‘n Larens familiebedrijf verdwijnt
Al enige tijd had de redactie plannen om een artikel te wijden aan Houthandel-Zagerij van Dijk. Nu echter bekend is geworden, dat deze bijzondere en oude bedrijfstak in 2014 gaat verdwijnen, hechten wij er nog meer waarde aan om hier aandacht aan te schenken.
Dit artikel is afkomstig uit Kwartaalbericht 117 [2011-3]. Leden van de Historische Kring Laren ontvangen het kleurrijke glossy magazine 4 keer per jaar. U kunt hier lid worden. Losse nummers zijn à € 4 per stuk in de Lindenhoeve te koop, zolang de voorraad strekt.
Ook persoonlijk heb ik mijn herinneringen. Als kind woonde ik vlakbij en speelde nog al eens op het terrein. Vanwege het gevaar was dat verboden. Toch klommen wij op de bomen bij de kraanbaan en tussen de opgestapelde planken die te drogen lagen. Menigmaal kwam de dorpsagent op zijn fiets, na klachten uit de buurt. Een keer zelfs bij mij thuis. Toen werd het helemaal spannend! Toen wij voor een interview met Goos Zwanniken naar het kantoortje liepen, stond er net zo’n grote transportauto voor het vervoer van bomen, op het terrein (zie omslag). Ik rook de lucht van mijn jeugd. Die speciale houtlucht van oud- en pasgezaagd hout. Heerlijk. We zijn heel veel wijzer geworden. Duidelijk werd dat Goos Zwanikken het voorheen familiebedrijf, met veel enthousiasme en liefde voor hout heeft geleid. We waren erg blij met zijn inbreng, voor de foto’s, die we mochten maken en materiaal wat we konden inzien. Onze dank hiervoor. Ook vermeld moeten worden de reacties van Kwartaalbericht- lezers,
na een oproep in nummer 116 die we als aanvulling bij dit artikel hebben geplaatst. Een Larens bedrijf gaat verdwijnen en sommigen van ons hebben daaraan zo zijn/haar persoonlijke herinneringen. We willen ze graag met u delen!
Gerda Meulenkamp
Houthandel-Zagerij L. van Dijk
Aannemer Bart (Lambertus) van Dijk ging omstreeks 1874 bijna dagelijks op pad van Hoogland, waar hij woonde, naar zijn werk in het Gooi. Bij de timmerwinkel, van weduwe Banis in Laren, dronk hij graag een kopje koffie. Deze bezoekjes resulteerden na enige tijd in een bruiloft, waarna Bart en zijn vrouw, de weduwe Banis geb. Van de Brink, (dochter van P.C. van de Brink, waarnaar een straat in Laren is vernoemd) op de St. Janstraat gingen wonen.
Mary van der Schaal en Gerda Meulenkamp
De tijd ging snel en rond 1900 namen de zonen Pieter en Jan van Dijk de zaak over terwijl Bart nog een oogje in het zeil hield, maar ook onder leiding van Jan en Pieter floreerde de Houthandel-Zagerij. Rond 1925 stapte Jan van Dijk uit de zagerij en begon een kwekerij. Pieter van Dijk ging alleen verder, later bijgestaan door zijn zoon Bart. Verschillende familieleden Van Dijk zijn werkzaam geweest in de zaak van Bart. Wim is altijd op de Houtzagerij gebleven. Hij is naderhand op de werf zijn eigen bedrijf begonnen namelijk Van Dijks Hout- en Metaalwaren Industrie B.V. Daar werden slagers-hakblokken gemaakt alsmede keukens, werktafels en dergelijke voor professioneel gebruik en niet voor particulieren. De zaak van Wim is later verhuisd naar Nunspeet. Wim betaalde aan Bart volgens een oude akte f. 115,38 per week aan huur in contanten. Op een later tijdstip heeft hij de grond gekocht om Bart te compenseren.
In 1958 is Goos Zwanikken als boekhouder in dienst getreden bij de Fa. van Dijk. Al gauw kwam hij tot de conclusie dat de handel hem meer interesseerde dan de cijfers. Hij ontwikkelde zich tot directielid en werd in 1975 uiteindelijk eigenaar van de onderneming.
Wat zijn zoal de werkzaamheden van een houthandel annex zagerij?
Het hout werd en wordt voornamelijk uit Frankrijk aangevoerd. De aankoop van Europees hout doet Goos bij voorkeur zelf, een specialisme dat Zwanikken met hart en ziel doet. Je moet een boom kunnen inschatten: rechtheid, vergroeiingen en zijtakken, grondsoort en plek waar die groeit. Al deze factoren bepalen de kwaliteit en duurzaamheid van het hout. Er werden en worden verschillende percelen bos aangekocht. De uitgekozen bomen worden geveld en naar de verharde weg uitgereden. In de beginjaren werden ze aangevoerd met zogenaamde ‘mallejannen’. Eerst getrokken door paarden, later tractoren en nog later werden vrachtwagens met enorme aanhangers gebruikt. Zo werd destijds de vracht naar Laren vervoerd. Voor het opslaan van deze bomen werd in circa 1940 een kraanbaan geconstrueerd, deze wordt nog altijd gebruikt en wordt door de gemeente Laren als industrieel erfgoed beschouwd (zie kader). De baan is uniek in Nederland.
De woudreuzen werden en worden gestapeld en verplaatst met loopkat en takelblok, en door de in 1940 geconstrueerde monumentale kraanbaan. Ook werd voor het vervoer op het terrein zelf een smalspoor aangelegd, die voor de lorries werd gebruikt om het vervoer te regelen van de bomen naar de houtzagerij of drogerij.
Op de zagerij werd in de beginperiode van het bedrijf het hout handmatig met de kraanzaag verzaagd zodat het hout gebruik kon worden door de diverse afnemers.
Tijdens de oorlog waren er maar liefst vijftig man in dienst. Als de bomen aangevoerd waren werden ze gezaagd. Met de horizontale- raamzaag worden de stammen deel voor deel aan diverse diktes gezaagd; terwijl de verticale-raamzaag de stammen in één keer aan meerdere platen kan zagen. Vervolgens kan het plaathout worden opgelat om in de loodsen ‘natuurlijk’ gedroogd te worden tot ca. 18%. Een andere (snellere) methode is kunstmatig drogen tot een percentage van 8 – 15%. Daarvoor zijn drie droogkamers aanwezig op het terrein. Het hout kan ook worden uitgezaagd, geschaafd, gesorteerd en gebundeld.
Na bovenstaande bewerkingen wordt het hout door de industrie gebruikt. Een deel is voor de constructiebouw en de rest is voor de fijnproevers. Onder de afnemers vind je grafkisten- en meubelmakers, boten- en instrumentenbouwers, maar ook kunstenaars en mensen die hout nodig hebben voor waterwerken of tuinmeubilair. Zelfs de kleinste restjes worden gebruikt voor kleine houten voorwerpen de rest gaat weg als haardblokken en aanmaakhoutjes. Voor op schepen en voor botenbouwers laat het bedrijf krommers en lange stammen naar Laren vervoeren. De krommers kunnen volgens aangeleverde mallen naar wens gezaagd worden en de lange stammen met zeeg worden gebruikt voor de huid van de boot.
Latere generaties van Dijk werden vermaard om hun keukenmeubilair en slagershakblokken. Ook was er ruimte voor de sculptuurzager Emille van der Kruk. Hij was daar eens jaren terug binnengewandeld op zoek naar hout en vond de omgeving zo inspirerend, dat hij om ruimte vroeg voor een atelier. Binnen een maand werd een gammel drooghok omgetoverd tot volwaardig atelier, compleet met kachel, ramen en takel. Geweldig! Hij maakt uit een stuk boomstam met een kettingzaag, sculpturen van dieren, mensen, kinderen, meestal zittend of liggend. Robuuste beelden, ruig en toch helemaal aanwezig en ‘aaibaar’.
Ook kunstschilders uit Laren en omgeving wisten Van Dijk al snel te vinden om daar hun paneeltjes te laten zagen, voornamelijk uit lindehout, waar vroeger veel op geschilderd werd, en soms ook nu nog gebruikt worden daarvoor. Van mevrouw Ina Snaterse is bekend dat zij er Iconen op schildert. Op hun eigen wijze stond het bedrijf midden in de maatschappij.
Houtsoorten waar Houthandel van Dijk mee werkt zijn onder andere: Europees loofhout zoals: acacia, eiken, elzen, linde, plataan, kastanje, beuken, esdoorn, iepen, noten,populier, berken, essen, kersen, peren, en steenbeuken. Amerikaans hout: grenen, noten, kersen, w.r. cedar, Tropisch hout: bubinga, muteneye, sipo mahonie, douissie, okoumé, teak, iroko, padoek en wenge. Specialiteit: buxus, ebben, pokhout, cocobolo, grenadille, slangenhout, coromandel, olijf, en rozenhout.
Van alle zagen die we ooit zagen zagen
zagen we nog nooit zagen
die zó zagen als onze zagen zagen
Op de houtwerf van Dijk ervaar je de rust. De opslag van bomen en de geur van gezaagd hout geven een sfeer van gemoedelijkheid en oneindigheid. Hierdoor waan je je weer even terug in de tijd, toen het allemaal begon in het Laren van toen, nu 137 jaar geleden. Je denkt terug aan die enorme bomen die er liggen en hebben gelegen, en nu anno 2011, overal in Europa, als duurzame meubels of als andere zaken kunnen opduiken. Zelfs uit de tuin van paleis Soestdijk, kwamen bomen vlak na de oorlog, door Koningin Wilhelmina, persoonlijk aangewezen, waarna de bomen vervolgens met paarden en mallejan naar Laren werden gebracht. Van Dijk is een monument ook in het Laren van nu, een herinnering aan je jeugd en aan de wederopbouw na de oorlog. Maar die nu jammer genoeg uitgeschakeld wordt voor de toekomst!
De kraanbaan
De kraanbaan vertegenwoordigt een bovenlokale zeldzaamheidswaarde en is van belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde voor Laren. Getuige oude foto’s van het bedrijf is de kraanbaan opgericht na 1933, vermoedelijk dateert het object uit de periode 1935-1940. In deze periode kwamen ook de meeste uitbreidingen gereed, zodat het aannemelijk is dat in deze periode het bedrijf ene grote groei doormaakte. Het materiaal kwam uit eigen huis: er werd hout toegepast. Kraanbanen van een dergelijk type zijn zeldzaam; helemaal in combinatie met een 125 jaar oude houtzagerij. De kraanbaan heeft een lengte van ongeveer 55 meter en bestaat uit een reeks houten staanders met daarop een ligger. Deze ligger wordt vanwege de afwatering afgedekt met een driehoekige balk voorzien van houten planken. Houtverbinding en ijzeren banden, alsmede geschroefde planken schoren die de staanders en liggers verbinden houden de kraanbaan stabiel. De staander aan de zijde van de Zijtak is bestaat uit twee in een omgekeerde V-vorm geplaatste staanders, waartussen op een tussengelegen dwarsbalk de schoren zijn geplaatst. Aan de andere zijde is een houten ombouw geplaatst met een golfplaten dak (recent). Deze ombouw is opgenomen in een pannen gedekt bouwdeel dat buiten de bescherming valt. De eigenlijke baan is een ijzeren H-profiel waaraan de gemotoriseerde kraan hangt. Het profiel is bevestigd aan de extra ijzeren constructie die door middel van schoren is verbonden met de staanders (met dank aan Karel Loeff).
De houtzagerij had oorspronkelijk de toegang aan de Sint Janstraat. Hoewel ook wel Kleinlarenweg genoemd staat deze straat op de eerste vergunningaanvraag van de houtzagerij vermeld als ‘Heerenstraat’. De Zijtak, de huidige ingang van de houtzagerij, werd genoemd ‘de grintweg bij M. Majoor’. De houtzagerij werd verschillende keren uitgebreid. Rond de eigenlijke zagerij verschenen verschillende houtloodsen. Ook werden installaties aangevraagd en vergund. De eerste hinderwetvergunning dateert uit 1906.
Herinneringen
Herinneringen van de hulp in de huishouding bij Bart en Bé (Bernadette) van Dijk – Beijer
verteld door Emmy Peek van Beijeren
Haar ogen glimmen als we bij haar aan tafel zitten en ze ons vertelt over haar sympathieke werkgevers van destijds. Ze was nog maar net 17 toen ze in 1955 bij hen in dienst kwam.
Ze woonden in het huis aan de St. Janstraat t.o. een boerderij en schuin tegenover het H. Valkenburglaantje; “De Klerk” genaamd. Oma (weduwe van Piet van Dijk) woonde in hetzelfde huis. Beiden behandelden ze haar meer als familie dan als hulp. Als ze in de ochtend op de fiets uit Eemnes kwam, kreeg ze eerst thee en dan werd met haar de komende werkzaamheden voor die dag besproken. Ze at mee, eerst in de keuken, maar heel kenmerkend voor de familie kreeg zij, nog voor de familie het diner, haar eten. Netjes met alles erop en eraan. Later wilden ze dat ze bij hen aan tafel kwam zitten. Maar stiekem, verlangde ze toch terug naar het eten aan de keukentafel.
Er waren geen kinderen bij Bart en Bé, maar er liepen altijd wel kinderen uit de buurt of neefjes en nichtjes binnen. Wim, getrouwd met Bep van Huystee, had een rijke kinderschare en woonde dichtbij met zijn gezin aan de St. Janstraat in het witte lage huis, bij het bedrijf. Jan woonde in de witte villa aan de Boekweitskorrel en was getrouwd met Klaziena Vos.
Zij hadden 10 kinderen, die ook regelmatig over de vloer kwamen. Het gezin van Piet en Gijsberta van Dijk-Stoutenburg bestond uit: Kees van Dijk (makelaar), Bart van Dijk (houthandel), Wim van Dijk (zagerij), Gerard van Dijk (priester, later deken in Winschoten), Jan van Dijk (kwekerij) en Maria Janssen- van Dijk. Ze hadden onderling veel contact en kwamen allemaal bij elkaar op de verjaardagen.
Oma van Dijk kwam dan natuurlijk ook. Er werd dan uitbundig feest gevierd. De dames kwamen in het lang en voor de drankjes, hapjes en bediening zorgde Emmy, bijgestaan door Tonia Gieskens en soms ook Jo Bakker. Op een dag ging het openmaken van een fles wijn helemaal verkeerd. De kurk van de fles kwam met een klap tegen het plafond en de wijn kwam overal terecht! Het was ook een gelovig gezin. Om 08.00 uur iedere dag naar de H. Mis. Met Kerstmis werd de kerststal altijd geïnstalleerd op de oude dekenkist en werd het huis in kerstsfeer gebracht Dat was altijd heel sfeervol. Toen de kerststal weer werd opgeruimd en de spullen weer op de kist werden gezet, liet Emmy de standaard met Goudse pijpen vallen. Ze schrok maar er werd niet op haar gemopperd, want: ”Waar gehakt wordt vallen spaanders!” zei Bart aldus in houthakkers-termen sprekend. In 1962 zijn Maria en Frans met hun gezin in Huize “De Klerk” gaan wonen en Bart en Bé aan de Lingenskamp 8. Maar omdat eerst verbouwd moest worden, hebben ze nog tijdelijk in de “Rozensteck” gewoond bij neef Jan Majoor tegenover de Boekweitskorrel aan de St. Janstraat. Tijdens de verhuizing naar de Lingenskamp werd het tv programma ”Open het dorp” uitgezonden, gepresenteerd door Mies Bouwman. Dus daar werd af en toe tijdens het verhuizen in de rustpauzes naar gekeken. Wat het personeel betreft van de Houthandel en Zagerij waren Bart en later zijn opvolger Goos Zwanikken de tijd ver vooruit. Er werden al personeelsfeestjes gegeven en busreizen georganiseerd. In 1963 trouwde Emmy. Ze bleef nog even werken, later hielp ze alleen de familie nog bij feestjes. Ze besluit haar verhaal met de verzuchting dat een 137 jarig familiebedrijf, midden in Laren, die een heel tijdperk omvat, binnenkort helaas wordt afgesloten.
Herinneringen
Herinneringen aan de techniek bij van Dijk van een oud-werknemer.
Grego van der Veer
In het laatste kwartaalbericht staan oorlogsherinneringen die mij erg bekend voorkomen. Als zestienjarige, met een persoonsbewijs van een 15 jarige, werkte ik bij van Dijk Houthandel- zagerij als hulp bij het onderhoud van machines. Het kwam neer op repareren, zagen vijlen en bijlen slijpen. In de winter van ’44-45 kwam daar nog het onderhoud van de vrachtwagen bij. Dit betrof in eerste instantie het schoonmaken en weer klaarmaken voor de volgende rit van de houtgasgenerator. En niet te vergeten de banden! Het was een Chevrolettrekker met een 9- tons open oplegger. De 1936 Chevrolet met Imberthoutgasgenerator was ooit een zandwagen van Gert de Groot geweest. Er was een Daf koppeling, een houtgasgenerator en een 8 cyllinder Buick motor ingebouwd. Deze combinatie heeft tot september 1944 haar werk gedaan, maar werd toen gevorderd door de Duitsers. Ze zijn er drie dagen mee aan de gang geweest om hem goed lopend te krijgen, maar dat is niet gelukt. Hij is op de hei achtergelaten. Met paarden is hij weer “op stal” gezet. In de winter van ’44-’45 werd deze truck weer gevorderd, maar nu voor de voedselvoorziening. Na een paar uur sleutelen was het probleem opgelost: de binnenketel van de vergasser moest weer op zijn plaats teruggedraaid worden: 32 boutjes losdraaien, de ketel één boutje opschuiven en de hele boel weer vastdraaien. Alles weer schoonmaken en afstellen en draaien. De chauffeurs Joop Mol en Jan Majoor gingen ’s nacht op pad om voorraden voor de centrale keukens te halen. Meest uit Noord Holland. Ze moesten dan met politie begeleiding door Amsterdam.
’s Morgens kon ik dan de vergasser doorspoelen en filters schoonmaken. Een klus van zeker twee uur. Banen reparen. Vrachtwagen banden plakken en problemen oplossen. Nieuw was er niet. Stukken band netjes bijsnijden om de gaten op te vullen. Zelfs wel twee banden in elkaar werken. En voorwiellagers! Door die zware Buick motor konden die het niet houden. Maar nieuwe waren er niet! Dus telkens overal vandaan passende kogels zoeken en in veel vet monteren. De lagers waren ook niet zo best, maar dat moest dan maar.
Na de oorlog mocht ik als bijrijder eens mee met een rit die door het A(uto) B(evrachtings) D(ienst) die alle vervoersvergunningen regelde, verleend was. Het was in juni 1945. Met een oplegger van van Dijk moesten noodwoningen die Piet ter Berg als werkvoorziening voor zijn personeel gebouwd had naar Elst in de Betuwe gebracht worden. Na gelost te hebben moesten we door naar Oudenbosch om doperwten te laden voor de centrale keuken in Hilversum. Zo ging dat toen!!
Herinneringen
Zoals U waarschijnlijk wel weet woont de enige dochter momenteel in zorgcomlex Theodotion. Het is Mevrouw Jansen-van Dijk. Wat ik mij nog herinner van de houthandel van Dijk is de tijd dat ik daar als klein jongetje heb gespeeld. Op de hoek van de Zijtak en de Boekweitskorrel stond een hoog hek wat toegang gaf aan de houtopslagplaats. Dat hek stond overdag altijd open. Met mijn vriendjes klommen wij op en over de gevelde woudreuzen. Een groot bord – natuurlijk van hout – stond daar opgesteld met de volgende tekst:
BETON DAT IS BETON
STEEN IS SLECHTS VAN STEEN
MAAR HOUT DAT LEEFT EN SPREEKT EEN EIGEN TAAL
C.J. van den Brink
Herinneringen
Ik ben als kind opgegroeid op de Zijtak 6, bij de heer en mevrouw van Mierlo. Dit pand staat naast de houthandel en dus is dit een deel van de herinneringen uit mijn jeugd.
Er was vanuit het huis vrij zicht op het bedrijf en ik heb uiteraard alle handelingen meegemaakt. Wij mochten als kind niet op de bomen spelen, alhoewel de jongens uit de straat dat natuurlijk toch stiekem deden. Ik praat nu over de periode 1945 – 1964, toen ben ik uit Laren vertrokken. In mijn bezit heb ik een crayontekening op papier waarop het bedrijf aan het werk is. Alles nog met de hand dus uit een periode denk ik uit mijn jeugd. Ik weet niet of het gesigneerd is, het is ingelijst en dat wil ik graag zo houden.
Bettie Oversteegen-Calis
Herinneringen
Wij, familie van den Berg, woonden Boekweitskorrel 14 en dus heel dicht bij ‘de kamp van van Dijk’. In de oorlog, althans het laatste jaar, was er een dependance op het vervolg van de Boekweitskorrel nu Ooghout, waarschijnlijk een wei van Hein Smit althans achter de boerderij. Wij gingen iedere dag het schors van de bomen halen in de kinderwagen waar zelfs een bagagebak in was. Maar ja als er gekookt moest worden vloog dat schors door de schoorsteen en gingen we de volgende dag vrolijk weer, het was toegestaan hoor, want aan het schors hadden ze ook niet veel.
Daar staande op een stapel bomen hebben we ook de droppings gezien van blikken met
koekjes en Zweeds witbrood dat voor ons als cake smaakte! Misschien weten andere mensen nog hoe die gaven verdeeld werden, ik heb ze wel gegeten en herinner me de smaak van die koekjes nog. Jammer weer een jeugdherinnering weg.
Greet Rooijakkers – van den Berg
Geluidgevende planken
Van mijn goede vader Jan Roelof M. van den Brink zaliger nagedachtenis hoorde ik eens het volgende boeiende verhaal over de familie Van Dijk. Er was een dame in deze familie van Houthandel Van Dijk die helderhorend was.
Zij was in staat aan het soort geluid dat zij hoorde en mogelijk ook aan het soort stapels van planken welke werden beroerd, te voorspellen dat er iemand was overleden of zou overlijden in het Larense en ook dat deze persoon kwam of zou komen uit een bepaalde maatschappelijke klasse. Zij vernam een en ander aleer het bericht de familie langs meer reguliere kanalen bereikte. De verschillende soorten hout kan ik mij niet meer helemaal voor de geest halen, in ieder geval was er sprake van ‘eikenhout’ wanneer de overleden ziel afkomstig was uit de zogenoemde ‘kwartjesafdeling’ van de kleuterschool –ter onderscheiding van de ‘dubbeltjesafdeling’–, of de ‘schoenenschool’ –ter onderscheiding van de ‘klompenschool’ De andere soorten waren mogelijk vuren- of grenenhout en klapperbomenhout, dat weet ik niet meer precies.
Mich. W.J. van den Brink
Mondelinge reacties
Ik speelde vaak als jongen met mijn vriendjes op de lorries, meestal ‘s avonds. Heel spannend altijd!
Ernst Wortel
Mijn grootvader Clemens (Mijns) van den Brink, geboren in 1853 en gehuwd met Wijntje Splint, was in zijn jonge jaren, na diverse malen in militaire dienst te zijn geweest vanaf 1878 werknemer bij Houthandel van Dijk. Omdat hij regelmatig met paarden en de mallejan naar Duitsland moest om bomen op te halen (lopend), kreeg hij een paspoort in 1878 Het was destijds een heel avontuur. Hoe lang hij bij van Dijk heeft gewerkt is niet bekend, maar in ieder geval een behoorlijke tijd.
Nelie Meulenkamp-van den Brink, Delft
1954-1955 heb ik les gehad in de naaischool van Odilia van Dijk, zij was de dochter van Jan van Dijk en van Klaziena van Dijk-Vos. Zij was ongehuwd en zorgde voor haar ouders in het witte huis aan de Boekweitskorrel, naast de boerderij van Hilhorst (aardappelhandel).
Ze gaf naailes aan meisjes. Dit deed ze in een onderkomen achter haar huis en tussen de boerderij van Hilhorst en de grote villa waar in die tijd het Wit/Gele Kruis in was gevestigd aan de St. Janstraat. De ingang was verbonden via een poortje met de Houthandel. Ze gaf erg goed les, ik heb er veel geleerd….
Beppie Ter Weijden- de Wit, Soesterberg
Bij dezelfde familie van Dijk aan de Boekweitskorrel hebben in WOII mijn beide broers een periode maaltijden gehad een paar maal per week, omdat zij door de ziekte Difteritus erg verzwakt waren en het gezin door de oorlog niet de ruimte had voor extra versterkende voeding. Dank zij die extra maaltijden is het helemaal goed gekomen met hen!
Gerda Meulenkamp-de Wit
In 1880 zijn er vier kleine arbeiderswoningen gebouwd aan de St. Janstraat, achter Ramselaar, de Bakker destijds, nu zijn het modewinkels en een juwelier. Later werden het vijf woningen. Ze waren bedoeld voor het personeel van de Houthandel. Achter de huisjes, en uitkomend op de Eemnesserweg lag een soort weilandje (die ligt er nog). Op dat weilandje lagen de bomen voor de houtwerf. Ze kwamen nat uit de Biezem, toen in die tijd nog het natte gedeelte van Laren, (noot: ongeveer waar nu het hockeyveld is en het zwembad). Ze werden waarschijnlijk met de mallejan naar het weilandje vervoerd om te drogen. Oom Bart van de Houthandel kon hele mooie verhalen vertellen over zijn reizen naar Duitsland en Frankrijk. Wij, de nichten en neven hingen aan zijn lippen. Toen oom Wim stierf (Hakblokken en meubels), werd dat gedeelte en de grond verkocht en afgesloten van de rest. Op die grond kwam de Bibliotheek.
Hannie Meulenkamp-van Dijk:
Noot redactie: Hannie woont in een woning, die haar betovergrootvader heeft laten bouwen. Zij en haar (overleden) man hebben destijds twee kleine woningen samengevoegd tot een. De andere woningen zijn nog min of meer origineel.
Allen, die schriftelijk of mondeling gereageerd hebben willen we hartelijk danken voor hun inbreng namens alle lezers van het Kwartaalbericht.