Johannes Gustaaf Wertheim 1898-1977

Johannes Gustaaf Wertheim 1898-1977

Kunst uit het dorp van Mauve

Johannes, Jobs zoals hij door vrienden werd genoemd, werd geboren in Amsterdam op 4 maart 1898. Zijn ouders waren Alexander Hendrik Wertheim en Dina Heymans van Wadenoyen. Alexander was bankier en lid van de Eerste Kamer. Zijn moeder was een begaafde tekenares en waarschijnlijk heeft Jobs van haar zijn talent geërfd. Echter, hij was voorbestemd om ook bankier te worden en begint als hij 19 jaar is als volontair bij de familiebank. Voor zijn verdere bankopleiding komt hij eerst in Duitsland terecht en daarna gaat hij naar Londen bij de bank van Samuel Montaque werken. Hij is dan 21 jaar.

Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 128 [2014-2]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.

Mary van der Schaal

Beeldhouwer
In de avonduren krijgt hij de gelegenheid om tekenlessen te volgen aan de Chelsea School of Art. Maar na enige tijd besluit hij zich toch helemaal toe te leggen op het beeldhouwen en verlaat het bankwezen. Zijn ouders zijn het, zoals meestal in het begin van kunstenaarsloopbanen het geval is, niet gelukkig met de keuze van hun zoon. Het familiepatroon zou zo verbroken worden. Bankier is een veilig beroep en bij een kunstenaarsbestaan moest je maar zien wat ervan terecht komt. Wertheim was niet van zijn voornemen af te brengen. Hij had een geweldig tekentalent en had al veel goedgetroffen portretten van vele bekenden en vrienden gemaakt. Als test liet zijn vader zichzelf door hem portretteren en dat viel hem niet tegen. Hij moest bekennen dat zijn zoon getalenteerd was. Jobs krijgt toestemming van zijn vader om in Berlijn bij Oppler te gaan werken om zich verder te bekwamen in zijn geliefde bezigheid het beeldhouwen.

In 1926 wint hij met zijn werk ‘De verloren zoon’, de Prix de Rome. De prijs stelt hem in staat zijn opleiding te vervolgen en hij gaat enige jaren in Italië en Frankrijk studeren. Hij bezoekt vele musea en ondergaat de verschillende stromingen die de beeldhouwkunst beïnvloeden. Hij ontwikkelt zich tot een kunstenaar die figuratief werkt en maakt portretten en naakten uit brons en steen. Zijn trefzekerheid om de markante trekken van een gezicht weer te geven, stelt hem in staat om vlot een goed lijkend beeldhouwwerk te maken. Hij krijgt steeds meer opdrachten en voelt dat hij het juiste ‘vak’ gekozen heeft. In 1931 keert hij terug naar Amsterdam. In 1932 overlijden zijn beide ouders. Jobs gaat bij zijn zus Caroline in Amsterdam wonen en in 1940 trouwt hij met Eva Sinzheimer met wie hij drie kinderen krijgt.

Onthulling van buste van Arthur van Schendel aan de Stadhouderskade te Amsterdam.

Tijdens de tweede wereldoorlog wordt Wertheim met echtgenote en gezin gedeporteerd naar Kamp Westerbork. Daar probeert hij zo goed als mogelijk is toch te tekenen en zelfs enige mensen les te geven, wat niet altijd gemakkelijk was maar een ongeremde drang tot scheppen hield hem daar toch bezig. Later worden zij overgeplaatst naar Theresiënstadt. Ook daar vechten zij om in leven te blijven. En zij redden het. Na de oorlog vestigen zij zich eerst in Zwitserland, geholpen door vrienden en kennissen uit dat land. Zij proberen hun gezondheid weer op pijl te brengen om weer enige orde in hun leven te krijgen. In 1946 vestigen zij zich in Laren en gaan op het Zevenend 89 wonen. Daarna aan de Nieuweweg 24.
Johannes krijgt ook in Laren weer veel opdrachten om portretten en oorlogsmonumenten te maken. Het leven begint weer zijn normale vormen aan te nemen.

Monument van Joodse Erkentelijkheid, Weesperstraat/Amstelhof, Amsterdam

In 1956 is op dit adres is ook de Stichting “Openbaar Kunstbezit”gevestigd, in het leven geroepen door Wertheim zelf. Tot 1963 is het een radioprogramma waarin hoogleraren, kunsthistorici en museumdirecteuren toelichting geven op diverse kunstwerken. Later werd het ook een televisieprogramma. Abonnees ontvingen,in een losbladige uitgave thuis, kleurenreprodukties van diverse kunstwerken en besprekingen daarover. Het doel van Openbaar Kunstbezit was de kunst eigen te maken aan het volk. Kunstzinnige vorming was de centrale achterliggende gedachte.

Met al deze vele werkzaamheden komen er moeilijkheden in zijn huwelijk en gaat Wertheim scheiden van zijn eerste vrouw. Vanaf 1963 werkt Wertheim ook in Israël en daar ontmoette hij zijn tweede vrouw, de tekenares Deborah Sanson. Zij trouwen in 1959. Werken enige tijd samen in Jeruzalem en houden later, in het Rosa Spierhuis in Laren een tentoonstelling van hun beider werk.

De zingende Orpheus, 1974

Openbaar Kunstbezit heeft in 1959 al 20.000 abonnees. In 1960 krijgt Wertheim de Zilveren Anjer die hem door Prins Bernhard wordt uitgereikt. Hij wordt toegekend voor: de oorspronkelijkheid, de volharding en het enthousiasme door hem aan de dag gelegd bij de ontwikkeling van zijn plan tot spreiding van de kennis van ons cultuurbezit van de beeldende kunst van vroeger en thans, welke uiteindelijk heeft mogen leiden tot de oprichting van de stichting Openbaar Kunstbezit, waardoor bij tallozen een nieuw begrip voor – en nieuwe kennis van – onze cultuurwetenschappen bijbrengt. Wertheim wordt geëerd met de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau en krijgt de Penning Kunstenaarsverzet en de gouden Museumpenning. Hij doet veel radio- en televisiewerk.

Tussen dat alles door heeft hij enorm veel gewerkt. Beelden, gedenktekens en monumenten. Onder andere het beeld van Van Schendel (Leidse Bosje) A’dam. Gedenksteen voor weggevoerde joden (Gorredijk) enz. In Laren staat in het plantsoentje op de splitsing Zevenend/Zevenenderdrift “De zingende Orpheus” in 1974 door zijn kleinzoon onthuld en overgedragen aan de burgemeester van Laren. 

Op 6 januari 1977 overleed Johannes Gustaaf Wertheim te Hilversum. Hij werd begraven op de Algemene begraafplaats te Laren.

Bronnen: www.devalk.com/kunstenaars; Bep De Boer: Het Larens Alfabet