aan. Hij werd met de andere internationale gasten in Amsterdam vastgezet en verhoord. Nederland behoedde destijds strikt zijn neutraliteit en duldde daarom geen internationale politieke bijeenkomsten op zijn grondgebied. De Amsterdamse politie besloot de linksradicale jongeren, onder wie Willy Brandt, stiekem over de grens naar België te smokkelen. Daar zetten ze hun conferentie in Brussel voort. Brandts SAP zou zich uiteindelijk van het trotskistische avontuur distantiëren.” [zie: https://www.historischnieuwsblad.nl/herr-bondsrepubliek/]
1) Vrijheid van meningsuiting wordt vaak beschouwd als een integraal concept in democratieën. De vrijheid om zonder angst voor vervolging je mening te kunnen uiten staat expliciet vermeld in de Universele verklaring van de rechten van de mens. De wettelijke beperkingen op meningsuiting kunnen per rechtsstaat verschillen. Het Nederlandse strafrecht richt zich tegen smalend taalgebruik en aanzetten tot haat, belediging van gezagsdragers en het verspreiden van leugens (laster en smaad), maar minder of niet tegen obsceniteit of schendingen van goede smaak. [Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrijheid_van_meningsuiting]
Dorpskroniek 1935-2015
In De Bel van 18 januari 1935 lazen wij: Het Plaatselijk Crisis Comité te Laren NH maakt bekend, dat voortaan niet meer een spreekuur zal worden gehouden voor het publiek. Zij, die zich met het Crisis Comité in verbinding willen stellen, zullen dit uitsluitend kunnen doen bij geschrifte, te adresseeren of te bezorgen aan het secretariaat van het comité ten gemeentehuize.
2 Van Praag en kamphuis ‘De Toorts’
Op de hoek van De Kamp en de Groene Gerritsweg stond vroeger het kamphuis ‘De Toorts’. Dit was een conferentieoord van de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP). De leider van het kamphuis was Piet van Praag (1902–1977), die OSP-raadslid was van 1931 tot 1935. Met zijn uitgesproken socialistische ideeën botste hij regelmatig op de gevestigde orde. Het merendeel van de raadsleden was lid van de RKSP (na WO II voortgezet als KVP).
Het Joods Biografisch Woordenboek meldt over Van Praag: “Had het vaak aan de stok met burgemeester Van Nispen van Sevenaer. Nam het vaak op voor de armen en minder bedeelden. Aan het begin van WOII gearresteerd, opgesloten met NSB’ers. Overgebracht naar kamp Amersfoort, aansluitend Westerbork van waaruit hij wist te ontsnappen. Na de oorlog voor de CPN lid van Provinciale Staten Noord-Holland, later gemeenteraadslid voor de PSP in Apeldoorn.”
Dorpskroniek 1935-2015
In De Bel van 18 januari 1935 lazen wij dat de gemeente Laren wel 7.766 inwoners telde waarvan 3.625 mannen en 4.141 vrouwen.
Tachtig jaar later is dat iets meer: 10.871 inwoners waarvan 5.123 mannen en 5.748 vrouwen. Bron: Basisregistratie Personen en Burgerlijke Stand Gemeente Laren.
3 Willy Brandt in Laren gearresteerd
Van 1969 tot 1974 was Willy Brandt bondskanselier van (toen nog) West-Duitsland. Over de arrestatie van Brandt (1913–1992) in 1934 in kamphuis De Toorts te Laren en diens uitzetting uit Nederland, waar Bep de Boer aan het eind van zijn dorpskroniek naar verwijst, is veel te vinden op internet. Wikipedia meldt, met als bronnen het boek van Brandt Mijn weg naar Berlijn (De Arbeiderspers, 1960, pagina 69) en zijn boek Draussen. Schriften während der Emigration (1976, pagina’s 277–278): “Onder meer bezocht hij in 1934 Nederland, als afgevaardigde voor een congres van het Socialistisch Jeugdverbond dat op 24 februari 1934 te Laren zou worden gehouden. De burgemeester van Laren liet echter alle buitenlandse deelnemers aan dit congres arresteren wegens ‘politieke activiteiten’. Vier van Brandts Duitse medestanders werden aan nazi-Duitsland uitgeleverd, slechts één overleefde. Dankzij zijn Noorse papieren wist Brandt Nederlandse uitlevering aan de Gestapo te ontlopen en werd hij over de Belgische grens gezet.”
Historisch Nieuwsblad
Het Historisch Nieuwsblad bevat in nummer 9/2008 een artikel van Antoine Verbij over Willy Brandt. Dit is het artikel waar mr. Bogaers uit citeert. Daarin staat over de ‘razzia in Laren’ o.a. de tekst: “De 21-jarige Willy Brandt, gekleed in schillerhemd en een pullover van velours, vertegenwoordigde er de Duitse Sozialistische Arbeiterpartei (SAP). Kort nadat iedereen zich had voorgesteld en de verkiezing van een voorzitter zou beginnen, viel de politie de jeugdherberg binnen en arresteerde alle aanwezigen.” Vervolgens komt de door Bogaers geciteerde tekst.
Trouw
Ter gelegenheid van Brandts honderdste geboortedag, schreef Koen Vossen in het dagblad Trouw van 12 december 2013 een artikel, waarin staat dat de burgemeester handelde op gezag van hogerhand: “De opdracht voor het politie-ingrijpen was afkomstig van niemand minder dan de minister van justitie, Josef van Schaik. Uit de stukken van de Centrale Inlichtingendienst (CI) – de huidige AIVD – blijkt dat deze de minister een week tevoren had ingelicht over de geheimgehouden bijeenkomst. De CI had een brief onderschept van een Belgische deelnemer en onder de aandacht van de minister gebracht. Werd hier geen misbruik gemaakt van de Nederlandse gastvrijheid om revolutionaire politieke plannetjes te smeden? Net als de meeste andere Nederlandse politici was Van Schaik zeer bevreesd voor allerlei ‘revolutionaire elementen’ die de zware economische crisis wilden gebruiken om onrust te stoken. Van Schaik was vooral beducht voor de komst van allerlei linkse vluchtelingen uit Hitler-Duitsland. De minister besloot na lezing van de ambtsberichten dan ook direct in te grijpen, want ‘bij deze menschen moet zelfs niet een begin kunnen groeien van een besef, dat hun troebel ageeren hier kan worden geduld’.”
Dr. L. de Jong
Ook dr. L. de Jong meldt de uitzetting (in deel I van zijn geschiedenis over de Tweede Wereldoorlog, Voorspel, pagina’s 548/549). Hij schrijft o.a.: “Vanuit de Tweede Kamer werden door de sociaal-democratische voorman W.H. Vliegen vragen gesteld; het kwam twee maanden later tot een interpellatiedebat waarbij vooral de uitlevering van de vier emigranten aan de Duitse autoriteiten fel gehekeld werd. Toen wist men nog niet eens wat in Duitsland met de vier geschied was of zou geschieden.” Ook in het Wikipedia-artikel over W.H. (Willem) Vliegen wordt dit gezegd.
Larens Behoud
De website van Larens Behoud maakt er 15 juli 2009 melding van dat Ernst Wortel een slot van de cel van Willy Brandt aan het Willy-Brandt-Museum in Lübeck wil schenken. Het politiebureau met cellen was in 1934 gevestigd in de huidige Prinsemarij. Wortel zegt desgevraagd dat de schenking niet is doorgegaan, aangezien zijn contactpersoon bij het museum het verhaal niet wilde geloven. Wortel heeft de sloten aan de Historische Kring gegeven en zijn documentatie aan het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG).
IISG
Het IISG meldt daarover op zijn website: “De collectie bestaat uit krantenknipsels, kopieën van politierapporten, een scriptie over het onderwerp, correspondentie van onderzoekers onder wie de schenker van de collectie, E. Wortel te Laren. De collectie is opgenomen onder ‘Kleine Nederlandse Archieven en Collecties/Organisaties-onderwerpen’, inventarisnummers 120-121.”
Samenstelling: Bep (G.L.) De Boer, Wim Keizer & Hans Schaapherder
- Willy Brandt
- Historisch Nieuwsblad
- Trouw: goo.gl/hvttnI
- Dr. L. de Jong (pagina 548/549)
- W.H. Vliegen
- Larens Behoud: goo.gl/Ljwei4
- IISG
- Joods Biografisch Woordenboek
Dorpskroniek 1935-2015
Heintje Smit overleden
Uit De Bel van 22 maart 1935: Alhier is overleden de bekende dorpsfiguur uit het oude Laren, Heintje Smit, in de ouderdom van 95 jaar. Zij woonde zoals men weet in een huis, grenzende aan het gemeentehuis. Enkele jaren geleden heeft de gemeente met het oog op een eventuele uitbreiding van het gemeentehuis dit huis van haar kunnen kopen onder voorwaarde, dat zij er tot haar dood toe in kon blijven wonen, welke voorwaarde door de gemeenteraad is aanvaard. Nu Heintje Smit is overleden, verkrijgt de gemeente dus de beschikking over het genoemde pand.
De overledene was een typische vertegenwoordigster van de oude Larense bevolking. Zij heeft de Larense klederdracht nooit verzaakt en was de eenvoud en vriendelijkheid in persoon. In mei 1903 trof haar een grote slag. Toen werd nl op de Schaardag tengevolge van de bekende Erfgooierskwestie, haar zoon, Hendrik Smit, op de Meent te Blaricum doodgeschoten.