Boeken nieuws – Mona Parsons
In 2000 verscheen er van de hand van de Canadese Andria Hill een boek over haar landgenote Mona Parsons. Deze vrouw woonde voor en na de Tweede Wereldoorlog in Laren, waar zij een rol in het verzet speelde. Gedurende de oorlog bracht zij vier jaar in Duitse gevangenschap door.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 87 [2004-1]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Mona Parsons werd in 1901 geboren in het plaatsje Wolfville in Nova Scotia in Canada. Na haar schooljaren volgde zij een opleiding in zang, dans en toneelspelen. In de 20-er jaren kwam zij in New York terecht, alwaar zij een ‘chorus girl’ was bij de beroemde Ziegfeld Follies. Toen Mona 36 jaar oud was ontmoette zij haar echtgenoot, de Nederlander Willem Leon hardt. Leon hardt was een zakenrelatie van haar broer. Augustus 1937 namen Mona en Willem de boot naar Europa. Eenmaal in Nederland trok het stel in bij de familie Leonhardt die woonde op het landgoed Schoonoord in ‘s Graveland. Na het huwelijk, dat in september werd voltrokken, keek het paar uit naar een woonplek. Al snel werd er besloten grond te kopen om daar hun eigen huis op te laten bouwen, de keuze viel op Laren. Het dorp deed Mona denken aan haar geboorteplaats Wolfville, de sfeer die er nog was van het oude kunstenaarsdorp, sprak haar aan. Het huis werd ontworpen door de Amsterdamse architect Dirk Brouwer, een vriend van Willem. Het kreeg de naam ‘lngleside’, een verbastering van het Nederlandse ‘engels’. Veel zorg werd er door Mona besteed aan de tuin. Deze tuin is na ruim 60 jaar bijna onveranderd. Het huis ligt verscholen tussen de bomen aan de Vredelaan.
Als de oorlog uitbreekt besluit Mona, tegen het advies van haar man in, in Laren te blijven en niet naar haar ouders in Canada te gaan. De eerste jaren van de oorlog kan zij nog kaarten sturen naar Canada waarin zij laat weten dat het hen, ondanks dat het moeilijk is, goed gaat.
Via vrienden raken Mona en Willem betrokken bij het verzet tegen de Duitse bezetters. In september 1941 krijgen zij het verzoek de twee Britse piloten Richard Pape en William Moir, die boven Nederland zijn neergeschoten, onder te brengen. Op de zolder van ‘Ingleside’ is plek voor de onderduikers. In geval van nood is er een kamertje achter een schot in de slaapkamer. De piloten verblijven zes dagen in het huis en worden dan via-via op transport naar Engeland gezet. Althans, dat was de bedoeling. De actie blijkt verraden te zijn. Mona wordt gewaarschuwd dat de Gestapo diezelfde avond bij haar op de stoep zal staan. Ook Willem wordt gewaarschuwd, hij duikt onder. ‘s Avonds om zeven uur op 26 september 1941 komt de Gestapo inderdaad bij het huis. Mona laat ze binnen, weet hen echter niet te overtuigen van haar onschuld en wordt meegenomen naar Amsterdam, waar zij in de Weteringschans gevangenis terecht komt. Voor haar beginnen dan vier jaren van gevangenschap. Vanuit Amsterdam wordt zij via Amstelveen overgebracht naar Duitsland, waar zij uiteindelijk in een gevangenis in Vechta in Noord-Duitsland terechtkomt. Voordat zij naar Duitsland werd overgebracht ziet zij haar echtgenoot Willem in de gevangenis. Hij wordt naar een werkkamp overgebracht. Vrienden uit het verzet van de Leonhardts, zoals Dirk Brouwer, komen er veel slechter van af. In november 1941 worden zij in Scheveningen geëxecuteerd.
Voor Mona volgen jaren van honger, ziekte en vernedering. Maart 1945 weet zij met een mede-gevangene, Wendelien van Boetzelaer, tijdens de bombardementen van de geallieerden te ontsnappen uit de gevangenis. Weken lopen zij door Duits grondgebied, geteisterd door de niet aflatende bombardementen. Uiteindelijk weet Mona bij Rhede de grens over te komen. De eerste soldaat die zij ziet blijkt een Canadees te zijn van het regiment van de North Nova Scotia Highlanders! Zij wordt opgenomen in een Canadees ziekenhuis en moet wachten tot mei voordat zij terug kan naar Laren. Zij vindt het huis en de tuin intact terug. Vrienden hebben na de arrestatie van Mona en Willem gezorgd dat kostbaarheden een veilige plek vonden. Na enkele weken keert ook Willem terug naar Laren. Het zal blijken dat de oorlogsjaren vooral de gezondheid van de Leonhardts zwaar heeft aangetast. Willem wordt niet meer de oude en overlijdt ruim tien jaar later op 8 april 1956. Na zijn overlijden keert Mona terug naar Canada. Als zij hertrouwt woont zij aanvankelijk in Halifax, als zij echter voor de tweede keer weduwe wordt gaat zij terug naar haar geboorteplaats Wolfville. Daar overlijdt zij op 28 november 1976.
De auteur van het boek is meerdere malen in Nederland geweest om onderzoek te doen. Mede dankzij een artikel van Marij van Donkelaar in de Gooi en Eemlander van september 1998, kwam zij in contact met oude vrienden en werknemers.
Andria Hili, Mona Parsons. From privilege to prison, from Nova Scotia to Nazi Europe, 2000.
Lees ook: ‘Het dorp, de oorlog, de mensen’: zeven inwoners van Laren in WO II