Jan Frederik Rinke 1863–1922
Jan Rinke werd op 27 maart 1863 in Schildwolde gemeente Slochteren geboren. Toen hij 2 jaar was, verhuisden zijn ouders via Warffum en Bedum naar Voorburg.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 136 [2016-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Tekenaar, illustrator, kunstschilder, boekbandontwerper, etser, graficus, poppenspeler, galeriehouder en houtbewerker
Mary van der Schaal
Jan werd opgeleid tot onderwijzer en trouwde in 1892 met Theodora Johanna Bakkers uit Delfshaven (1867). Zij gingen in Kralingen wonen. Al spoedig werden er kinderen geboren en in 1898 verhuisde het gezin naar Berlijn. Intussen had het gezin ook nog zes jaar in Arnhem gewoond. Na al deze drukte kreeg Jan meer tijd om zich te ontwikkelen in de kunst. Hij ging in de avonduren een cursus volgen bij professor Allebé in Amsterdam op de Rijksacademie van Beeldenden Kunsten. Daarna voelde hij zich kunstschilder.
Rinke deed veel om zijn gezin te onderhouden, maar ook omdat hij een rusteloze aard had. Hij kon niet stilzitten. Rijk is hij nooit geweest en omdat er dikwijls geen geld was om schilderspullen te kopen, verzon hij allerlei bijverdiensten. Hij gaf onderwijs in tekenen op scholen, hij was tekstschrijver en illustrator, maakte affiches, ontwierp boekbanden, kleurplaten, kalenders, opzet-prentenboeken, toverlantaarnplaatjes en houten legpuzzels. Hij gaf schimmenspel-voorstellingen en poppenkastmiddagen. Ook ontwierp hij degelijk, houten speelgoed.
Als illustrator was hij een zeer bekend man. Direct denkt een ieder aan Pietje Bell, het bekende rebellerende kinderboek. Door vele gezinnen gezien als niet erg opvoedkundig.
Hij maakte als het te pas kwam, politieke tekeningen en ansichtkaarten (Volendam). Zijn illustraties en prenten verschenen in allerlei tijdschriften en kranten zoals de Nieuwe Haagsche Courant, De Amsterdammer, De Nederlandsche Spectator en de Notenkraker en nog vele andere. Maar het liefst schilderde hij toch. Dan vergat hij alles om zich heen. Als er weer goed verdiend was en er financieel meer speling kwam, werd materiaal gekocht en schilderde hij zijn graag geziene onderwerpen.
Zijn eerste expositie hield hij in zijn geboorteplaats Slochteren (Schildwolde). Later is er in deze plaats het “Jan Rinkemuseum” gekomen. Hij deed mee met tentoonstellingen die georganiseerd werden door de ‘Schildersvereeniging Sint Lucas’ in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ook door vele medeschilders ingericht waaronder Jan Sluijters, Piet Mondriaan, de Amsterdamsche Joffers, Tjeerd Bottema, Otto van Tussenbroek, Gustaaf van Wall Perné en Huub Luns.
Jan Rinke was een kunstenaar in hart en nieren. Zijn schilderstukken getuigen van kleurenkennis en oog voor het detail. Hij had veel contact met Piet Mondriaan tijdens zijn verblijf in Zeeland. Op een grote groepsfoto in het boek ‘Mondriaan aan de Amstel (1892-1912)’ staan Rinke en Mondriaan afgebeeld met de toneelspelers Paul Huf en Lou Saalborn.
Waar Jan wat langer aan het werk was, op wat voor gebied ook, verhuisde het gezin hem na. Na zijn huwelijk heeft Jan met zijn vrouw en later met zijn gezin na Berlijn gewoond in: Bussum, Amsterdam, Laren (vier keer), Blaricum, Sloten bij Amsterdam, Volendam, Naarden, Den Haag en Scheveningen, Londen, Berlijn, Tirol en België.
Zijn voltallig gezin bestond op het laatst uit vrouw en elf kinderen. Omdat hij leefde als vrij kunstenaar moest hij van alles ondernemen om aan geld te komen. Daarom was hij zelden thuis. Als hij een schilderij verkocht of een illustratie betaald had gekregen, dan keerde hij weer huiswaarts, werden de schulden betaald, het gezin getrakteerd op gebak of iets anders, en was er weer volop te eten. Jan had zijn plichten vervuld en ging weer op reis. Soms bleef hij maanden weg. De oorlog brak uit. Het gezin woonde in België en leed honger. Theodora moest van alles verzinnen om het gezin aan het eten te houden. Ze probeerde het te redden door kamers te verhuren. Op een gegeven moment ging het mis met haar. De eeuwigdurende zorg voor de kinderen en het huishouden kon zij niet meer verwerken en zij werd krankzinnig. Zij werd opgenomen in “Oud Rozenburg” een tehuis voor geestelijk gestoorde mensen. Na de opname van zijn vrouw bracht Rinke zijn kinderen onder bij familie, kostschool of kosthuis. Zelf vertrok hij naar Parijs. Toch was Jan een goed en gevoelig mens en werkte echt heel hard voor zijn gezin. Volgens zijn omgeving was hij te goed in handel en wandel. Geen zakenman. Hij probeerde door ontzettend hard te werken zich overeind te houden. Jan heeft voor het boek over de oorlog in 1915 in België, ruim driehonderd illustraties gemaakt. “Het slagveld der Natiën” van Frank Gericke (pseudoniem van Derk Hoek). In 1922 kwam hij ziek naar huis en overleed op 20 mei 1922 in Den Haag.
Bronnen: Francien Braaksma; Internet; P.A. Scheen (1750-1950) en S.J. Mak (1870-1940)