Erfgooiers en hun gemene gronden (11)
‘Ryan Bundy stapt uit zijn tractor, zet zijn cowboyhoed recht, en stampt de modder van zijn laarzen. Hij wandelt over het erf van zijn boerderij. Er liggen hooibalen, kippen scharrelen rond. In een hoek roest een oud gasfornuis weg. “Deze boerderij” zegt hij ‘‘is de meest vrije plek op aarde’’ en (…) ‘‘wie ons komt vertellen wat wel en niet mag, riskeert een burgeroorlog. Elk moment kan die oorlog weer beginnen.’’ Zo begint een NRC-artikel (5 januari 2016, 10-11) over 150 ‘vrije’ boeren uit het Amerikaanse Oregon die in het eerste weekend van 2016 een federaal overheidsgebouw bezetten. Gewapend en met proviand. Het conflict met de federale overheid draait om het grasland rond de boerderij van de Bundy’s. Ze weigeren belasting voor het gebruik te betalen en menen dat het weidegebied van hun is, waar de overheid niets over te zeggen heeft. Met alle slagen om de arm en met het risico op anachronistische interpretaties, zag ik toch enkele overeenkomsten met een rampzalige gebeurtenis en de gevolgen ervan in het Gooi van 1903.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 135 [2016-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Deel 11: Intermezzo: Hendrik Smit versus Ryan Bundy
Anton Kos
De problemen tussen de erfgooiers en de overheid waren na de perikelen over de haas van Harmen Vos niet verdwenen. Sterker, ze waren alleen maar in hevigheid toegenomen. Maar een oplossing was ver weg. Ook toen de massaal bijeengekomen Erfgooiers op 4 april 1900 in Naarden het zittende bestuur het recht ontzegden om namens hen te handelen, werd daaraan geen consequentie verbonden.
Geregeld maakten Erfgooiers, ervan overtuigd dat zij in hun recht stonden, inbreuk op de reglementen van het bestuur. Ze haalden zonder vergunning plaggen, groeven leem en grind, hakten bomen en joegen op de heide en telkens weer kwam de politie eraan te pas die op gezag van nu eens deze en dan weer die burgemeester moest ingrijpen. Toen Erfgooiers ertoe overgingen om op de eerste schaardag ongebrand vee – rundvee dat door de meentmeesters werd toegelaten op de meent kreeg een brandmerk op een hoef of een hoorn – op de Blaricummer meent te brengen, ging het vreselijk mis.
De Gooi- en Eemlander berichtte op 1 mei 1903: ‘(…) er was vee niet gemerkt door de wettige meentmeesters. Afgesproken was door de vereenigde ontevreden erfgooiers dit vee toch op de weide te brengen… Een gedeelte van de in het dorp aanwezige militairen waren hier te middernacht al op verschillende punten langs de grens der weide opgesteld, met bevel om zoo nodig met gebruik van vuurwapens allen te weren die zich met geweld toegang wilden verschaffen. Al heel spoedig kwamen bij het hek aan de zoogenaamde Drift (bij Wetrents) een zestal Laarders aan, waaronder de in de erfgooierskwestie bekende Harmen Vos, J. Majoor en ook zekere H. Smit Cz. Men had vee bij zich en wilde dit door het hek voeren, dat evenwel gesloten was, en vernielen werd belet door de daar geposteerde twee militairen. Nu deed men zooals afgesproken was: men trok en groef aan de zoden van den dijk om zoo een opening te maken. Er werd gewaarschuwd, tweemaal in de lucht geschoten, doch het werk werd niet gestaakt. Er klinkt zelfs “Je schiet toch niet!” Helaas, een schot valt, gaat bijna rakelings langs J.M. en treft den armen H.S. Cz., een braven, oppassenden twee- en twintigjarige jongeling in het onderlijf, even boven de heup. Kermend valt hij neer. De militairen verwijderden zich, maar keeren circa twintig minuten later ten getale van 8 naar de plaats des onheils terug. Inmiddels zijn de anderen aanwezigen toegesneld en zien hoe ernstig hun dorpsgenoot gekwetst is, die hoewel misschien voortvarend toch meent gestreden te hebben voor zijn goed recht, zijn erfgooiersrecht, den grond, zijn eigendom.’
De toegesnelde pastoor diende de Blaricummer Hendrik Smit – want zo heette de onfortuinlijke – in de open lucht de laatste sacramenten toe. Daarna werd hij naar de pastorie vervoerd waar hij onder de hevigste pijnen de geest gaf. De Commissaris der Koningin Van Tienhoven kwam naar Blaricum om te overleggen met burgemeester Hosang en had ook een onderhoud met de ons bekende Floris Vos. Op 16 juni werden zelfs vragen gesteld in de Tweede Kamer over het optreden van de burgemeester en diens inzet van militairen. Daarbij kwam de ‘erfgooiersquaestie’ aan de orde.
Er zijn talloze verschillen tussen Smit en Bundy en hun medestanders op te noemen. Zo wil ik geenszins groepjes erfgooiers gelijkstellen aan rechts-extremistische milities, laat staan Smit vergelijken met Bundy. Maar de overeenkomst is dat zij als boeren die al eeuwenlang wonen en werken op hun landerijen ook menen dat zij eigenaar zijn van de grond en bereid zijn daarvoor te vechten. De overheid heeft er in geen geval iets over te zeggen. Die rest vaak nog maar twee dingen: de inzet van politie en het maken van wetten die oude rechtsverhoudingen tenietdoen. Terwijl op 1 oktober 1903 in een algemene vergadering van gemachtigden van de ontevreden erfgooiers een eigen ‘Hoofdbestuur van de Gerechtigden tot de gemeene Heiden en Weiden van Gooiland’ werd benoemd, wachten Bundy en de zijnen op ingrijpen van de federale overheid. Hoe dat afloopt, is ongewis. We weten wel dat de Nederlandse overheid zich vanaf 1903 ging richten op de totstandkoming van de Erfgooierswet, met de bedoeling de problemen in het Gooi voor eens voor altijd op te lossen. Daarover een volgende keer.