Ingezonden berichten

Ingezonden berichten

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 130 [2014-4]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Wertheim
Gaarne wil ik u berichten met groot plezier en interesse het artikel van Noud Smelt met betrekking tot St. Jan te hebben gelezen. En wat hebben jullie mij een plezier gedaan met het artikel over de beeldhouwer Wertheim. Sinds kort ben ik verhuisd en rijd dagelijks langs het plantsoentje op de splitsing Zevenend/Zevenenderdrift. Het beeld heeft mijn aandacht en is al eens door mij ontdaan van klimop! Ook hebben diverse mensen mij gevraagd van wie het beeld is en wat het voorstelt. Nu kan ik eenieder informeren. T.z.t. zal ik de gemeente Laren NH benaderen voor een mooi infoplaatje op de sokkel van het beeld.

Wellicht dat het leuk overkomt dat jullie inwoners van ons Gooische dorp zo’n groot plezier doen met jullie artikelen en de mooie uitvoering van het kwartaalblad.
Erna Willard


André Idserda
Bij toeval ben ik via google op het kwartaalbericht nr. 2 van 2013 uitgekomen en heb het ondertussen bij de Historische Kring gekocht. U schreef een aardig artikel over André Idserda. André is de overgrootvader van mijn kinderen. Ik ben getrouwd geweest met Miarka Idserda, kleindochter van André en dochter van Jacques. Helaas is zij in 1986 heel erg jong overleden. Haar ouders hebben de laatste jaren van hun leven in het Rosa Spier huis gewoond. André is op de Algemene begraafplaats van Laren begraven.

De laatste, mij bekende, tentoonstelling is in de zomer van 1998 geweest in Kasteel Groeneveld. Dit was een gecombineerde tentoonstelling van André, Theo, Jacques, Miarka en Coba van der Lee. 

Al enige tijd ben ik bezig om samen met Jaap van Gils (Laren) en Janna van Zon (Huiskamermuseum Aalsmeer) de Idserda Foundation op te zetten. Het beleidsplan heb ik bijgevoegd (is ter inzage in de Lindenhoeve – Red.). U weet wellicht dat het Singer Museum ook twee werken van André heeft die indertijd al door Mevr. Singer zijn aangeschaft. 

Mocht U nog voor ons interessante informatie hebben dan houd ik mij natuurlijk aanbevolen om daar kopieën van te mogen ontvangen. 
Jan Heybroek (035 5311131).


Klompenmakerij
Het artikel over Gijs Zaal heb ik met plezier gelezen. In die tijd was ik bevriend met Lammert, een broer van Fientje. Ik heb een kleine aanvulling op het verhaal. Tegenover ons huis aan de Kerklaan woonde Kees Zaal, een broer van Gijs. Kees was kuipenmaker van beroep (kuip = ton). En een goede! Ik ging regelmatig naar Kees en zag hoe hij bezig was. Naast kuipenmaker was hij ook boer. Hij had drie soms vier koeien. En in de zomermaanden twee varkens. Een voor de verkoop en een voor hem zelf. In de kuip en zout er op. Tegenover de hooiberg lagen veel wilgenbomen, die Gijs opgekocht had. Soms zelfs veel. Flink dik en lang. Ze werden met een mallejan aangevoerd. En dan kwam Gijs: “Kees, zullen we een boompie zagen?” Ze zaagden dan stukken met verschillende lengtes naar gelang de lengte van de te maken klompen. Dan werden de stukken op een handkar geladen. En Gijs ging weer naar huis. Na de bevrijding trokken Canadese militairen in de meisjesschool. Die zagen bij Gijs mooie klompjes in de etalage liggen. Mooie souveniertjes voor thuis. Gijs sprong daar op in. En zorgde voor een flinke voorraad. Een klompje voor een pakje sigaretten of een plak chocolade. Of levensmiddelen. Tot zover mijn herinneringen.
Clemens Krijnen


Effe een vertellesie
Elke keer als de “Kring” binnen komt, komen er weer veel alternatieve herinneringen op, zoals over Zaal, de klompenmaker. Na 1942 werkte ik, de verhalen thuis de meisjes die bij Zaal aan het raampje kwamen, de winkel was vaak dicht, kregen steevast het antwoord op de vraag of de klompen klaar waren: “Marrege Keind”. Maar ik werkte toen bij Bart van Dijk en bij de lintzaag hingen daar de modellen van een zijaanzicht en een voetbed in verschillende maten klaar. Even aan de baas vragen en er was geen probleem om een set uit te zagen. Thuis even lakken, het was voor de meisjes. Die hadden alweer wat lappen gevonden voor de riempjes. Later liepen de jongens er ook op. Als riempjes een stukje brandweerslangband. Maar als kinderen woonden wij buiten het dorp en wisten we weinig van wat daar gebeurde. We hadden eigenlijk een eigen gemeenschap. Met de kinderen van Oom Piet en van Gert de Groot, Charltje Brouwer en Frankie le Coultre hadden we onze eigen club. Even mijn hart gelucht.
G.J. van der Veer