Margaretha Tekla Johanna Fles 1857–1948

Margaretha Tekla Johanna Fles 1857–1948

Kunst uit het dorp van Mauve

Etha Fles werd geboren op het Domplein in Utrecht als tweede kind van het wel­gestelde gezin Fles. Haar vader was oogarts, haar moeder Theunsina Johanna Albertine Kranenborg een niet onverdienstelijk schilderes. De opvoeding van de kinderen was sterk gericht op intellectuele vorming, artistiek en liberaal. Ook muzikaal was de familie sterk gericht. Beroemde musici waaronder Brahms en Carla Schubert waren kind aan huis. Etha en haar zusje kregen muziekonderricht maar Etha was daarvoor niet ontvankelijk.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 125 [2013-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Mary van der Schaal

Schilderes, etser, schrijfster en voorvechtster van de moderne kunst

Portret (1886) van Etha Fles door Jan Pieter Veth (1864-1925); ets; papier

Omdat de kunst in al zijn vormen veel aandacht kreeg in de familie ontwikkelde zich in haar vooral een sterke drang naar beeldende kunst, o.a. het neo-impressionisme. In 1880 tot 1884 gaat zij naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam en werkt onder leiding van August Allebé. Zij krijgt dé klassieke opleiding maar omdat ze een type is van impulsen en vernieuwingen lopen de meningsverschillen nogal eens uiteen. Zij komt op De Academie voor Beeldende Kunst te Amsterdam in de eerste damesklas en maakt kennis met haar medeleerlingen waaronder o.a. Wally Moes, Gerharda en Jo Besier. Later in de tijd leert zij Jan Toorop, Jan Veth, Anton Mauve en Willem Derkinderen kennen. Zij worden vriendinnen en vrienden voor het leven. Ze probeert zich toe te leggen op moderne kunst maar dat word niet geapprecieerd door het genootschap ‘Kunstliefde’. Dit genootschap is wars van alle pogingen in die richting. Maar rebels als Etha is zet zij door totdat zij een kans krijgt bij de academie die haar een tentoonstelling aanbiedt, dat zij dankbaar accepteert.

In 1885 probeert zij moderne kunst te introduceren en richt zij ‘De Vereniging voor de Kunst’ op. De sympathisanten maken zich sterk voor nieuwe stromingen in de kunst zoals het neo- impressionisme, symbolisme, en de monumentale schilderkunst. Ook andere vormen van beeldende kunst zoals beeldhouwen en etsen. De grootste moeilijkheid in tentoonstellingen organiseren is de locatie en uiteindelijk koopt zij daarvoor een pand in Utrecht.

Hoewel zij tot 1880 in Utrecht woont, werkt zij ook af en toe in Laren en Amsterdam waar zij dan logeert in de Vergulde Postwagen (Hamdorff). In 1885 besluit zij een huis te kopen in Laren en gaat daar samen met Wally Moes wonen aan de Naarderstraat, naast het huis van Anton Mauve. Beiden worden lid van de etsclub die werd opgericht door Jan Veth, Derkinderen en Zilcken.

Etha Fles in haar atelier te Rome

In 1895 exposeert Etha met enkele etsen op de eerste internationale tentoonstelling in Venetië. Daarna organiseert zij zelf weer regelmatig exposities. In 1900 ontmoet zij op de wereldtentoonstelling in Parijs de Italiaanse beeldhouwer Madardo Rosso, waar zij grote bewondering voor heeft en waarover zij later een groot artikel in de Groninger Courant publiceert. Zij begeleidt hem daarna dikwijls naar zijn exposities in binnen- en buitenland. Ze begint met schrijven en in 1903 komt haar eerste werk uit: ‘De inleiding tot de Kunstgeschiedenis’.

Omdat zij èn schildert èn etst èn schrijft komt zij te weinig tot rust in de grote stad. Ze besluit om een huis te kopen in Bergen. Het huis op de Maliebaan in Utrecht wordt verkocht en zij verkast naar haar nieuwe huis Villa ‘De Zonnebloem’ in Bergen. Daar maakt zij weer verschillende schilderijen en etsen. Tussen 1909 en 1915 verblijft ze enige tijd in Italië o.a. in Rome waar zij enkele artikelen schrijft over de stad Rome, de vele vormen van kunst en vooral de vele kunstenaars die zij daar ontmoet. Even terug in Utrecht exposeert zij in 1910, samen met Simon Moulijn, in het gebouw van ‘De Vereniging voor de Kunst’ te Utrecht waarna zij het gebouw (dat zij eerder heeft gekocht) noodgedwongen moet verkopen.

In 1915 adopteert zij een pleegdochter; de achttienjarige Agatha Verkroost, die tot haar dood bij haar blijft. In datzelfde jaar verhuist zij weer vanuit Italië naar Bergen. Toch gaat zij dan weer enige tijd in Zwitserland wonen waar een zieke vriendin van haar moet kuren en als de vrouw genezen verklaard wordt gaat zij samen met vriendin en pleegdochter weer terug naar Nederland waar zij in verschillende hotels woont. Later in dat jaar koopt Fles een huis in Lugano. In 1918 vertrekt zij wederom naar Rome en huurt daar een appartement en blijft tot 1929 in Italië wonen. In 1929 verschijnt haar boek “Tien jaren in Rome”. Een boek dat hoofdzakelijk bestaat uit de reisbrieven die ze geschreven heeft en in Nederland in verschillende bladen gepubliceerd zijn. 

Dorpsgezicht Laren (1887); olieverf op doek, 59 x 86 cm.

In 1935 komt het “Handboek der Kunst­geschiedenis’ uit die Fles samen met T. Westerwoud heeft geschreven. In 1936 het boek: ‘Drie Visionaire kunstenaars van onze tijd’: Medardo Rosso, Gerardo Dottorie en Ernesto Massuelli.

In de oorlogsjaren verblijft Etha met haar pleegdochter in Limburg en in 1954 verlaat zij Italië definitief en vertrekt naar haar huis in Bergen. Ze wordt weer meteen in het kunstenaarsdorp opgenomen en ontmoet veel van haar bekenden van vroeger zoals de dichter Adriaan Roland Holst, schilder Jaap Min en Dirk Filarski, schilderes Charley Toorop en diverse andere kunstenaars.

Ze werd geen groot schilderes en schrijfster, maar zij is de onontbeerlijke bijfiguur die vele kunstbewegingen kennen.

Op 31 januari 1948 overlijdt Etha Fles en wordt in haar woonplaats Bergen op de Katholieke Begraafplaats begraven.

Bronnen: Suzette Haaksma; Eric Henekam; Pieter Scheen en De Valk/kunstenaars
Afbeeldingen: gallery.dorant.net