Gerbrand Frederik van Schagen (1880-1968)
Zijn vader was huisschilder en wat in die tijd heel gewoon was, de zoon volgde zijn vader op in de zaak. Gerben ging naar de ambachtsschool voor Decoratie, Hout- en Marmerschilderen. Hij vond het geen vervelend werk (later had hij daar veel profijt van bij het restaureren van schilderijen), maar het vrije schilderen trok hem meer aan en hij nam tekenlessen bij kunstschilder W.L. Bruckmann (1866-1928).
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 149 [2019-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Mary van der Schaal
Kunstschilder
Verder volgde hij de avondschool aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten. Hij had zo een druk leven, maar wist nu wel zeker dat hij verder wilde gaan in de kunst. Hij nam ook les bij kunstschilder W.B. Tholen (1860-1931), die zelf leerling is geweest van Paul J.C. Gabriël (1828-1903).
In 1911 overleed zijn vader en trok Gerben zich terug uit de zaak. Hij wijdde zich nu geheel aan het vrije schilderen.
In zijn tijd dat hij in de zaak van zijn vader werkte, had hij ’s morgens, al voordat hij aan het werk moest, buiten veel geschilderd en nu de druk van hem was afgevallen werkte hij dagelijks aan zijn grote hobby, het vrije schilderen. In het Gooi en Loosdrecht werd hij gegrepen door de uitgestrekte polderlandschappen en weidse plasgezichten, in Friesland door de verstilde dorpjes en in Limburg door het glooiende landschap. Zijn grote streven was om het karakteristieke beeld en de stemming van een landschap of dorpsgezicht, plassengebied of stilte, weer te geven in de juiste sfeer en belichting zoals het zich op dat moment van de dag voordeed. Hij werkte nog steeds in de trant van de Haagse School, maar langzaam aan maakte hij zich een eigen impressionistische stijl eigen.
Verder had hij goede naam gemaakt met het restaureren van schilderijen. Hij was bekend geworden door het herstellen en bijwerken van de beschadigingen en daar maakte men graag gebruik van.
In 1916 hield Gerben van Schagen zijn eerste tentoonstelling en ging hij in Laren wonen aan Jagersweg 23. Hij ging vanaf nu werken in verschillende steden in Nederland. Onder andere in Limburg, Zeeland, Noord Holland en Friesland. Later ook in België en Frankrijk. Zijn werk werd ruimer en vrijer en langzamerhand meer naar impressionistische trant.
In 1930 hiel hij een grote tentoonstelling bij Kleykamp in Den Haag waar de Koningin-moeder een schilderij van hem aankocht.
Verder exposeerde Schagen zelfstandig in Laren, Amsterdam, Rotterdam, Leeuwarden, Groningen, Tilburg, Eindhoven, Breda, Almelo en Hengelo.
Schagen was lid van de vereniging Arti et Amicitiae, St. Lucas, De Vereniging voor Beeldende Kunsten en de Gooische Schildersvereniging. Werken van Gerben van Schagen zijn in bezit van Singer Laren en in de Rijkscollectie. Gerbrand Frederik van Schagen overleed op 4 oktober 1968 te Laren.
Bronnen: Jeanette Schipper, Galerie Wijdemeren, DeValk/kunstenaars en Internet.
