De allereerste buitenlandse reis van de Klepperman

De allereerste buitenlandse reis van de Klepperman

In 1953 nam de Larense folkloregroep de ‘Klepperman van Elleven’ deel aan een festival in Bari, bijna in de ‘hak’ van Italië. Ze waren daarvoor uitgenodigd door de Federatie van Folkloristische verenigingen in Nederland. Het was een hele gebeurtenis om met zo’n hele club op reis te gaan. Mevrouw T. Koekkoek-Giezen hield een dagboek bij waarvan een gedeelte werd gepubliceerd in de Laarder Courant De Bel. Aan de hand van vele, onlangs gedigitaliseerde, foto’s maken we een reconstructie van de reis die begon op dinsdag 9 juni 1953.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 147 [2019-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Bep (G.L.) De Boer

Mevrouw Koekkoek begon haar dagboek nadat de trein Arnhem was gepasseerd. De controle van de paspoorten, en de opgave van het Nederlandse geld had al plaats­gevonden. Na Zevenaar en Elten stopte de trein in Emmerik waar de Duitse douane niet moeilijk deed. Ze geloofden alles en lieten de bagage met rust. De trein vervolgde de reis. Verschillende Laarders gingen even de coupé uit om verder door de trein te wandelen en even te gaan ‘buurten’. De schoonvader van mevrouw Koekkoek vertelde aan een medereiziger waarheen hij overal op de fiets was geweest. Vier andere reisgenoten gingen een potje pandoeren. Op de tweede reisdag reed de trein door een prachtig landschap met bergen en uit de nevel opduikende kleine dorpjes met, zoals mevr. Koekkoek ze beschreef, “vreselijk mooie sierlijke kerkjes”. Na Keulen en Achern werd het uitzicht steeds mooier. De Laarders genoten er van. Woensdag reden ze door een Zwitsers landschap met ‘schattige’ chaletjes tegen de hellingen. Ze wisten niet waar ze moesten kijken om maar niets te missen van wat er te zien was. Als ze in de restauratiewagen zitten, glijdt één van de dames van haar stoel en verdwijnt onder de tafel. De hele groep brult van de lach. Dan rijden ze langs het Vierwoudstedenmeer. Dat was meer dan fantastisch. De hele middag zijn ze niet van de ramen weg te slaan. Allen waren er van overtuigd dat, mocht Bari tegenvallen, al het moois dat ze tijdens de reis hadden gezien, dik de moeite waard was en dat ze meer dan waar voor hun geld hadden gehad. Vooral bij Lugano zag het meer er ontzettend mooi uit. Mevrouw Koekkoek betreurde het dat haar echtgenoot Gerard (de bekende auteur) hier geen deelgenoot van kon zijn.

In Milaan moest het gezelschap overstappen. Dat was een hoop gedraaf en gerommel. Maar gelukkig hebben ze het allemaal gered en zaten ze weer bij elkaar. Ze konden reeds kennis maken met de andere groepen die in Bari moesten optreden zoals enkele Italianen met een accordeon. Het werd een gezellige boel, mede door de pittige wijn die een van de Italianen had meegenomen. Er werd door de Italiaanse medereizigers een serenade gebracht aan de leden van De Klepperman van Elleven. Op viool en gitaar speelden ze het Ave Maria van Schubert en daarna van Gounod. ‘s Nachts hielden enkele mannen de wacht in de treingang. Het was erg warm en broeierig in de trein. Van schrijven kwam niets want de trein schommelde nogal. Iedereen was in afwachting van de aankomst in Bari. En toen stond de trein plotseling stil. Opwinding alom. Ze zagen een boom met mandarijnen. Wat een prachtig gezicht. En er waren palmbomen. Het is een echte Romeinse sfeer. Hier en daar zagen ze een mooi huis met een waranda en palmbomen er voor.

Rond half zes in de ochtend waren ze in Bari. Einde treinreis. Met een bus die al gereed stond, werden ze van het station naar het hotel gereden. Ze hadden een prachtige kamer met uitzicht op de Adriatische zee. De Laarders bleven niet lang in het hotel. Ze gingen de stad Bari bezichtigen. Ook brachten ze een bezoek aan de Sint Nicolaaskerk. En natuurlijk kochten ze ansichtkaarten van Bari om naar huis te sturen.
’s Middags was de eerste repetitie die niet helemaal vlekkeloos verliep. Daar hadden andere groepen ook last van. Het was steeds maar weer opkomen en dan overdoen. Mr. Pompey was erg streng. De volgende repetities verliepen steeds beter waarna ze ’s avonds vrij kregen. En de volgende ochtend weer te repeteren.

Op vrijdag 12 juni was het eerste optreden om half 10. Het was een grote show van verschillende verenigingen in klederdracht, muziekkorpsen en dansers en dat alles geaccentueerd door prachtige lichteffecten. “Wij zaten boven”, schreef mevrouw Koekkoek, “en hadden zo het gezicht op het toneel van de Scala. Het ging heel goed. Toen onze groep opkwam begon het publiek ‘Olanda, Olanda!’ te roepen.” Het was trouwens toch een erge rumoerige boel. Het publiek riep en schreeuwde en er liepen ook veel kinderen rond. Er waren zelfs moeders met baby’s. Om 1 uur was de voorstelling afgelopen en zijn ze huppelend en zingend met een groep Spanjaarden de stad in gegaan.

“Zaterdagavond moest er in een openlucht theater opgetreden worden. We werden er met een bus naartoe gebracht. Na afloop zijn we met onze Milanese vrienden de stad in gegaan. Langs de weg stonden talloze mensen en als we langs kwamen werd er voortdurend ‘Olanda, Olanda’ geroepen waarbij ze ons steeds de handen wilden schudden. Met een paar Spanjaarden zijn we ergens een glas wijn gaan drinken. De kranten schreven vol lof over ons optreden.”

Zondag 14 juni werden ze ontvangen bij de prefect en er was een optocht door de stad. In de middag was er een bloemencorso waaraan ze hebben deelgenomen. Onderweg weer heel veel mensen de hand gedrukt terwijl er steeds weer ‘Olanda, Olanda’ werd geroepen. ’s Avonds was er vuurwerk. Mevrouw Koekkoek zat op de 5e etage van het hotel en had een prachtig uitzicht op het vuurwerk. Het was een onvergetelijke dag voor de leden van de Klepperman.

Maandagochtend om 8 uur vertrok de Klepperman van Elleven uit Bari. De Spaanse vrienden zouden nog afscheid komen nemen en uitgeleide doen, maar die hebben ze niet meer gezien. In de middag kwamen ze aan in Rome op het station Termini.
Dinsdagmiddag gingen ze naar het ­Colosseum. Dat was een ontzettend eind lopen, maar het was de moeite waard.

Woensdagochtend gingen ze naar de Sint Pieterkerk waar ze audiëntie hadden bij Z.H. Paus Pius XII. Mevrouw Koekkoek schreef hierover: “Het was machtig en groots en eigenlijk onbeschrijfelijk”. In de middag brachten ze nog een bezoek aan de Sint Pieterkerk. Daar kregen ze een rondleiding van een Nederlandse rector. Later hebben ze nog een Nederlandse vriend van de rector ontmoet die een horlogewinkel had. Door hem werden ze meteen uitgenodigd op de koffie en ’s avonds moesten ze bij hem ‘in pak’ verschijnen. Maar die avond is erg tegengevallen.

Donderdagochtend werd om half elf de thuisreis aanvaard en ze dachten vrijdagavond om half negen weer thuis te kunnen zijn. Dat viel tegen. Het thuisfront wilde de Italiëgangers een warm welkom heten, maar het werd later dan gedacht. Toch heeft De Klepperman van Elleven een bijzonder fijne reis gehad met heel veel indrukken.

Bron: Laarder Courant De Bel 1953; Gerard Morsink; Foto’s Archief Historische Kring Laren

Op het station in Bari, van links naar rechts: in de treinramen Toos Bon-Bakker, Bart Ruitenbeek en Henk de Ruijg. Staand: Truus Ruitenbeek (bukkend), Mevr. Koekkoek, Bart Krijnen, Jantje de Ruijg, Jan Koekkoek (rug), Bep Krijnen-de Wit en Anna de Jong.
Op het station in Bari, van links naar rechts: Johan Morsink, Annie Morsink-Calis, Fok Calis, Rie Willard-Calis, Mevr. Hettema? en enkele passanten.
Optreden in de Scala van Bari.
Optreden in de Scala van Bari. Vooraan van links naar rechts: Anna de Jong, Bart Krijnen, Bep Krijnen-de Wit, Hans van ’t Klooster, Rie Willard-Calis en Kees Calis. 2e rij van links naar rechts: Jan Koekkoek (met accordeon), Fok Calis, Jantje de Ruijg, Toos Bon-Bakker, Jeane de Ruijg, Truus Ruitenbeek, Henk de Ruijg, Annie van Dijk-Fokker en Piet van Dijk.
Moeilijke opkomst bij avondoptreden buiten. Vader Fok Calis en dochter Rie Willard-Calis.
van links naar rechts: Annie Morsink-Calis, Johan Morsink, Rie Willard-Calis en Kees Calis.
vooraan vlnr Fok Calis, Jan Koekkoek, Bep Krijnen-de Wit, Bart Krijnen, Anna de Jong en Jacob Willard. 2e rij vlnr: Toos Bon Bakker, Jantje de Ruijg, Truus Ruitenbeek en Henk de Ruijg. 3e rij vlnr: Rie Willard-Calis, Jeane de Ruijg, Hans van ’t Klooster en Annie Morsink-Calis.
Voor de Sint Pieterkerk, vooraan vlnr: Mevr. Hettema?, Toos Bon-Bakker, Annie Morsink-Calis en Johan Morsink. Achter vlnr: Mevr Koekkoek, Jacob Willard, Rie Willard-Calis en Kees Calis.
Vooraan vlnr: Bep Krijnen-de Wit, Jeane de Ruijg, Anna de Jong, Rie Willard-Calis, Annie Morsink-Calis, Truus Ruitenbeek, Toos Bon-Bakker en Annie van Dijk-Fokker. 2e rij vlnr: Jacob Willard, Bart Krijnen, Fok Calis, Mevr. Hettema?, Johan Morsink, Kees Calis, Mevr. Koekkoek, Hans van ’t Klooster, wellicht de Rector, Jantje de Ruijg, Henk de Ruijg, Piet van Dijk en Jan Koekkoek.
Het lied van de Papaveri word gezongen en begeleid met de klompen. Zichtbaar Fok Calis met vlag en Bart Krijnen.
Bij de Paus, zichtbaar vlnr: Jan Koekkoek, Mevr. Koekkoek(met voile), Bart Krijnen links van de paus, Bep Krijnen-de Wit rechts van de paus, Mevr. Hettema? (ook met voile). Op de achtergrond half zichtbaar Fok Calis en Hans van ’t Klooster.