De broers Tjerk & Tjeerd Bottema
Schilders, illustrators, etsers, tekenaars en aquarellisten
De twee jongste zonen uit het boerengezin van Johannes Bottema en Tjitske de Vries schelen 2 jaar in leeftijd. Tjerk & Tjeerd Bottema waren vanaf hun jeugd geïnteresseerd in het kunstenaarsschap.
Tekst: Mary van der Schaal
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 159 [2022-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen dit kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 9,50 per stuk in de Lindenhoeve en bij Bruna te koop, zolang de voorraad strekt.
De familie Bottema in 1900 met Tjeerd (uiterst links) en Tjerk (rechts).
Tjerk Bottema (1882-1940)
Tjerk en Tjeerd volgden samen de opleiding tot onderwijzer op de Rijkskweekschool te Maastricht. Op de Rijksacademie in Amsterdam behaalde Tjerk daarna zijn tekenakte. Tijdens deze opleiding volgde hij ook schilderles van de kunstschilder Alphonse Olterdissen. Via de Rijkskweekschool voor de Kunstnijverheid belandde Tjerk op de Rijksacademie van Beeldende Kunsten, waar hij studeerde bij August Allebé en Nicolaas van der Waay. In de hoofdstad is dan net de art-nouveaubeweging in zwang geraakt en kunst en nijverheid worden steeds meer met elkaar verbonden. Als vrij kunstenaar vertrok Tjerk naar Parijs en begon aan een avontuurlijk leven. In het dorpje Cachan, met een prachtig uitzicht op de Eiffeltoren, bouwde hij zijn eigen woning. Zijn schilderwerk begon op te vallen. Kleurrijke kubistische olieverfschilderijen, zwarte aquareltekeningen in krachtige tonen, portretten, naakten, landschappen en stillevens werden geroemd. Ook maakte hij illustraties voor dagbladen en tijdschriften en vooral voor satirische bladen werkte hij met veel plezier. Dikwijls maakte hij buitenlandse reizen om te tekenen en te schilderen. In 1910 en 1911 studeerde hij aan de academie van Antwerpen. In 1912 als decorateur in Berlijn. Van 1916 tot 1919 verhuisde hij naar Schoorl en kreeg hij vrienden die verbonden waren aan de Bergense school. In 1920 verhuisde hij weer naar Parijs. Hij werkte intussen ook aan spotprenten voor het politiek satirische tijdschrift ‘De Notenkraker’. Waar hij zich ook bevond, zijn spotprenten werden regelmatig afgeleverd waarin ook het imperialisme en nationalisme als thema’s werden gekozen. De politieke prenten zijn afwisselend van stijl en van allerlei materiaal. Tekeningen met potlood, zwarte inkt, waterverf en krijt en waar mogelijk verrijkt met kleur. Vanwege zijn anti-fascistische opvattingen en uitingen werd hij gezocht door de bezetter. Hij wilde via Portugal naar Mexico reizen maar kon niet aan een visum komen. Zijn besluit op 21 juni 1940 om met een vrachtschip van Bordeaux naar Engeland te gaan was een slechte keus. Al op de dag dat het schip vertrok werd het schip in het Kanaal getorpedeerd en ging het in de Golf van Biskaje ten onder, waarbij alle inzittenden om het leven kwamen.
Tjerk tekende voor ‘De Notenkraker’.
Tjerk schilderde een kudde koeien – zonder lijnen, alleen met vlakken.
Tjeerd Bottema (1884-1978)
Tjeerd Bottema werd op 6 januari 1884 in Langezwaag geboren. Evenals zijn twee jaar oudere broer ging hij eerst naar de Rijkskweekschool in Maastricht en daarna naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam waar hij de akte M.O. tekenen behaalde. Hij kreeg etslessen van professor Dupont. Allereerst werkte hij als plateelschilder bij plateelfabriek ‘De Distel’ en daarbij als reklame-tekenaar. Zeer bekend werd het ontwerp van de oude man met bolhoed en de oude vrouw met de paraplu van de ‘Rotterdamsche Verzekering Maatschappij (RVS)’ en de haan van ‘Sluys Zaden’. Hij schildert, tekent en etst landschappen, zee- en duingezichten en heeft ook naam gemaakt met zijn illustraties voor schooluitgaven. Onder andere de boekjes ‘Wondere verhalen van Vader Uggelebug’. Bekend waren de illustraties in de boekjes van W.G. van de Hulst en de serie ‘Jaap en Gerdientje’ van Anne de Vries. In 1907 kreeg hij de ‘Prix de Rome’ voor vrije schilderkunst, en kreeg gedurende 4 jaar een jaargeld. Daarvan maakte hij studiereizen naar Italië, Frankrijk, Marokko en Engeland. Cornelia van Amstel, de vrouw van Tjeerd, was eveneens een goed tekenaar. Toen zij trouwden is zij ermee gestopt. Dat hoorde toen zo! Zijn twee dochters Johanna en Hillegonda waren ook illustrator. Tjeerd was geen man om zijn leven in één woonplaats te slijten. Hij heeft op vele adressen gewoond. Gewerkt heeft hij in Italië (Florence 1908), Spanje (1909), Marokko, Engeland en vanaf 1911 in Laren. In 1919 vestigde hij zich met zijn gezin en twee dochters in Katwijk aan zee. Hier schreef hij het jongensboek ‘Avonturen van een Hollandschen jongen in Arizona’. Hij woonde van 1943-1945 in Leiden en later in Leidschendam. Na de oorlog keerde Tjeerd wegens heimwee terug naar Katwijk. Hij overleed op 9 maart 1978 in Leidschendam. Na zijn overlijden ontving het ‘Genootschap Oud Katwijk’ een paar honderd schilderijen, tekeningen, etsen en illustraties van alle familieleden. In 1980 kwam daar nog een flinke erfenis in de vorm van een geldsom bij, waardoor het Genootschap in staat was de verbouwing van het museumpand aan de Voorstraat 46, de voormalige rederswoning van F.E. Meerburg, te realiseren. Als dank werd op de eerste verdieping één zaal permanent gewijd aan Bottema.
Tjeerd: ‘Wintergezicht bij Laren‘.
Naschrift: bij publicatie vermelden wij als titel “Wintergezicht bij Laren, de hut van Mie”. We ‘leenden’ het beeld van internet en hadden beter moeten weten: de hut van Mie is het zeker niet! André de Valk wist ons te melden dat het hier gaat om boerderij ‘De Bergen’ aan het Zevenend, waar ooit Evert de Groot woonde.
Tjeerd ontwierp het bekende RVS-logo.
Tjeerd ‘Torentje van Laren’, kleurenets.
Tjeerd: ‘Dooiweer’, handgekleurde ets, ca 1945.
Bronnen: Internet, Katwijks Museum, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie.