Geachte Redactie,
Mevr. N. Meulenkamp v.d. Brink stuurde mij een uittreksel van Uw laatste Kwartaal Bericht een paar dagen geleden, waarin M.M. A.C. Langenhuijsen de wens te kennen gaf iets meer te willen weten over de schuilkelder in de tuin van “Einde Gooi”.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 123 [2013-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Ik ben in contact geweest met mijn zus Bep en het volgende is de totale opbrengst van onze recollecties. Helaas een magere oogst.
De schuilkelder was in de voortuin (aan de Eemnesserwegzijde) van het huis en parallel met de straat. De ingang van de schuiling was aan de huiszijde en niet de straatzijde. Deze ingang had steps naar beneden. De lengte van de schuiling was zodanig dat het doorging tot in de voortuin van het belendende perceel van Mr en Mrs Comter (in de Eemnesrichting en niet de Laren-centerrichting) De “Eemneszijde” had een afzonderlijke ingang en was afgescheiden (ondergronds) from de “Larenzijde”. Wij zijn er zeker van dat gedurende 1944, Duitse Wehrmacht officieren bivakkeerden in het huis van Mr en Mrs Comter. (Spelling misschien Komter?)
Hoewel het graven alswel het dichten van schuilkelders te doen had met het verplaatsen van aanzienlijke hoeveelheden grond, kunnen noch Bep, noch ikzelf ons iets herinneren van deze bezigheden. Onze leeftijden toen waren in de buurt van 9 en 11 jaar.
Ik vind het belangwekkend te zien hoe zo langzaam maar zeker, met de kleine hoeveelheden informatie van vele bronnen, een picture gevormd kan worden van wat misschien gebeurd is. Wederom, ik wens “de Kring” succes met historische ‘opgravingen’.
Hartelijke (Australische) groeten, Arnold Thuys